New Investigations into THE BLACK DAHLIA MURDER, No 3
2010
mixed media on paper
16,2 x 24,8 cm
Een incontinent oeuvre
Je zou met gemak een denkbeeldige lijn kunnen trekken: dit was ik tot aan de dag van vandaag en vanaf nu ben ik niet meer mezelf maar iemand of iets anders. Een betere gedachte om nieuwe werk te maken kan ik eigenlijk niet bedenken.
Je zou, zoals René Daniëls eens opperde, op dezelfde voet verder kunnen gaan en je werk in zoverre kunnen vernieuwen dat er een heuse ontwikkeling lijkt te hebben plaatsgevonden, terwijl het werk van vandaag toch als twee druppels water op dat van de vorige dag lijkt. Je ontwikkelt dan, aldus Daniëls, een heus oeuvre en wordt een echte oeuvre-kunstenaar. De markt kan jouw postzegel vervolgens sparen of niet. Je bent een aandeel dat telt of je aandeel telt niet. De ster is reizende of je ster is dalende. Degenen die niet anders kunnen dan hun oeuvre onttrekken aan de zichtbaarheid -en dus aan openbaarheid en marktwerking- zitten in een lastig parket.
Outsider art is hot. Maar ook verreweg de meeste de outsiders scheppen een consistent, coherent oeuvre. Ook voor hen is het meestal onbegonnen werk om dagelijks de bakens te verzetten en steeds weer iets totaal anders te maken, alsof er geen ik bestond en men zich het eiland van de vorige dag niet herinnert.
Kunstenaars, outsider of niet, die een oeuvre iets scheppen dat weinig of niet consistent lijkt, worden buitengesloten. Maar dat buitensluiten zegt veel meer over de geest van de voyeur dan over de geest van de incontinente outsider. De belangrijkste vraag is deze: waarom bevredigt een consistent oeuvre ons nog altijd eindeloos veel meer dan een incontinent oeuvre? En zulks in een wetenschappelijke tijd die leert dat de ziel niet bestaat en alle samenhang -in denken of handelen en dus ook in stijl- denkbeeldig is en dus metafysisch en dus -volmaakt- verdacht?
Beste B.,
Goed dat je de tekst Een incontinent oeuvre even las. Het
woord incontinent gebruikte ik -uiteraard- als een variant op
inconsistent, maar de tekst herlezend heb ik wel wat akelige foutjes
verbeterd. Goed schrijven blijft een lastig ding. Ik zal deze tekst op het blog
aanstonds eens aanvullen zodat het beeld van de incontinentie wat
duidelijker wordt. Het gaat me er wel degelijk om dat de meeste kunstenaars
alleen op exact de juiste tijd weten te poepen en altijd exact de hoeveelheid
die de pot -lees markt- kan verdragen. Een beetje artistieke
incontinentie en uiteraard ook schijnbare inconsistentie kunnen
geen kwaad, zeker niet als je in aanmerking neemt dat het moderne denken
consistentie soms verbindt aan anuskramp en gebrek aan openheid.
Groet R.