donderdag 26 oktober 2023

Brieven aan Edith Stein #63 'Je weet nooit wanneer er een bom valt en nog minder wie die gooide'

 

 

 

 

BRIEF 63 
aan Edith Stein 
'Je weet nooit wanneer er een bom valt en nog minder wie die gooide' 
Joseph M. Heij 
Wolfheze bij Arnhem
 

Lieve Joodse Edith,

Blijvend Onkruid, Uitverkoren Heks van Eeuwigdurende Bijstand,

Voor één enkele keer draai ik de aanhef van mijn brief eens om en begin met je blote voornaam en een extra, eveneens ontbloot bijvoeglijk naamwoord. Want gezegend ben je, Lieve Joodse Edith, al was het maar omdat je niet meer hoeft mee te maken wat wij nu voor de kiezen krijgen. Zing in de Zevende Hemel, zing voor Gods Onwankelbare Troon, zing dat de Toorn van de Allerhoogste niet op het strand van Gaza en Israël neerdaalt. Hij die de Messias al eeuwen geleden stuurde of die Haar alras eens moest sturen is Gezegend. Want best gaat het niet op de wereld en nog minder in het Land van Melk en Honing dat je nu beter het Land van Pek en Veren kunt noemen of Zandstrand van Bommen op Beton.

Mijn Vriend of J., zijn vrouw - want nu hij zijn bed bijna niet meer uitkomt, is het waarschijnlijk zijn vrouw die afbeeldingen post - heeft deze week een werk op Instagram gezet dat voor veel verwarring onder de mensen heeft gezorgd, vooral onder kunstenaars die zichzelf gelukkig prijzen dat ze precies weten aan welke kant van de waarheid ze moeten staan om te kunnen blijven meedoen in het circuit. Uiteraard is die verwarring tot mijn grote genoegen, dat weet je, maar nu ben ik reuze benieuwd hoe jij erover denkt. De afbeelding van het gewraakte werk voeg ik toe. Heel duidelijk is de print niet, want er lopen allemaal strepen door het beeld. Niet denken dat die erbij horen, want dat is niet zo, alhoewel dat bij hedendaagse kunst zomaar zou kunnen. 

Die twee, Mijn Vriend en zijn vrouw, zijn zo zuinig dat ik de inkt voortdurend nood lijdt en het beeld daar de gevolgen van moet dragen. En vervolgens ik. Toepasselijk zijn al die horizontale lijnen trouwens wel, want in het blikveld van homo sapiens sapiens lopen altijd bijzonder veel misvormingen rond. Pak de print er even bij Edith, dan zal ik je een en ander zo goed mogelijk uitleggen. Het werk draagt de titel '5475', een getal waar ik me geen raad mee weet. Heb jij een idee? Het is trouwens een behoorlijk grote tekening, zeg groter dan een medemens, maar de exacte afmetingen heb ik niet voor je.

Wacht even, iemand klopt op mijn deur. Het zullen de medicijnen wezen.

[...]

Het was inderdaad de medicijnman met de reguliere medicijnen der medische wetenschap. 

- Edith, ik houd het even kort, want veel zin in het beschrijven van dat beeld heb ik ineens niet meer, het is te laat op de avond en het is volle maan, iets waar ik doorgaans veel last van heb. -

'5475' is bij mijn weten een stokoude tekening die J. denk ik post omdat het dan minder opvalt dat Mijn Vriend al lange tijd bijna niks meer maakt. Noem het gerust een paintersblock want bijna alles wat J. online zet heb ik gemaakt, niet Mijn Vriend. Dat weet je toch? J. plaatste '5475' op Instagram op de dag dat het Israëlische leger het baptistenziekenhuis in Gazastad bombardeerde. Er vielen meer dan 500 doden. Aldus Al Jazeera. Volgens CNN is dat nog niet zo een twee drie bewezen. Volgens het IDF, Israël Defence Force zoals CNN zo mooi afkort, was het geen bom van hun maar van de Palestijnen zelf. 

