Within You, 2012
Internal Galaxies No 012
mixed media on paper
Jan van Eyck: Portret van Giovanni Arnolfini en zijn verloofde (1434)
Afgelopen dinsdag maakte iemand die op atelierbezoek was mij erop attent
dat de reeksen Eyechambers en Internal Galaxies verwantschap vertonen met de
bolle spiegel in de beroemde paneelschildering Portret
van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw van Jan van Eyck. Het werk uit 1434 hangt sinds 1842 in the National Gallery in Londen. Dat het eerder om Arnolfini en zijn verloofde gaat dan om een dubbelportret van Arnolfini en zijn vrouw is overigens pas onlangs ontdekt in Rijselse archieven. Het stel blijkt pas in 1447 getrouwd te zijn, dertien jaar na het vervaardigen van het paneel.
Op de achterwand van het weergaloze schilderij, achter de twee geportretteerden en hun schoothondje, onder de lamp en boven de zachtjes op elkaar gelegde linker- en rechterhand van de geliefden, is een bolle spiegel zichtbaar. De spiegel reflecteert het licht dat van links -zoals we kennen uit het werk van Vermeer- de laatmiddeleeuwse kamer binnenvalt. De oogbal laat de andere kant van de kamer zien, de achterzijde van de verloofden en nog twee personen, vermoedelijk de schilder en zijn gezel, of Jan en een vriend van het aanstaande echtpaar. Het hondje lijkt in de spiegel te zijn verdwenen.
De verwantschap van Eyechambers en Internal Galaxies met de bolle spiegel in het paneel van Jan van Eyck is er zeker. Maar er is ook een groot verschil. Van Eyck posteert zijn modellen met de rug naar de spiegel gekeerd. Het verloofde stel ziet zichzelf niet weerspiegeld in de bolle spiegel, noch ziet het aanstaande echtpaar zichzelf verschijnen op het schilderspaneel dat, ten behoeve van de portrettist, de rug naar hen heeft toegekeerd. Van Eyck laat alleen de schilder en zijn gezel in de bol kijken.
Pas wanneer Jan van Eyck zijn paneel omdraait zodat zijn opdrachtgever het beeld kan bekijken, kan Giovanni Arnolfini zichzelf en zijn toekomstige bruid in de kamer zien staan. Wat vanuit het standpunt van de schilder steeds zichtbaar was, wordt nu pas zichtbaar voor de poserende modellen. In de verte van de bol zien de twee vaag wat ze steeds van dichtbij al zagen: Jan en zijn gezel. Maar dichterbij wordt ook de voor het eigen oog verborgen achterzijde van hun gestalte en kostbare kledij zichtbaar.
Zelfbewust als Arnolfini moet zijn geweest zal hij zich met zijn verloofde ook zeker om hebben gedraaid, om niet naar de achterkant van het paneel van de schilder te hoeven kijken, noch naar de met hun beeltenissen beschilderde voorzijde ervan, maar om direct in de spiegel op ooghoogte te kunnen kijken. -Om die reden hangt het gebruiksvoorwerp toch in de kamer?- Nu zien ze hun eigen gezichten eindeloos waarheidsgetrouw, levend en nabij en verdwijnen Jan, gezel en paneel naar de achtergrond. Wat de geliefden in het dubbelportret zochten is wat zij vinden in de wereld van de spiegel: de onsterfelijkheid van het in het heden gedeelde leven.
Jan van Eyck
Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw (detail), 1434
olieverf op paneel
82 × 59.5 cm