woensdag 22 oktober 2025

Brieven aan Edith Stein #149 'Lekker naar Linz, Oostenrijk #1'


The Blow Softly Series No 5
Jane, Blow Softly
Jane Goodall (1934-2025) 

C-print on aluminium
40 x 20 cm 
 
 
 
 
BRIEF 149
aan Edith Stein
'Lekker naar Linz, Oostenrijk #1'
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Mijn Vriend heeft een tentoonstelling in Oostenrijk en ik mag mee. Wat vind je daarvan? Ik weet niet of jullie wel eens buiten de afrastering komen? Vertel eens hoe dat bevalt. Want ik heb behoefte aan steun. Als je al zo lang opgesloten zit, kun je bijna niet meer bedenken hoe het is om naar buiten te mogen. Met buiten bedoel ik niet onze tuin waar geen bewoner uit kan, maar de wereld waarin wij woonden maar die sinds mensenheugenis nog alleen in onze fantasie bestaat. Zeg me hoe het voelt om buiten te zijn. Hoe moeilijk is dat? Kijken de mensen op straat naar je? Voel je aan je troebele water dat je daar niet hoort te lopen? Zijn de mensen aanspreekbaar; lopen ze met een grote boog om je heen? 

Jij, Edith, en je kleine zusje Rosa, zullen wel onmiddellijk opvallen. Mager, kaalgeschoren - in ieder geval niet in model geknipt - gestreepte pyjama, blote voeten, ongewassen. Maar bovenal Joods. Wanneer ik buiten kom weet ik niet goed waarom ik zou opvallen. Mager was ik al als teerling, om kleding gaf ik nooit meer dan ik om meisjes gaf. Ik draag sandalen, zomer en winter; geleend van een Franciscaan die hier een poosje zat. Douchen doe ik liever niet, maar soms dwingt men ons. Op geen enkele Jood lijk ik. Geen zorgen daarover Edith. Waar ik me zorgen over maak is mijn huidskleur. Die is wit. Zijn er buiten nog meer witte mensen dan alleen zuster Jeanne? 

Ik mag me aansluiten bij het kleine gezelschap dat over een paar dagen naar de stad Linz in Oostenrijk afreist. Zuster Jeanne gaat mee. Dat was een voorwaarde. Ze zeggen dat het momenteel zo goed met me gaat dat ze de gok wel durven wagen. Wel draag ik een soort enkelband om mijn pols. Noem het een polsband. We gaan met de auto. De vrouw van Mijn Vriend rijdt; hij kan dat niet. Heeft wel een rijbewijs maar rijdt nooit. Kwekt liever en geeft aanwijzingen. Zuster Jeanne en ik zitten achterin. Ergens in Zuid-Duitsland houden we halt. De hele afstand in een keer is teveel gevraagd. 

Ik hoop dat we overnachten in München, de stad van Dolf. Zou leuk zijn. Daarna naar Wenen, ergens in de buurt dan, want de stad is veel te duur. En voor de opening reizen we een paar dagen later naar Linz. We zijn een dikke week in der Anschluss. Voor mij zal men niet zo massaal staan te juichen als voor Dolf, maar dat is niet erg. Die jongen genoot enorm van al die aandacht, maar ik kan mijn aandacht niet bij het publiek houden, dwaal af en vergeet het aantal volgers nog voor ik kan zien hoeveel het er zijn. Volgens Trui, de vrouw van mijn Vriend, zijn het er echt heel weinig. Jammer voor hem, mijn Vriend, geruststellend voor mij. 

Als voorwaarde had ik dat we zoveel mogelijk plekken bezoeken waar de Schickelgrubers gewoond hebben. Het toeval - of de Voorzienigheid - heeft in ieder geval gewild dat Dolf de middelbare school doorliep in Linz. We gaan de 'Linz's Realschule' bezoeken, de kerk bezichtigen waar hij kwam, en hopelijk lukt het om de hele route af te leggen die Dolf liep van huis naar school, van Leonding waar hij op de basisschool zat naar Linz en weer terug. Zuster Jeanne vond een website met allemaal leuke routes die je kunt lopen: Hitler's Linz Walking Tour (Self Guided), Linz. Ik wil ook echt heen en weer lopen, op de juiste wijze. Om zoveel mogelijk de sfeer te proeven van de lokale cultuur. Wel hoop ik dat er vooral in Leonding nog witte mensen wonen.

Edith, tot gauw. Zaterdag gaan we rijden.

Liefs Jouw Joseph

 

NB Ik weet niet of het er nog van komt om Dolf een brief te sturen; ik denk dat het teveel wordt.