Je zou dus met gemak kunnen denken dat er die nacht meer dan vijfduizend doden vielen, maar dat beweert niemand, behalve misschien J.. Zelf denk ik dat die titel slaat op het totale aantal doden dat sinds 7 oktober, toen het allemaal begon, viel. Want anders klopt het niet. Nu zijn het er overigens nog weer veel meer; de teller weigerde stil te houden bij dat getal. 

Misschien heeft J. zich vergist en maakte van 547,5 doden 5.475 doden, maar dat lijkt me niet, want er vallen nooit halve doden. Niet één. - Maar helemaal heel zijn ze ook bijna nooit. - Ook kun je je afvragen of het allemaal wel echt begon op 7 oktober van dit jaar, want sommigen menen dat het al eerder begon, bijvoorbeeld in 1948. Anderen zeggen in 70 na Christus en weer anderen noemen het jaar nul omdat toen de lang verwachte en eindelijk gearriveerde Messias werd vermoord. Weer anderen wijzen naar 6.000 voor Christus toen Eva aan Adam, haar eerste man, een totaal verrotte olijf te smikkelen gaf.  

Aan willekeurig welk narratief zitten een boel haken en ogen. Zoals je weet kruipt er makkelijker een leugen door het oog van de naald dan dat de waarheid zichzelf installeert in het menselijk brein. In ieder geval Edith, is het nu zo dat de weinigen of velen die Mijn Vriend nog volgen op Insta het inmiddels behoorlijk met elkaar aan de stok hebben gekregen. Ze vechten nu om het gelijk in de commentaren op zijn account. Want de ene helft meent dat dat kind, op de schoot van Maria de moeder van Jezus en Maria die ook wel Magdalena heet, een Palestijns kind is omdat het een Palestijnse sjaal om heeft. De andere helft, nou ja, ongeveer, weet dat het de Joodse Jezus is, omdat er in die tijd nog geen Palestijnen waren in Palestina maar alleen Joden en Farizeeërs en Samaritanen. - De Romeinen laten we even buiten beschouwing, want dat was de bezettende koloniale macht waartegen bijna iedereen wel eens protesteerde. Behalve de meelopers en mee-eters dan en dat zijn de meesten. -

Sommigen zeggen dat het beeld gemaakt is naar aanleiding van een foto van een van de luchtaanvallen van het IDF op Gazastad, ze beroepen zich op Bellingcat, anderen, bijvoorbeeld 'de bijbelgetrouwe kristenen', menen dat ze zich de exacte plek kunnen herinneren van een van hun vele reizen naar het Heilige Land. Het zal niemand verbazen dat ze Tempelberg bedoelen, de plek waar De Heere Jezus vroeg of laat naar terugkeert. Omdat ie daar ook vertrok en zich dus die plek nog het beste kan herinneren, zoals je, geloof ik, een poppetje kan zetten op Google Maps precies op de plek waar je mobiele telefoon het laatst was. Weer anderen zijn ervan overtuigd dat het tafereel zich afspeelt op de maan en dus over een andere oorlog moet gaan dan die op aarde. Iets dat door nog weer een andere groep te vuur en te zwaard wordt bestreden omdat het gewoon niet waar is dat de Amerikanen op de maan waren. Zij hebben ook sterke argumenten.

Maar Edith, die lichaamsdelen in de lucht, die zullen niemand ontgaan, daarover zal hopelijk niemand willen redetwisten. - Of het moet zijn dat het allemaal witte lichaamsdelen zijn. - Ik zou over de vermeende spirituele vooruitgang van het menselijk brein, niet dan nadat ik indrukwekkende vooruitgang in wetenschap en techniek uitbundig heb geprezen, willen zeggen: 

'One small step back for one human mammal, one giant leap back for all humankind.'

