TENTOONSTELLING
50PK Ede
Onmensen en roofdieren
Ton Hardeman & Rinke Nijburg
OPENINGSWOORD door Gerda Ten Thije
Geachte
bezoekers, geachte kunstliefhebbers, Rinke en Ton,
Hartelijk
welkom,
Als
beeldend kunstenaar en zeer bevriende collega van zowel Rinke als
Ton, ben ik door hen gevraagd het openingswoord te doen voor de
tentoonstelling 'Onmensen en
roofdieren'.
Een
kunstenaar die een openingswoord doet, dat hoor je niet vaak.
Kennelijk weten wethouders, burgemeesters en andere bestuurders vaak
meer te vertellen over het werk van de exposerende kunstenaars dan
een willekeurige kunstenaar, of de kunstenaar zelf. Niets is ook
erger dan een kunstenaar zijn eigen werk horen uitleggen. Dat gaat
hier dan ook niet gebeuren. En ik waag me er niet aan om het werk van
collega-kunstenaars te duiden. De beelden zullen gezien moeten worden
en voor zich moeten spreken. Zo
kreeg Remco Campert eens de vraag, toen hij een gedicht van hemzelf
had voorgedragen: kunt u ook eens uitleggen wat het gedicht betekent?
Waarop Campert antwoordde: 'Zal ik het nog een keertje voordragen?’
Ton
heb ik samen met Rinke leren kennen op Ateliers Arnhem, een Experimentele Master Opleiding in Arnhem, begin jaren 90. Een oud
schoolgebouw in Arnhem-Zuid, inmiddels afgebroken, diende als
werkterrein, en iedere deelnemende kunstenaar, het waren er 16 in
totaal, kreeg een eigen ruimte om zijn of haar kunstje te doen. Ieder
bezat een sleutel van het gebouw en kon daar op de gekste tijden
terecht. Het was een heel inspirerend jaar. We werden begeleid door
bekende Nederlandse kunstenaars, zoals fotograaf Hans Aarsman,
beeldhouwer-ontwerper Joep van Lieshout, schilders als Jan Roeland,
Kees de Goede, Willem Sanders en een aantal bekende gastkunstenaars, waaronder Thom Puckey en Hewald Jongenelis.
Ook waren er kunsthistorici en theoretici aan de opleiding verbonden.
Samen met uitgever Jan Brand en kunsthistoricus Alex de Vries maakte
iedere deelnemende kunstenaar, veelal i.s.m. Stichting PlaatsMaken,
een eigen publicatie in een oplage. Ton maakte een verzamelalbum met
afbeeldingen van zijn eigen werk geïnspireerd op de bekende Verkade-albums, en Rinke maakte een wit-oranjegeel gestreept boekje met
inplakplaatjes van zijn schilderijen, met als titel ‘De mensen in
dit huis’. Beide uitgaves zijn hier vandaag te zien.
Het
hele jaar door kregen we input van Chris Dercon, de Belgische,
toenmalige directeur van Witte de With, een hippe
tentoonstellingsruimte voor hedendaagse internationale kunst in
Rotterdam. Chris Dercon was een fenomeen: een zeer bevlogen jonge
kunsthistoricusfilosoof-theoreticus, curator en museumdirecteur. Wij
hadden een dergelijke docent nooit eerder meegemaakt; alhoewel
zeer inspirerend, wel een flink ego die een vaak niet te volgen
kunsttheorie moest ventileren. Hij
maakte tijdens Ateliers Arnhem met ons werk echter wel een prachtige
tentoonstelling, dat moet gezegd worden: alles d’r
op en d’r an. Dercon liet ons zien hoe je een tentoonstelling maakt en
welke werken hij daar in vond passen en waarom; we hadden zelf
weinig in te brengen, maar konden het na afloop wel mooi op ons cv
zetten! Vanaf
die tijd zijn we dus bevriend.
Ton
en Rinke zijn twee tegenovergestelde personen, maar hebben ook veel
gemeen, héél veel gemeen. Allebei geboren en getogen in de Gelderse
Vallei, in de Nederlandse Bijbelgordel; Ton in Ede en Rinke in
Lunteren, op een steenworp afstand van Ede. Alhoewel allebei
afgestudeerd aan ArtEZ, toen nog Academie voor Beeldende Kunsten
Arnhem geheten, kenden ze elkaar aanvankelijk niet. Toen Rinke en ik afgestudeerd
waren, zat Ton net een blauwe maandag op de academie.
Op
Ateliers Arnhem was er tussen de twee meteen een klik. Allebei zeer
bevlogen en dezelfde onverholen, droge humor. Allebei fan van de
grote Duitse schilder Max Beckmann. Allebei docent: Ton binnen de
Volksuniversiteit in Veenendaal en ’t Riet in Ede, en Rinke bij ArtEZ in Arnhem. En wat ze vermoedelijk niet van elkaar weten: ze
drinken allebei graag een biertje. Toch maar eens samen naar ’t
Taphys op ’t Jansplein, in Arnhem. Allebei
zijn ze bovendien ook nog gedreven
tekstschrijvers-verhalenvertellers- poëten, of liever gezegd makers-schrijvers van onnavolgbare
hersenspinsels. Misschien komt dat wel door al dat bier... Kortom,
er was en is veel herkenning.
