zondag 30 oktober 2011

The Mercy Seat / Gnadenstuhl # 9 & 10

 

White Lily, 2011
The Mercy Seat # 9
gemengde techniek op papier
33,5 x 49,5 cm





The Blue, 2011
The Mercy Seat # 10
gemengde techniek op papier
33,5 x 49,5 cm

vrijdag 28 oktober 2011

Wegens persoonlijke omstandigheden # 2



 
The Mercy Seat (zaaloverzicht)
Wegens persoonlijke omstandigheden
Showroom Arnhem 
29 oktober t/m 27 november 2011

WEGENS PERSOONLIJKE OMSTANDIGHEDEN, Showroom Arnhem 
29 oktober t/m 27 november 2011 
Deelnemende kunstenaarsMattijs Bredewold, Ronald de Ceuster, Sylvia Evers (D), Koen Hauser, Niels Helmink, Sonja Hillen, Annegret Kellner (D), Mark Kramer, Edith Meijering, Ulrike Möschel (D), Rinke Nijburg, Paul de Reus en Hans Walraven
Concept: Sonja Hillen


www.gbk.nl

maandag 24 oktober 2011

The Mercy Seat # 8


Mickey Mickey, 2011
The Mercy Seat # 8
gemengde techniek op papier
33,5 x 49,5 cm



zaterdag 22 oktober 2011

Eye Chambers / Oogkamers # 14



Black Girl, 2011 
Eye Chambers No 014
houtskool en pastel op papier
Ø 15 cm




AANWINSTEN, Museum voor religieuze kunst, Uden

Dankzij de genereuze steun van particulieren en instellingen, kloosters en parochies, de Stichting Vrienden van het MRK en subsidiënten mag het museum ieder jaar weer een aantal waardevolle aanwinsten aan haar collectie toevoegen. De oogst van 2010-2011 bestaat onder andere uit een schenking van de kunstenaars Marc Mulders en Reinoud van Vught en een drieluik van Frans Kops uit 1913. Dankzij een subsidie van de Provincie Noord-Brabant kon de collectie moderne religieuze kunst worden aangevuld met werken van Roy Villevoye, Erzsébet Baerveldt, Rinke Nijburg en Bas Meerman.

Deelnemende kunstenaars: Erzsébet Baerveldt, Bas Meerman, Marc Mulders & Reinoud van Vught,  Rinke Nijburg, Roy Villevoye en Henk Visch.

22 oktober t/m 27 november 2011
Museum voor Religieuze Kunst - Vorstenburg 1 - 5401 AZ Uden
http://www.museumvoorreligieuzekunst.nl/tentoonstellingen/tentoonstellingen.html

vrijdag 21 oktober 2011

Strange God's


Ganesh’s Broken Tusk, 2005
houtskool en pastel op papier
153 x 150,5 cm



Ganesh's gebroken slagtand

Volgens de Heilige Schrift -ik bedoel de Bijbel- wil de enige god geen andere goden zien. In een inmiddels beetje ouderwets taalgebruik heet het: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben... Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen, want Ik, de Here, uw God, ben een na-ijverig God..." (Exodus 20:3-5) 

Kennelijk zijn er wel andere goden en is de enige god niet de enige god, maar omdat ie gauw last heeft van jaloezie wil hij zijn concurrenten liever niet in de ogen zien. Zoals wij met groot gemak naar andere vrouwen kijken dan alleen onze eigen, verlangen we ook naar andere goden. En dat maakt de god na-ijverig. Je kunt maar beter van één vrouw of man houden en maar van één enkele god.

De rooms-katholieke kerk heeft maar een god. Weliswaar is deze deelbaar in drie gelijke delen, zoiets als een gelijkzijdige cirkel, maar na een beetje rekenwerk lukt het om één enkele punt waar te nemen en niet drie. Op gepaste afstand volgen heel veel kleinere puntjes, heiligen, met als dikste punt de altijd nabije en immer zichtbare Maria de moeder van God, die als een soort Poolster het meest nabij de gelijkzijdige punt aan de hemel staat. 