Luister goed naar de sirenes en muzen Edith en kruip op tijd onder de grond. Je weet immers nooit wanneer er een bom valt en nog minder wie die gooide.    

Dat Gods Rijke Zegen op je moge neerdalen,

Jouw Joseph

 












dinsdag 24 oktober 2023

Brieven aan Edith Stein #62 'Als er maar geen vreemden komen'

 



BRIEF 61 
aan Edith Stein 
'Als er maar geen vreemden komen' 
Joseph M. Heij 
Wolfheze bij Arnhem
 

Blijvend Onkruid, Heks van Altijddurende Bijstand,

Lieve Edith,

Gistermiddag kreeg ik een tweede bief van Heidi L.. De brief was een stuk korter dan de eerste maar minstens zo interessant. Ik ben blij dat ze nog even wat langer met mij in de wildtuin wil blijven. Dat ze dat aandurft vind ik een teken van vertrouwen. Wel vrees dat ik niet alle vragen goed snap, Edith, en daarom wilde ik die opnieuw aan jou voorleggen. Jij immers bent mijn voorspraak bij de goden die hun verstand nooit verliezen, zoals ik dat met enige regelmaat wel doe. 

Let op dat J. soms hele alinea's schrapt waarvan zij meent dat die in het verkeerde keelgat van Het Slot zouden kunnen schieten. Voor je het weet velt Het Kasteel een oordeel en word je zonder weerwoord, zonder verdediging zomaar van de kaart geveegd. Zoals Israel het Gaza-Strand wil reinigen van het onkruid dat daar al te weelderig om zichzelf heen begon te groeien en uit de eigen wildtuin ontsnapte. Zoals Putin de getemde graanvelden van Oekraïne wil bestrijden met Round-Up van Russische makelij. Zoals een onnozele kunstenaar die de verkeerde vlag - bijvoorbeeld de Palestijnse - post op Facebook of Instagram zelf verwijderd wordt als ongewenst.

Beste J,

Wil je Joseph bedanken voor zijn antwoorden? Het zijn rake antwoorden, die meteen ook het begin van antwoorden zijn op vervolgvragen die ik in een gesprek zou stellen, en die vandaag de dag vooral zouden gaan op hoe een tuin, een wildtuin, en de wezens die daar verblijven, zich verhouden tot wat er buiten die tuin gaande is. Want er is daar, buiten die buitenruimte die de tuin is, veel aan de hand, zowel in de binnenwereld van Joseph en zijn vriend als ver weg, zoals in Gaza en Israël en in Oekraïne. Al deze plekken liggen buiten de Wildtuin maar staan er misschien ook in verbinding mee. De plekken zijn voor degenen die ze bewonen even groot en voor mensen daarbuiten even zorgwekkend. Ik ben benieuwd hoe Joseph daarover denkt: is de Wildtuin een van deze plekken geïsoleerde ruimte waar niets anders bestaat dan de wildtuin, of staat de wildtuin in verbinding met de binnenwereld van Joseph, zijn vriend, en/of de buitenwerelden van de tuin? 

Hartelijke groet,
Heidi 
 
Edith, ik heb nu even liever niet dat je mij van antwoorden voorziet als rooms-katholieke non en ook niet als het Joods kindje dat je eens was. Ik vrees dat je in beide gevallen sentimenteel wordt. En antwoordt mij al helemaal niet vanuit Auschwitz; ik kan daar niet tegen. Op dit moment niet; morgen liggen de zaken wellicht weer anders. Vandaag verkies ik Edith de atheïste boven alle andere verschijningen. 

