Lieve Edith,
Door omstandigheden kwam het even niet van schrijven. Hier in huis gebeuren de raarste dingen. De een wordt hier enorm opgewonden over, de ander over iets totaal anders. Soms gaat het over politiek, maar meestal niet. Verderop in de gang hangt een Palestijnse vlag waaronder in druipend slecht leesbaar zwart geschreven staat: Free Free Falestine. Of het ook expres verkeerd geschreven werd weet ik niet, maar mooi vind ik het wel. Het lijkt een beetje op KKK en ook legt het meteen de link naar de Filistijnen wier DNA geen enkele overeenkomst vertoont met dat van de Palestijnen - wel dat het mensen zijn natuurlijk, dat wel. -
Tegenwoordig kunnen wetenschappers aan je genetische antecedentenonderzoek nauwkeurig aflezen waar een mens allemaal vandaan komt. De dochter van mijn vriend heeft zo'n DNA onderzoek laten doen. Het blijkt dat zij voor 60 procent uit Scandinavië komt - opvallend is dat ze altijd al een hang had naar herfst, winter, sneeuw, husky's, zeg Zweden, - voor een deel Tsjechisch en nog een paar componenten.
Wat je dan nog niet weet is of je recht hebt op een bepaald stuk land als je kunt aantonen dat je daar en daar vandaan komt. Zelf ben je misschien verwijderd van een stuk land en wil je dat terug hebben, maar hoe toon je aan dat dat precies dat huis is in dat dorp in die en die straat en in deze of in gene provincie. Van de huidige Joden - voor zover die voorradig zijn - is bekend dat hun DNA overeenkomt met dat van de oude joden - zeg die van tweeënhalf duizend jaar geleden - uit Judea en Samaria. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze per se recht hebben op dat of dat huis in die en die straat in het oude Jeruzalem.
Wat je wel kunt doen, als je zo nodig je voorouderlijke wortels wil opgraven, is een mooi huisje bouwen, op een rechtmatig stukje verworven grond, bijvoorbeeld een olijfgaard. Zelf zou ik, vanwege het klimaat en de schaduw, de oude olijfbomen laten staan, maar dat doet een aannemer meestal niet. Ze graven de stamboom met wortel en tak uit en maken er op z'n best een mooie tafel van met een paar stoelen of krukken. Een soort stamtafel met stam-krukken, als weemoedige herinnering aan de tijd dat de first nation tree of indigenous tree nog leefde.
In Jeruzalem een huis bouwen in de oude binnenstad is geen goed plan. Om de haverklap moet het werk worden stilgelegd omdat er onder de boom iets gevonden werd dat nader bestudering verdient door archeologen uit de stad zelf of die uit Tel Aviv. Het stelt bijna nooit iets voor, een paar oude munten, een stuk of wat scherven, zou je denken, maar onder de Romeinse munten en scherven liggen andere, oudere, die net als dat DNA aantonen dat hier al joden woonden voordat er ooit een moslim kwam. De Israëlische musea liggen vol met al die saaie munten met matig vormgegeven olijftak of menora en aan de andere kant amper leesbare stokoude Hebreeuwse inscripties. Over de gebakken klei moeten we het maar liever niet hebben; dat je aan de klei en de vorm en de versieringen kunt zien wie het maakte, wil ik best geloven, maar ikzelf kan er geen brood van bakken.
Hoe het ook zij, de nieuwe joden zouden van mij best bovenop de oude joden mogen wonen en naast de mensen die er de afgelopen tijd al woonden, vaak arabieren, soms ook joden, maar dat is een vrij groot probleem geworden. Eigenlijk, Edith, ben ik blij voor je dat je dat niet meer hebt mee hoeven maken, het is niet zo fraai, het is eerder lelijk, heel lelijk en gevaarlijk, zeer gevaarlijk. Als ik Joods was, Edith, zou ik er liever niet wonen, in het Beloofde Land, maar waar dan wel weet ik ook niet. Overal immers kom je oude munten tegen en kleitabletten waarop iets geschreven staat in een taal die je niet kent en over een volk dat je nooit leert kennen en zelden je beste vriend wordt. Denk je niet met mij Edith, dat wij, stamcellen van homo sapiens sapiens, veel meer tijd zouden moeten steken in de oorsprong van het mededogen dan die van de first nation?
Ik zou willen scanderen: Free Free Fomo Sapiens! Maar hier in huis luistert niemand naar mij en geluiden van buiten dringen hier amper door en dus weet ik ook niet of er buiten de hortus conclusus iemand naar me luistert. Maar wat geeft het? Jouw nalatenschap, Edith, wordt vandaag de dag ook maar matig bestudeerd, vergat ik te zeggen.
Liefs Jouw Joseph
NB Morgen ga ik weer een brief aan Dolf sturen. Volgens mij was ik aanbeland bij zijn sterke aandrang zich voor de tweede keer aan te melden aan de Weense kunstacademie en dat hij er vrij zeker van is dat hij dit keer ook wordt aangenomen.