De hindoeïstisch godsdienst kent vele goden. Een paar van die goden zijn wel belangrijker dan anderen, maar toch, het gaat om een heleboel goden. Een van de meest populaire is Ganesh of Ganesha, de god met het olifantenhoofd. Hij is de god van kennis en wijsheid, neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers. En aan kinderen deelt hij snoepjes uit die hij in een van zijn handen op een schaaltje draagt.

De Indiase olifant wordt in het verre oosten sinds mensenheugenis vereert als een heilig dier. Maar omdat het leefgebied van deze olifant door het almaar groeiend aantal aantal mensenkinderen steeds kleiner wordt, lopen heilige olifant en mens elkaar steeds vaker voor de voeten. Met als voorlopig en treurig dieptepunt het oog om oog tand om tand, waarbij nu eens een mens door een dolgedraaide olifant wordt gedood en dan weer een olifant door evenzo woedende dorpsbewoners wordt vergiftigd of doodgeschoten.

Hoelang nog en deze heilige diersoort delft definitief het onderspit en is alleen nog maar te vinden in de dierentuin? En hoe zal Lord Ganesh ooit dit verdriet te boven komen? En in wiens schoot zullen wij de dode zoon van onze eigen dode god leggen? Hoe vreemd is eigenlijk een vreemde god? 



 

Ganesh Loves, 2005
balpen en drogenaald op papier
30,3 x 46,5 cm



Judith Konz, Onderzoek naar de combinatie van religieuze symbolen in Strange gods van Rinke Nijburg in IF YOU WANT, W'LL TRAVEL TO THE MOON TOGETHER,  Twaalf verkenningen van kunst en globalisering, Amsterdam 2011.

Auteurs en kunstenaars: Judith Konz over Rinke Nijburg, Ruud Waterhout over Marc Lombardi, Lotte Batelaan over Yael Bartana, Else Siemerink over NSK-State en Transnational Republic, Sasha van Aalst over Dan Perjovschi, Jacqueline Arends over Banksy, Jesse Ahlers over Ai Weiwei, Saul Roosendaal over Dinh Q. Lê, Irene Huberts over Aernout Mik, Edtih Rijnja over Sharmila Samant, Cindy Pols over Renzo Martens en Roel van der Vlies over The Action Mill. Voorwoord: Marga van Mechelen.

De publicatie is een initiatief van studenten Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het is een bundeling van essays geschreven voor twee onderzoekswerkgroepen ‘Kunst en Globalisering’ die onder leiding stonden van Marga van Mechelen, docent Kunstgeschiedenis van de Nieuwste Tijd. De presentatie van het boek vindt plaats op dinsdag 25 oktober 2011 in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. Stedelijk Museum Bureau Amsterdam - Rozenstraat 59 - 1016 NN Amsterdam

vrijdag 14 oktober 2011

5475 # Ph33


5475 # Ph33, 2011 
detail


 

5475 # Ph33, 2011 
detail



Fase 33 & 30.430 druppels bloed

Waarom ik bij het tekenen aan 5475 precies bij fase 33 ben blijven steken weet ik niet, maar symbolisch is het wel. De tekening moest worden ingelijst, ingepakt en vervoerd, om op tijd op de plaats van bestemming te zijn. Het kind op de tekening heb ik zonder wonden gelaten. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen het te beschadigen. Er zijn genoeg beschadigingen aangebracht; 5475 om het exacte aantal te noemen. 

Niet vergeten te zeggen dat ik er inmiddels na tien jaar achter ben gekomen dat niet Thomas van Kempen (ca.1380-1472) de eer toekomt het exacte aantal wonden van Christus te hebben geteld maar de Heilige Brigitta van Zweden (1303-1374).  Zij wilde zo graag weten hoeveel wonden Christus waren toegebracht dat ze God de Vader net zo lang smeekte het haar te zeggen, tot zij in een visioen het verbijsterende antwoord te horen kreeg. Het getal ging heel Europa door. In onze tijd zou het beslist het Guinness World Records Book gehaald hebben, als er tenminste een notaris bij aanwezig was geweest die de tel kon bijhouden. 