Het begint er natuurlijk mee dat ik eigenlijk niet meer goed weet wat ik schreef. Ik wil best geloven dat mijn antwoorden raak waren, maar wat zei ik dan? Het duurde trouwens ook wel even voordat ik begreep waarom Heidi het beeld van de tuin gebruikte. Wist ik veel dat de hele samenwerking met Penny onder de vlag van De Wildtuin viel; ook dat was ik volledig kwijt. Maar gelukkig ben ik weer waar ik zijn moest: helemaal achter in onze tuin met hoog gaas en prikkeldraad en camerabewaking. Niemand van ons kan zomaar gaan en omdat ze mij meer vrezen dan wie dan ook, draag ik als ik naar buiten ga altijd een enkelband.
 
Het zinnetje dat in mijn hoofd blijft hangen is deze: "Want er is daar, buiten die buitenruimte die de tuin is, veel aan de hand, zowel in de binnenwereld van Joseph en zijn vriend als ver weg, zoals in Gaza en Israël en in Oekraïne." Kun je mij helpen het te duiden Edith? Het is een lastige... Ik denk dat Heidi met 'buitenruimte' en 'wildtuin' hetzelfde bedoelt, maar ben er niet zeker van. Want ze gebruikt ook het begrip 'de buitenwerelden van de tuin' en 'de binnenwereld van Joseph'. 
 
En dan komt de belangrijkste vraag uit de brief, Edith: " [...] is de Wildtuin een van deze plekken geïsoleerde ruimte waar niets anders bestaat dan de wildtuin, of staat de wildtuin in verbinding met de binnenwereld van Joseph, zijn vriend, en/of de buitenwerelden van de tuin?" Ik zal je zeggen wat ik denk, maar verbeter me gerust want mijn hoofd is een open riool. Bovendien ben ik een gemankeerde dichter die nooit een dichtbundel produceerde en geen geschoolde filosofe die wel geleerd kon schrijven zoals jij.
 
Volgens mij bedoeld Heidi met 'wildtuin' gewoon de plek waar die tentoonstelling samen met Penny was. Grappig wel dat ze het heeft over 'de wezens die daar verblijven', want zo zie ik dat natuurlijk wel: liefst had ik zowel aan wezens alsook aan wildtuin nog een woordje toegevoegd: vreemde en ontheemde. Vreemde wezens in een ontheemde wildtuin. Of: uitheemse wezens in een inheemse wildtuin. Want Edith, weet je: ik weet niet goed wat binnen en buiten is, waar buiten begint en binnen ophoudt. Ik weet zo weinig van planten dat ik niet kan zien welke soort inheems is en welke een exoot, wat onkruid is en wat kruid. Daarom vraag ik het jou.

Het moge duidelijk zijn dat Joseph's binnenwereld zich het meest op zijn gemak voel in de afgesloten tuin achter ons gesticht en verreweg het minst in de wildtuin die de kunstwereld is. Toegegeven dat er plekken op aarde zijn waar Joseph zich nog minder op zijn gemak zou voelen als hij daar was en niet hier, bijvoorbeeld in Gazastad of Marioepol of Birkenau, maar aangezien hij hier is en niet daar, liggen de zaken zoals ze liggen. Het liefst is hij in een tuin die niet zichtbaar is vanaf de straat, niet zichtbaar is vanuit aangrenzende tuinen, in een tuin waarin hij niemand tegenkomt die een obligaat maar volstrekt overbodig praatje wil maken. 

Maar omdat Joseph ook collages maakt en gedichten schrijft kan hij moeilijk volhouden dat hij die alleen voor zichzelf maakt. Hij wil, denk ik, gezien worden, maar niet zichtbaar zijn, gehoord worden zonder verhoord te worden. Hij wil niet geoordeeld worden noch oordelen. Daarom denk ik dat Joseph ook zo ongeveer alles laat groeien wat in de tuin uit de zwarte aarde omhoog wil kruipen. Alles wat wilde veranderen van wit, naar geel naar bladgroen, alles wat wil bloeien en weer wilde afsterven, van groen naar geel naar donkerbruin. Er is geen onkruid, alleen maar kruid. Er is geen wilde tuin noch een tamme, er is een tuin. Er is geen binnenwereld of een buitenwereld, er is een wereld. Als er maar geen vreemden komen.

