Ha Peter,
Van Inge Polet kreeg ik op 24 februari een appje dat je was overleden. Ik schrok enorm, had niet in het hoofd dat jij zou kunnen overlijden en vertelde het Gerda meteen. Zij schrok misschien nog wel meer dan ik.
Ik herinner me, je mag me uiteraard corrigeren, dat wij elkaar leerden kennen aan de vooravond van een expositie in het Gemeentehuis Oosterbeek. Let wel dat ik louter vertel wat ik mij meen te herinneren; graag hoor ik nog eens jouw versie. We kregen meteen ruzie.
Omdat ik eerder was dan jij had ik voor mijn werk een plek bedacht. Toen jij je werk kwam brengen positioneerde je het op de plek die ik in gedachten had. Ook ik was de eerste niet die het werk kwam brengen; veel plekken waren al bezet. - Ik denk dat Marjolijn er toen bij was zoals Gerda erbij was. -
Uiteindelijk liep het geloof ik wel los, maar de eerste kennismaking verliep nogal ruzieachtig. Ik denk dat je met jou gauw ruzie kunt krijgen, maar met mij is het niet anders. Je hebt het hart op de tong, zegt vrij snel wat je denkt en dat doe ik ook. Wie toen gelijk had maakt niet uit. Ik herinner me dat ook niet.
Niet bepaald een goed begin, waar jij me later nog eens aan herinnerde toen ik het allang weer kwijt was. Niet dat jij rancuneuzer bent dan ik, dat is eerder andersom.
Mijn idee voor een boek, verschenen onder de titel 'De werken van Herkules' heb jij bij PlaatsMaken in de Emmastraat enorm vakkundig gezeefdrukt. Misschien opperde je toen wel dat we ooit ruzie hadden gemaakt. Kan maar zo. Ik weet het niet meer. Henk Hans Hilferink was de baas maar jullie werken innig en goed samen.
Dat dat boek zo goed werd is voor een groot deel aan jou te danken. Je was toen al een meestersdrukker. Het lastigst waren de kleine lettertjes maar je deed dat geweldig goed. Ik ben je daar nog altijd dankbaar voor. Henk Hans trouwens ook.
Je begrijpt dat ik niet alles meer weet, mij niet alles zo maar ineens kan herinneren. Maar een goede tijd later werden wij allebei gevraagd voor het voor ons best wel genereuze project 'G. schreibt fremde Briefe'. Het project werd geïnitieerd door Cees Andriessen en Leen van Weelden. - Zeg ik dat wel goed? We kijken het later na. - God bewaren hun beider ziel zoals die de jouw wil bewaren.
Het ging bij dat project om een door Nederland, Duitsland, Denemarken en Noorwegen reizende tentoonstelling met grafisch werk van jou, mij, Cees Andriessen en Ad Gerritsen. Ik vergeet altijd weer hoe je Ads achternaam schrijft, maart het is met een n aan het eind, net zoals bij Cees. Het is Andriessen. Waarom ik dit betrekkelijk eenvoudige ezelsbruggetje niet onthouden kan weet ik niet.
Wat ik wel weel is dat jullie, jij en Marjolein, met een noodgang door heel Jutland scheurden. Wie aan het stuur zat weet ik niet, wel dat jullie veel te hard reden. Gerda en ik reden een stuk langzamer. Wij kregen geen bekeuring in de brievenbus, of jullie die wel kregen weet ik niet.
Je maakte in die tijd mooi werk. Eentje met een Duitse soldaat uit WO2, eentje met boompjes, misschien wel ceders van de Libanon. Ik vond mijn werk in de tijd beter dan dat van jou, maar het is eerder andersom. Maar wellicht moeten we het niet willen vergelijken en is het gewoon anders.
Uiteraard is er meer, maar een enorm goedaardig - vergeef me dit woord - hoogtepunt wil ik niet overslaan. We werden allebei gevraagd om zitting te nemen in een prijs die elk jaar werd uitgereikt aan een Gelders kunstenaar die uitblonk in grafische technieken. Als ik het mij goed herinner zaten Ad Gerritsen, Cees Andriessen en jij en ik in de jury. Kan zijn dat ik iemand vergeet, maar dat is niet de bedoeling, niet met opzet.
Alle juryleden mochten 3 tot 5 kunstenaars voordragen die uit Gelderland kwamen en steengoede grafiek maakten. Wij allebei hadden Kees Goudzwaard bovenaan staan. Onnodig om uit te leggen waarom, zou je toen ook al hebben kunnen zeggen. Maar dat was niet bepaald de bedoeling. Gezien vanuit de initiatiefnemers van de prijs.
Wij beiden opperen Kees, naast andere kandidaten. Wie door de andere juryleden werden voorgedragen weet ik niet meer. Wel dat onze eigen Klaas Gubbels bij deze of gene op de lijst stond en die daar ook absoluut hoorde te staan. Maar onze, jouw indruk en die van mij was toch wel dat Klaas de prijs dit jaar moest winnen. Naar ons idee werd deze onmiskenbare grootmacht er een beetje al teveel en al te gemakkelijk doorgedrukt. En dat schoot ons in het verkeerde keelgat.
We gingen allebei zieken zoals dat heet. We kunnen dat allebei heel goed, maar ik denk wel dat jij het toen van mij gewonnen heb. En nu komen we bij dat wat jou denk ik enorm kenmerkt. Je geeft je nooit over aan de consensus, denkt niet aan je status die schade kan oplopen door een afwijkend standpunt, maar zegt gewon wat je denkt. Ik herken me daarin volledig, maar meen me te herinneren dat jij toen obstinater durfde te zijn dat ik.
Toen duidelijk werd dat het bestuur van deze geweldige stichting die de Gelderse grafiek wenste te promoten een verborgen agenda had die eigenlijk niet echt verborgen werd, iets dat het bestuur van deze stichting siert, kwam jij op het briljante idee om dit te zeggen. Ik ben het nooit vergeten.
'Maar beste ... [naam van de voorzitter van het bestuur van deze zeer sympathiek stichting]: 'Waarom vraag je ons om zitting te nemen in de jury van deze prijs als je allang weet wie die moet winnen? Dan had je ons toch ook even kunne bellen? Of we akkoord waren? Dan hadden we niet bij elkaar hoeven komen en al die namen hoeven ophoesten.'
Ik had het zelf gezegd willen hebben, maar zit wellicht liever na de oorlog in het verzet dan tijdens, als je begrijpt wat ik bedoel. En toch beaamde ik het onmiddellijk en hadden we er naderhand veel schik over. Zo gaan die dingen.
Ik houd veel van Ad Gerritsen, van Cees Andriessen en van onze geliefde voorzitter van deze stichting, een stichting die het allerbeste wilde maar ook menselijk was. En dat is oké.
Je hebt nog veel meer voor me gedaan. Een deel heb ik niet paraat, een deel ben ik wellicht ook vergeten. Excuses. Wat ik wel weet is dat jij en Marjolijn het werk van Gerda Ten Thije, per ongeluk mijn vrouw, waardeerden en aankochten voor Collectie De Groen. En dat haar schilderij in de catalogus kwam. We zijn jou en Marjolein zeer dankbaar.
Peter, je bent een heel mooie ziel. Het ga je goed. Ik denk dat je geliefden je weer zullen zien.
Tot weerziens,
Rinke