Wanneer men een jaar lang elke dag de 15 gebeden van de Heilige Brigitta van Zweden bidt, heeft men met nieuwjaar alle wonden geëerd. 365 dagen keer 15 gebeden is immers 5475 wonden. Nu  maar eens een tekening of schilderij maken met het exacte aantal broeddruppels: 30.430.

woensdag 12 oktober 2011

5475 # Ph16

 

5475 # Ph13, 2011 
detail




30.430 druppels bloed

Voor ons door Monty Python gevormde eenentwintigste-eeuwse geesten is het aantal van 5475 wonden dat Christus zou zijn toegebracht al absurd genoeg. Maar dat je vervolgens ook nog eens het aantal druppels bloed zou kunnen tellen of beter gezegd berekenen, daar had ik in mijn onschuld nog niet aan gedacht. Gelukkig bracht iemand me op die gedachte door te verwijzen naar een passage uit een boek, waarvan delen op internet te vinden zijn: J. van Herwaarden, Een profane pelgrimage naar de Middeleeuwen (Hilversum 2005). Ik had de betreffende tekst wel gelezen maar zag merkwaardig genoeg de druppels over het hoofd. 

Wat we nu nog zouden kunnen tellen is het aantal zweetdruppels, het aantal tranen. Wat we niet kunnen meten is de pijn. We zullen nooit enig idee hebben van de eindeloze reeks pijnscheuten die door een lichaam jagen, nog minder zullen we de zielenpijn begrijpen van een man aan een kruis die zich volledig door de-god-zijn-vader verlaten voelde. Tenzij we dezelfde weg gaan.

Moderne devotie, Door geloof gedreven, Stedelijk Museum Zwolle, 16 oktober 2011 t/m 11 maart 2012. Opening door Antoine Bodar op zondag 16 oktober 2011 om 15.00u.
Deelnemende kunstenaars: Gijs Frieling, Marc Mulders, Rinke Nijburg en Sela.





5475 # Ph19, 2011 
detail




dinsdag 11 oktober 2011

Oogkamers / Eye Chambers # 7

Sometimes it Snows, 2011
Eye Chambers No 007
houtskool en pastel op papier
Ø 15 cm

maandag 10 oktober 2011

Skin Flowers


Skin Flowers, 2008
houtskool, pastel, verfstift en pen op papier
150 x 110 cm




  1. Toen Herodes Jezus zag, was hij zeer verheugd. Want hij had Hem reeds geruime tijd willen zien. Maar toen Jezus niks zei, vond Herodes er niks meer aan […]. En Herodes en Pilatus werden op diezelfde dag met elkaar bevriend, alhoewel ze tot op die dag vijanden van elkaar waren geweest. […]. Herodes zei tegen Jezus dat Hij Zijn kleren uit moest trekken. Dat deed Jezus gek genoeg wel, terwijl Hij toch geen enkele vraag van Herodes zinnig beantwoord had. […].
  1. Herodes had een geselaar […] die in een slag een letter kon geselen. Het werd de Z van Zorro [onze poes heet ook Zorro] want Herodes wist dat als hij de A liet maken, Pilatus het goede antwoord meteen zou raden en dan was het spel te makkelijk. Want de A stond voor Ariel, de kleine zeemeermin; dat wist toentertijd zo ongeveer iedereen. […] Toen de geselaar de letter erop had staan […], kon Jezus Zijn kleren weer aandoen en mocht Hij naar Pilatus. Herodes was reuze benieuwd of Pilatus het goed zou raden en welke tekening hij zou maken. Niet dat Pilatus dat zelf deed. Hij had ook een heel getalenteerde tekenaar, etser, een Romein.