Zeg maar Edith, of wat ik zeg hout snijdt. Jij kunt het weten. jij bent een heks in de ogen van velen en een heilige in de ogen van weinigen.
 
Liefs jouw Joseph



 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

donderdag 19 oktober 2023

Brieven aan Edith Stein #61 'In de naam van jouw god is nodeloos veel onkruid gescheiden van kruid'

 

 

 

BRIEF 61 
aan Edith Stein 
'In de naam van jouw god is nodeloos veel onkruid gescheiden van kruid' 
Joseph M. Heij 
Wolfheze bij Arnhem
 

Ongeschonden Onkruidbloem,

Lieve Edith,

Wat ik je gisteren schreef moest je maar weer goeddeels vergeten. Ik ben niet bepaald in goede doen de laatste tijd. Ze hadden me niet mee moeten nemen naar die vervelende kunstbeurs, die viel totaal verkeerd. Alleen die hond vond ik aardig.

Ik schreef je gisteren alsof ik een filosoof ben, maar dat ben ik niet. Ik stileerde als was ik een literator, maar ook dat zit er niet in. Ik denk dat ik gewoon een zoveelste Joseph uit de Gazastrook ben, of een Joseph uit een linkse kibboets, een bange man die alleen nog maar wilde vluchten, maar wat graag onzichtbaar wilde worden voor het zwaard van strijders of hun AK47 of Uzi van deze of gene partij die alleen nog maar wraak in hun dode ziel toelieten, omdat ze het wanhopige kwaad alleen nog maar vergeld zien worden met het hopeloze kwaad. Blinde ogen om blinde ogen en rotte tanden om rotte tanden.

Heksen zijn het onkruid dat onmiddellijk verdelgd moet worden, voordat het zich uitzaait. In de naam van jouw god is nodeloos veel onkruid gescheiden van kruid, zoals kaf van koren, maar was het wel kaf, was het wel onkruid? Het bewustzijn is soms zo nauw dat er geen oog meer door een naald kan, geen vergeving door het hart. We doen daar allemaal aan mee. Ik snap wel dat jij snakte naar verlossing. Maar zoals je weet is er helemaal geen god die je kan vergeven, geen zoon die je kan verlossen. Je hebt je lot te ondergaan tot aan het einde. Je kon wraak nemen, maar deed dat niet. Je kon doden, maar zag ervanaf.  

Is dat Edith, omdat wij te goed weten wie heks is en wie heilige? Is het waar Edith, dat wij het gewoon omdraaien en alles bij hetzelfde blijft? Heksen rehabiliteren en heiligen cancelen? Dat wij dat wat ooit een diep geloof was zien als louter bijgeloof en bijgeloof als de grootste wijsheid? Snap je nu beter dat ik jou tussen de heksen heb gesmokkeld? Er kleeft zoveel aan jou dat het huidige daglicht niet kan verdragen dat ik denk dat je nog eens verbrand zult worden. 

Ik leg je nog wel een keer uit wat ik bedoel. Voor nu volstaat het dat ik tegen je vergat te zeggen dat ik Penny dankbaar ben dat wij het saampjes opnamen voor 6 hete hakketesses. Ik hoop dat we niemand vergaten, niemand verbrandden.

Liefs Joseph 




woensdag 18 oktober 2023

Brieven aan Edith Stein #60 'Een bodem die niet gevoed wordt met bloed is geen geboortegrond'

 



BRIEF 60  
aan Edith Stein 
'Een bodem die niet gevoed wordt met onschuldig bloed is geen geboortegrond' 
Joseph M. Heij 
Wolfheze bij Arnhem
 

Ongeschonden Bloem van het Onschuldige Bos,

Lieve Edith,

Gisteren, toen het bommen regende op dat ene stukje strand aan de Middellandse Zee dat ze 'Het beloofde Land voor de Palestijnen' noemen, - er kwam er eentje terecht op een kristelijk ziekenhuis, men geeft elkaar de schuld, - vielen er in 1 keer 500 doden. 

