Lieve Edith,
Je weet best dat ik een misselijkmakende afkeer heb van politiek. Waarom wil je dan zo drammerig graag dat ik me bezig houd met de actualiteit?
Het is vervelend genoeg dat ik mijn best moet doen om jou vrij te krijgen - en Rosa, die eeuwige Rosa aan jouw zijde. - Gun me liever een beetje rust, wil je? Ik zit hier niet voor niets, Edith. Ik zocht de rust en die vond ik in dit huis op dezelfde manier als jij jouw rust vond in jouw god.
Zoals het niet bepaald helder is waar dit huis, het huis waar ik nooit meer uit weg kom, precies voor staat, is het mij ook volledig onduidelijk wat jouw god, de god die in jou woont, jou te bieden heeft. Maar beiden zoeken we troost in dat wat ons, dankzij onze eigen geest en met veel hulp van anderen, ons is overkomen. Jij in Birkenau, ik in Wolfheze.
Je moedigt me aan de wereld niet te mijden maar op te zoeken. Ik begrijp jou niet. Aan de ene kant moedig je jezelf, Rosa, mij en talloze anderen de bewoonde wereld te verlaten ten faveure van de woestijn, waar niets is, niets leeft, niet groeit, bloeit en dus ook nooit sterft - het is werkelijk een heerlijke plek - maar anderzijds wil je dat ik, nog niet eens geacclimatiseerd, niet ook maar een beetje vertrouwd geraakt met dit mens vijandige milieu, meteen weer terugkeer om mijn hete schreden en de bewoonde wereld intrek omdat immers daar de medemens woont die zalig is omdat ie arm van geest is of gewoonweg arm van stof.
- Je zult het weten Edith Stein, je zult het weten. -
Uit jouw aanmaningen om enerzijds de wereld te mijden en anderzijds te actualiteit op de voet te volgen, neem ik gevoeglijk aan dat je zelf de gestage en meest recente vorderingen van het menselijk geslacht volgt? Het zal je sieren dat je dat er in Birkenau nog bij kunt hebben.
Mijn Palestijnse buurman zat gisteravond CNN te kijken. Ik vroeg hem of ik binnen mocht komen. Hij zei: Als je de genocide van de Joden op de Palestijnen erkent. Ik zei dat ik zoiets niet van plan was, maar dat ik wel chips had en twee blikjes koele cola.
Eenmaal voor de tv zag ik beelden van een kind in een metro. Een uiterst fragiel schepsel, maar wel met heel mooie kleertjes aan, een dure mobiele telefoon in de handen n oortjes in haar oren. Ik zeg meisje, maar het ontging me volledig dat het een meisje was en ook dat ze wit was, ik bedoel een witte huidskleur had. Ik zag een onnozel kind.
Mijn Palestijnse buurman, die alle beelden op tv ook kan terugspoelen zodat je ze nog eens kunt zien, zei: 'Moet je kijken wat er zo gaat gebeuren.' Ik wist het niet. Ik kon geen prijs winnen. Hij: 'Let op de meneer die achter haar zit.' 'Okeeej, doe ik,' antwoordde ik, maar eigenlijk vond ik het saai. Je snapt dat ik dacht dat het over Gaza ging, maar dat was niet zo.
Edith, wat er toen gebeurde zag ik niet aankomen. Ik heb zuster Jeanne, die na een bevalling vandaag gelukkig en voor het eerst weer aanwezig is, gevraagd om twee extra slaappillen. Ze zei: 'Maar Joseph, het ging toch heel goed met jou de laatste tijd?' Ik zei dat dat waar was, maar dat ik net iets teveel cafeïne had binnen gekregen. Beetje stom, maar ja. Ik kreeg een extra pil. Eentje.
De meneer met een rode hoody aan en met de capuchon op als was ie roodkapje zat al op zijn metrostoeltje toen het kind instapte en precies voor hem ging zitten. Ik zei nog tegen mijn buurman: 'Waarom is dit op tv' toen de rode meneer wat zat te foemelen in en op zijn rode hoody, ineens opstond en met zijn rechterarm uithaalde naar de schuldige witte nek van het kind.
Jezus, Edith, ik had het liever niet gezien. Voor ik het wist vond buurman op het web het hele filmpje en kreeg ik mee dat roodkapje de wolf in pakweg twee seconden drie keer in de nek stak, de wolf roodkapje aankeek, volledig onschuldig, onwetend en werkelijk doodsbang aankeek, ineenkromp, op de vloer gleed en leeg bloedde.
Ik neem aan dat jullie in Birkenau ook wel eens iets zien dat het daglicht niet kan verdragen maar dit? Jezus Christus, Edith. What the Fuck. Het kind zei niks tegen de meneer, ging keurig zitten, keen niet op of om, zat op de telefoon zoals alle kinderen en kreeg een mes in de nek. De meneer, roodkapje, liep weg, hij lekte haar bloed op de metrovloer, niemand deed iets, iedereen keek rond alsof het onder de grond heel mooi weer was, de zon scheen, het weekend was of vakantie en roodkapje mompelde twee keer: 'I got the white girl.'
Ik weet niet Edith, maar er gebeuren vandaag de dag dingen die jullie nooit hebben hoeven meemaken. Voor dat meisje maakte ik een nieuw werk; ik hoop dat Mijn Vriend het in de collectie opneemt.
Wat ik zag Edith, was ziek, heel erg ziek.
Liefs Jouw Joseph