  1. Pilatus werd ontzettend boos toen het hem niet lukte te raden […]. Het stond nu 1-0 voor Herodes. ‘Ik zal je krijgen,’ dacht Pilatus, en hij gaf de geselaar opdracht van de Z een Davidsster te maken. Jezus stond al klaar. Hij vond het spel steeds minder leuk, maar daar trekt een landvoogd zich niks van aan. Niet iedereen kan elk spel winnen; er moeten ook verliezers zijn anders is er niets aan. De Jodenster mislukte een beetje omdat er een klein extra haakje aan de ster bleef zitten: het eerste streepje van de Z. […]. Herodes bakte er niks van. Van nieuwsgierigheid rukte hij de Heiland zelf de kleren van het lijf. […]

  1. Alhoewel Herodes goed in de Joods-christelijke iconografie was ingevoerd en hij best wist wat een Davidsster was, begreep hij niet wat Pilatus bedoelde. Nu stond het dus 1-1. Omdat hij van de ster niks anders wist te maken, nam Herodes een ander plekje […]; er was nog ruimte genoeg. Hij fluisterde de geselaar in het oor dat het een miereneter moest worden. […] Juist in die tijd immers kreeg men belangstelling voor allerhande exotische dieren die men, als ze niet als huisdier te houden waren, in de dierentuin stopten. Maar de geselaar had nog nooit een miereneter gezien en dacht, toen Herodes het dier beschreef, dat hij een olifant bedoelde. Prompt raadde Pilatus dat het dat ook was. Hij meende zelfs te zien dat het om een Indische olifant ging. Maar omdat het fout was stond het nu 2-1. […]
  1. Je snapt dat Pilatus razend was. Gelukkig had hij de rug van de Here Jezus nog […]. Hij was ooit in India geweest en had daar allemaal dingen gezien die ze in Israel niet hadden. Niet alleen onbekende dieren maar bijvoorbeeld ook […] onbekende goden […]. Je raadt het al: het werd een Ganesha. Jezus kromp in elkaar van de pijn toen de geselaar de tekening bijtekende. Maar eigenlijk mocht de Heiland van geluk spreken, want de tekenaar hoefde maar een paar lijnen te veranderen om van een echte Indiase olifant […] een Indiase godheid te maken.

  1. Het enige wat vrij veel werk was, waren de vier of zes armen. […] Jezus en de soldaten renden zo hard als ze konden van het ene paleis naar het andere. Het trainingsjasje dat Jezus aan had was inmiddels doorweekt geraakt […]. Hij moest steeds weer huilen als er een nieuwe tekening aan de bestaande werd toegevoegd. Het werd steeds voller en ingewikkelder. Van tijd tot tijd moest er een emmer water overheen of de brandspuit, omdat je anders door de bomen het bos niet meer zag. Op een gegeven moment waren de soldaten zo moe van het rennen dat ze nieuwe, verse soldaten namen. Jezus moest natuurlijk wel zelf mee. Even was er sprake van Jezus in te ruilen voor Barabas, maar ja, die was onvindbaar, immers vrijgelaten. Op het laatst stond het 143-144 voor Pilatus en omdat Jezus echt niet meer kon mocht Hij aan het kruis hangen.

  1. Ik begrijp best dat sommige mensen inmiddels kotsziek zijn van dit verhaal […]. Het zijn dezelfde mensen die na 10 minuten alweer buiten de bioscoop stonden toen ze dachten de film van Mel Gibson te gaan zien. Dat zijn de zachten. Misschien zijn het de goeien. Misschien ook niet. Het kan best zijn dat degene die nog steeds blijven lezen […] einde toe? […] benieuwd naar de afloop?! Zijn dat dezelfden die naar een auto-ongeluk blijven kijken ook al kunnen ze […] ambulancepersoneel en de politie […]. Ik moet toegeven dat […]. Maar of het de goeien zijn?