J, je weet wel, de vrouw van Mijn Vriend, kwam opgewonden binnenvallen alsof ze een al te vreedzame kibboets overviel. Ze praatte zo vlug, dat ik er geen touw aan kon vastknopen. Ik kreeg een brief in handen gedrukt met een aantal merkwaardige vragen die ze beter aan mijn vriend konden stellen, maar die laatste is van de regen beland in de drup, van overspannenheid afgereisd naar het dal van een depressie, iets dat ik wel kan waarderen, want zelf deed hij de laatste tijd - als hij al meekomt met J, want dat is vaker niet zo dan wel - nogal nukkig tegen mij zonder rekening te houden met mijn wisselende gemoedstoestanden.

Ik geef ruiterlijk toe dat ik zowel Penny als 'De Wildtuin' alweer een beetje was vergeten. Ach, die lieve Penny... Ik had zo'n fijne briefwisseling met Penny, maar zoals dat gaat, ging het ook: ze vergat mijn laatste briefte te beantwoorden en nu weet ik niet meer wat daar in stond. Dit is de ietwat eigenaardige brief die J bij zich had: 

 

Beste Joseph en Pennyroyal, 

Bedankt voor de inzage in jullie briefwisseling. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt! 

De vragen die ik jullie (of jullie Vrienden) wil stellen zijn:

Wat er in een tuin gaat groeien, begint natuurlijk met de bodem. Wat maakte de bodem van deze ‘tuin’ vruchtbaar voor jullie? Welke rol speelden de organisatoren hierin en welke rol hebben jullie hier zelf in gespeeld?

Een tuin is altijd een verzameling van planten en bloemen waarvan je wist dat die zouden opkomen omdat je die zelf hebt gezaaid, en van ongeplande planten, die we vaak als onkruid bestempelen. Je zou kunnen zeggen dat hier het experiment begint. In hoeverre kreeg dat onkruid de ruimte? Hebben jullie die ruimte bewust gecreëerd? Of opgeëist? Of juist ook wel zo minimaal mogelijk gehouden? 

Wat kwam er wat betreft jullie werk tot bloei in de Wildtuin? Welke vruchten heb je geoogst en hoe smaakten deze?

In hoeverre is er tijdens de Wildtuin een zaadje in jullie geplant waar later nog wel eens wat uit zou kunnen groeien? Heb je bijvoorbeeld een nieuw idee gekregen of is er een samenwerking/ vriendschap ontstaan die zich zal voortzetten? 

Wat wil je zelf verder nog kwijt over de Wildtuin? 

Als jullie Vrienden mij deze vragen beantwoorden, doen ze dat aan mij. 

Als jullie, Pennyroyal en Joseph dat zelf gaan doen, beginnen we met zijn drieën een nieuwe, korte briefwisseling, met mijn alter-ego die zich dan aan jullie zal voorstellen. 

Donderdag 26 oktober stopt onze briefwisseling om vrijdag de 27e mijn concept tekst naar Ruud en co te kunnen sturen. 

Ik kijk uit naar jullie antwoorden! 

Hartelijke groet,

Heidi 

 

 

Edith, weet jij wat ze in die brief bedoelen met alter ego? Het staat een beetje aan het einde, net onder: 'Wat wil je zelf verder nog kwijt over de Wildtuin?' Ik denk dat er bedoeld wordt dat Mijn Vriend een groot ego heeft, of in ieder geval naarstig probeert er eentje op te houden, als een al te grote broek zonder deugdelijke riem. Denk je niet? Iets anders kan ik niet bedenken. 

 

Het beeld van de tuin uit die brief bevalt me. Je weet toch Edith, dat ik dol ben op onze tuin? Dat ik, als ik van de dokter tenminste naar buiten mag, de tuinman graag een handje help? Ik heb je dat al eens verteld? 