Het werk had toen al veel inhoudelijke raakvlakken. En zoals nu op de
uitnodiging staat: ‘Ton
Hardeman en Rinke Nijburg houden allebei van het duister; niet alleen
van het wegvallen van het licht wanneer de avond valt, maar ook van
het schimmige duister dat in dieren schuilt en zich ook op
klaarlichte dag manifesteert. In hun werk domineert het
schemerdonker; dieren worden geportretteerd als mensen en mensen als
beesten.’
De
onderwerpen en esthetiek in het werk van deze kunstenaars schuren
tegen de goede smaak van de moderne kunst aan. Beide kunstenaars
grijpen terug op kunsthistorische taferelen om die vervolgens naar
onze tijd te transformeren. Het
existentiële noodlot dat de mens trof, is het bewustzijn een dier
te zijn, dat heel erg zijn of haar best doet juist géén dier
te zijn. Dat ongeluk probeert de mens te boven te komen, om zo een
god te worden of een Übermensch. In de zoektocht naar de diepste
drijfveren van de mens stuit men op het beste en het slechtste van
het ijdele zoogdier. Een enkele keer weet een mens daar boven uit te
stijgen en metamorfoseert in een heilige zoon of dochter van de god
of de goden. Wie het beest wel en wie het beest niet weet te temmen
is, net als in de werkelijkheid van alledag, lang niet altijd meteen
duidelijk.
Beide
kunstenaars delen de treurige staat van mens en dier. ‘Onmensen
en roofdieren’, het roept
heel veel op: barbaren, beulen, gedrochten, draken, demonen,
monsters, schurken, smeerlappen, sadisten, daders,
predators. Ongewone figuren en wezens bevolken hier de
tentoonstelling. Maar wie zijn deze figuren? Zijn het wel allemaal
onmensen en roofdieren? Want zonder de roofdieren, de predators,
géén slachtoffers, géén prooien. Waar zijn dan de slachtoffers, waar zijn de gedupeerden?
Ik
denk wel dat wij allemaal ménen voldoende mensenkennis te hebben om
schapen en bokken te scheiden, te kunnen zien of een medemens of dier
betrouwbaar is of niet. Maar dat is niet zo. Ik moet denken aan de
crime-zender ID, een afkorting van Investigation Discovery, waarin
voornamelijk waargebeurde misdaadverhalen worden naverteld en
ontrafeld. De zender laat zien waar gevoelens van wraak, hebzucht en
jaloezie in kunnen uitmonden. De kijker, de toeschouwer, kruipt in de
huid van de dader, het slachtoffer, een politierechercheur of een
forensisch expert. De mensenkennis wordt danig op de proef gesteld.
Net als je denkt zeker te weten wie de dader is, blijkt even later
dat het toch degene is die je absoluut betrouwbaar achtte. Als
slachtoffers van geweld ook daders zijn wordt het pas echt
ingewikkeld.
Het
grote probleem is dat de vaak veronderstelde tweedeling tussen
slachtoffers en daders er in werkelijkheid niet is. Van bepaalde
categorieën getraumatiseerden en slachtoffers is bekend dat zij
dadergedrag kunnen hebben vertoond, ja zelfs in het heden zich
agressief kunnen gedragen. In de levensloop van één persoon komt
vaak zowel slachtofferschap als dadergedrag -agressief
gedrag of delinquentie-
voor. Misbruikte en verwaarloosde kinderen bijvoorbeeld lopen een
verhoogd risico zelf op latere leeftijd delinquent gedrag te
vertonen. De overlap tussen victimisatie, zeg slachtofferschap, en
delinquentie blijkt aanzienlijk, en een veronderstelde
slacht-offer-daderscheiding is dus in wezen onjuist. In
de dierenwereld is het niet anders.
Wat
er op deze tentoonstelling te zien is, is soms geraffineerd,
oogstrelend en toegankelijk, maar tegelijkertijd ook afstotend, grauw
en afstandelijk. Er zijn in het werk van beide kunstenaars personen,
gebeurtenissen en tijden door elkaar gehusseld tot één beeld. Maar
één ding echter staat voorop, het is beslist niet eenduidig; ik
denk ook niet dat dat de bedoeling is. De dubbelzinnigheid gooit hier
hoge ogen. En laat dat alsjeblieft maar zo blijven.
Dank
u wel.
Gerda
Ten Thije
50PK Ede, zaterdag 2 maart 2024 om 15:00u
OPENINGSTIJDEN
vr, za, zo van 12-17u
LOCATIE
50 PK
Kazernelaan 50
6711 RL Ede
PARKEREN
Verbindelaarsweg 51
Ede