  1. Wel vraag ik mij af wie de bijbel kan lezen zonder […]. Men zegt soms wel eens wat van ander heilige boeken maar de bijbel […]. Zo is het bijvoorbeeld […] waar dat Herodes en Pilatus op die dag vrienden werden (lees Lucas 23: 12) […]. Of het moet echt zijn gebeurd. […] Misschien is de bijbel wel echt gebeurd. […] Ook is het waar dat Jezus van hot naar haar werd gesleept en elke keer opnieuw werd geslagen en bespot. Wie verzint zoiets nou eigenlijk? En stel dat het niet verzonnen is dan is het misschien […]. En dat de Here Jezus aan het kruis van Golgotha […] stierf dat weet iedereen. Waarom staat het eigenlijk wel 4x in de bijbel […]?

  1. Nog zoiets. Heel veel mensen zullen nu wel denken dat de schrijver dezes een […] geest heeft waaruit weinig anders op kan borrelen dan […] overspannen gedachten. Maar dat is niet zo. Mijn geest is wel ziek, maar […] dat is nou juist waarom de Here Jezus naar de aarde moest komen. […] wat ik bedoel is dat ik het ook niet zelf verzonnen heb. […] Ik heb het van internet. Het schijnt te komen uit een apocrief evangelie, met de veelzeggende naam: het Pilatus-evangelie volgens Herodes. Of andersom. Ik ben het vergeten. Want wie kan nu precies weten dat die jongens op zo’n heuglijke dag vrienden werden? En wie anders dan zij wisten wat ze steeds tekenden? En wie dat het op het laatst 143-144 stond? Dit soort details is alleen getuigen bekend. O ja, ik vergeet nog wat. Het werd nog 144-144, anders waren ze nooit vrienden geworden. Dat kwam omdat de geselaar op het laatst, toen de Heiland echt niet meer kon, op het ingenieuze idee kwam om alle tekeningen […]. Hier eindigt het evangelie. Jammer genoeg. Er missen enkele woorden van de laatste bladzijde. Dat is op zich wel jammer, maar niet essentieel voor dit verhaal.

zondag 9 oktober 2011

Preliminary Drawings for Pieta


Tekening in insectendoos
(19,5 x 26 x 6 (lijst l x b x d)

 
Tekening in insectendoos
(19,5 x 26 x 6 (lijst l x b x d)


Insectendozen

Waarom het ene kind alles opraapt wat hij of zij op de grond ziet liggen en het andere kind alles laat liggen weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik bij dat deel hoor dat alles opraapt en alles veertig jaar later nog steeds heeft: in de oorspronkelijke schoenendozen, sigarenkistjes en blikken. Nog altijd kan ik niets weggooien. En almaar sterker wordt de hoop dat iemand mijn verzamelingen nog duizend jaar langer bewaard.

Insecten horen zeer zeker bij de felbegeerde trofeeën die men van het slagveld der overwonnenen pleegt mee te nemen. Ze hoeven niet eens opgeprikt te worden, maar worden gewoon in luciferdoosjes gelegd, de permanente en goedkope slaapkamertjes van alles wat klein is en dood. Echte insectendozen heb ik altijd willen hebben, maar zag ze alleen in musea. Wanneer je dan zomaar 10 zorgvuldig gemaakte maar onbewoonde dozen krijgt aangeboden, om er 'een verzameling van het een of ander' in te maken, zegt men geen nee.

Ik had de dozen met gemak kunnen vullen met insecten, zelf verzamelde, zelf getekende. Maar wat ik nog liever spaar zijn piëta's, zelf verzamelde, zelf getekende.


COLLECTIES, werk van 11 kunstenaars,Galerie Wit, Wageningen 
16 oktober t/m 6 november 2011. Opening zondag 16 oktober 2011 om 15.00 u. Openingswoord door Marcel Dicke, hoogleraar entomologie aan de Wageningen Universiteit.
Deelnemende kunstenaars: Ada Dispa, Couzijn van Leeuwen & Lotte van Lieshout, Jose van Loon, Marijke Mink, Rinke Nijburg, Marcel Reijerman, Jan Hein van Rooy, Gerda Ten Thije, Wietske Schoenmaker, & Jan Vos.