De gestichtstuin is op zijn (of haar of hem) mooist in de herfst. Dan persen de bomen hun aderen leeg totdat er helemaal niets meer te bevallen valt. Het blad kleurt ossenbloedrood. Elke tuin wil zo mooi mogelijk doodbloeden. Geen mens die deze zelfmoordenaar (zelfmoordenares of zelfmoordenaar-hem) redt. Wel ken ik een kind dat Tuin heet.


Mijn eigen aftakeling wilde ik een klein beetje voor zijn, er net op tijd uitstappen. Precies zoals de tuin dat zo goed kan: nog 1 keer mooi bloeien en dan vliegensvlug alle sappen terugtrekken en al het blad in 1 keer loslaten. Maar dat mocht niet zo zijn. Mijn donkerrode bloedlichaam werd professioneel opgeraapt. Twee hulpverleners vonden mijn esdoornblad net op tijd. Ik mocht niet kiezen wanneer het mijn herfst was, de tuin mag dat wel wanneer die meent dat de herfst in aantocht is. Het zal wel zijn omdat men denkt dat de tuin uit de dood kan opstaan en een mens niet.


Bij bodem denk ik altijd aan bloed. Veel bloed. Heel veel akkers. Of nog meer beton, zoals in  'Het beloofde Land voor de Palestijnen'. Maar een tuin is het niet. En zeker geen paradijs. Ik denk bij bodem aan bloed. Vanwege de herfst, vanwege het vallen van bladeren, van mensen, liefst onschuldig. Een bodem die niet gevoed wordt met het bloed van onschuldigen is geen geboortegrond. Dat is een wanhopige Heilige Maagd die in haar groene oase vergeefs wacht op haar grijze eenhoorn. Jullie Duisters, Edith, zeker jullie filosofen, geloven heilig in de samenhang tussen bloeden en tuinieren. Was Heidegger niet jouw leermeester?

 

'De Organisatoren' lees ik in de brief. Dat klinkt onheilspellend. Zoals 'Het Kasteel' eng klinkt, of 'Het Slot'. Ik hoop niet dat er ambtenaren zijn bij wie ik moet aankloppen. Ik vrees dat ik niet meer weet welke deur het was. Bij wie ik moest zijn, wat ik precies moet zeggen, welk antwoord het goede was. Ik denk wel dat ik alles moet terugbetalen, omdat ik de vraag verkeerd begreep. En dus geen zinnig antwoord gaf. Ik wil 'De Organisatoren' om vergeving vragen. Ik beloofde van alles, maar kwam het niet na.


Het onkruid in de tuin is deze zomer veel weelderiger gaan groeien dan het kruid. De tuinman was een poosje ziek en ik weet nooit goed wat ik eruit moet trekken en wat moest blijven staan. Penny weet dat wel. - Ik denk wel dat Penny helemaal achter in de Wildtuin ongezien een klein onzaadje in mij heeft gepland. - Na de enorme hittegolf stonden langs de paden ineens allemaal munt. Nu is de munt op, maar ik heb er de hele nazomer heilzame thee van kunnen trekken.

 

Iemand hier in huis zei tegen me: 'Joseph, het drijft vruchten af. Munt.' Ik zei dat ik een man was of een hem, maar zeker geen vrouw. 'Dat geeft niet, dat maakt niet echt uit. Het kan ook verboden vruchten afdrijven. Niet alleen ongewenste.' Ik denk wel dat het hielp tegen mijn angst om ooit weer over straat te moeten gaan en onbekenden tegen te komen.


Vertel me in je brief eens over de kloostertuin in Echt, of was die niet in Echt? Of vertel iets over de kruidentuin in Auschwitz. Hebben jij en je kleine zusje daar ongezien onzaadjes in de bodem gestopt? En wat kwam eruit? Of heb je de zomer niet gezien?