Counting on the Backside, 2011 
Preliminary Drawing for Pieta No 09
potlood, kleurpotlood en aquarelverf op papier
13,3 x 18,1 cm

vrijdag 7 oktober 2011

5475 # Ph11

5475 # Ph11, 2011 
detail


Zoveel wonden, zoveel hemellichamen

Vandaag had eigenlijk de tekening 5475 opgehaald zullen worden. Ik had me een week vergist en me daarmee rijk gerekend. Er moeten nog zoveel wonden getekend, zoveel hemellichamen verschijnen. Het was nooit gelukt om die allemaal vandaag af te hebben.


5475 # Ph15, 2011 
detail

donderdag 6 oktober 2011

Oogkamers / Eye Chambers # 10


Black Crown of Thorns, 2011
Eye Chambers No 10
houtskool en pastel op papier
Ø 15 cm

woensdag 5 oktober 2011

5475 # Ph9

5475 # Ph9, 2011 
detail

5475 # Ph6


5475 # Ph 6, 2011 
detail


Armen over elkaar

Handen tekenen is niet voor de poes. Ik worstel er veel mee en teken ze eindeloos overnieuw. Handen brengen nog een ander probleem met zich mee: ze drukken soms veel teveel uit. Zeker bij het kind op schoot in de tekening 5475 is het beter ze weg te laten. Weggestopte handen laten meer te raden over. En aangezien er in de lucht waarschijnlijk ook nog enorme handen komen is het beter de handen van het kind om het lichaampje te vouwen.

Net zo belangrijk als de plaats van de handen is de stand van de onderarmen. In een eerdere voorstudie (PD4) had het kind de armen over elkaar zoals wij dat vroeger op de lagere school moesten. Het was tegelijk een teken van gehoorzaamheid en begeerte. We wilde niets liever dan de meester gehoorzamen en een beurt krijgen. De stand van de linker onderarm in de tekening 5475 zou dan gemodelleerd moeten worden naar de stand van de linker onderarm in de studie PD4.








5475 # Ph 6, 2011
detail


5475 # PD 4, 2011
detail


dinsdag 4 oktober 2011

5475 # Ph4



 

5475 # Ph 4, 2011



Hetzelfde verdriet niet

Vandaag getekend aan de twee koppen van Maria & Maria die weet ik het wat tegelijk moeten uitdrukken. Het is hetzelfde verdriet dat zij delen en het is hetzelfde verdriet niet. Zij zijn het, zij zijn het niet.


 

5475 # Ph 4, 2011
detail


5475 # Ph 6, 2011
detail

maandag 3 oktober 2011

5475 # Ph1/2/3

5475 # Ph 1, 2011


5475 # Ph 2, 2011



5475 # Ph 3, 2011

Tabula rasa uitgeveegd


Het papier werd gesneden op een maat van 110 x 150 cm, met klemmen aan de muur gehangen, met loodjes aan de onderzijde en voorzichtig betekend met grafietpotlood. In dunne lijn zien we nu twee zwarte vrouwen, bijna meisjes nog, die veel op elkaar lijken. Ze zitten vlak naast elkaar en op hun beider schoor ligt een kind, een blank kind dat ongehavend is. Op de voorgrond staat een fototoestel opgesteld. Er gaat een foto gemaakt worden. Op de achtergrond zijn alvast de contouren van een landschap met bergen zichtbaar. In de lucht verschijnen enkele hemellichamen.

Het valt niet altijd mee een tekening te beginnen die men in het hoofd al een oneindig aantal keren gemaakt heeft. Maar goed, het begin is gemaakt, de teerling geworpen, het lege blad bezoedeld.