Ik hoor het graag,

Jouw Joseph





 

Brieven aan Edith Stein #59 'Je mag het geen leedvermaak noemen want het is mededogen'

 

 

 

BRIEF 59  
aan Edith Stein 
'Je mag het geen leedvermaak noemen want het is mededogen' 
Joseph M. Heij 
Wolfheze bij Arnhem
 

Zeer Maagdelijke Zuster van het Allerheiligste,

Lieve Edith,

Vannacht heeft het zo hard geonweerd dat ik er ondanks de donkerrode slaappillen die ik bijna elke avond slik wakker van werd. Ik heb lang naar geluisterd naar de rollende donder, met de ogen stijf dicht omdat ik het weerlicht niet goed kon verdragen aan mijn vermoeide ogen. In de aangrenzende kamers hoorde ik het gestommel van de armen van geest die de slaap kennelijk ook niet meer wisten te vatten. Mijn directe buurman hoorde ik na elke harde donderklap naar de wc sloffen, om op de pot te gaan zitten, misschien omdat hem dat de veiligste plek in huis leek, maar het kan net zo goed zijn dat zijn darmen de peristaltische krampen niet meer aan konden. De slappe lach die dit hoorspel veroorzaakte ook bij mij buikkramp, maar van een geheel andere soort. Mijn tranen smoorde ik in het dikke kussen waarin ik normaal gesproken mijn oren verstop zodat ik weinig tot niks hoor. Alleen de donder dringt soms zo diep in het dons door dat ik midden in de nacht kan ontwaken. 

Ik weet niet Edith, of jij een vaste slaper bent of een dolende. Zeg eens of je bang bent voor onweer of dat je eens en voor al genezen bent van die overbodige angst omdat je wel iets anders aan je hoofd had dan wat symfonisch gerommel in de lucht? Ik denk nu even aan de bombardementen. Had je mij al geantwoord op mijn vragen daaromtrent? Ik weet het niet meer. Je brieven bewaar ik niet, die neemt de vrouw van mijn Vriend altijd mee. Bovendien zou ik de meeste brieven die je mij stuurt nooit willen herlezen. Ze gaan me teveel over de oorlog en over jouw favoriete god. De vrouw van mijn Vriend - gaf ik je haar naam al eens? Ik zal haar 'J' noemen - vertelde gisteren, toen ze weer een stapel brieven meenam, vooral brieven van mij aan jou, dat er weer eens oorlog is het het beloofde land dat ook jou werd beloofd maar dat je nooit te zien kreeg omdat je net iets te vroeg stierf. Jou werd de hemel beloofd, aan de Joden die de Ausrottung overleefden Palestina. Dat daar al mensen woonden was wel een ding, die wilden er ook blijven wonen. 'Omdat dat land ook aan ons is beloofd.' Bovendien emigreerden de meeste Joden in 70 na Christus naar het buitenland.

Nu hebben ze weer ruzie, zegt J, en niet zo'n klein beetje ook. Waarom ze ruzie hebben schijnt vrij ingewikkeld te zijn. 'Waarover hebben ze eigenlijk geen ruzie?' zei ze alsof ze zelf de wanhoop nabij was. Maar ik weet dat J als ze bij mij weggaat altijd koffie gaat drinken in de stad, bij De Bijenkorf, daar sexy lingerie koopt, of dure parfum, of overbodige schoenen. Wedden dat ze die nare oorlog dan allang weer vergeten is of dat die niet meer is dan een kabbelend en rustgevend beekje op de achtergrond? Op bij de actualiteit te blijven: heftig onweer dat langzaam wegtrekt en metamorfoseert in het knusse spinnen van een moddervette poes? Niks is heerlijker dan je wentelen in de angsten van anderen als je zelf amper tot niet te vrezen hebt. Je mag het geen leedvermaak noemen want het is mededogen.  

Hartelijks van Joseph