vrijdag 21 oktober 2011

Strange God's


Ganesh’s Broken Tusk, 2005
houtskool en pastel op papier
153 x 150,5 cm



Ganesh's gebroken slagtand

Volgens de Heilige Schrift -ik bedoel de Bijbel- wil de enige god geen andere goden zien. In een inmiddels beetje ouderwets taalgebruik heet het: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben... Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen, want Ik, de Here, uw God, ben een na-ijverig God..." (Exodus 20:3-5) 

Kennelijk zijn er wel andere goden en is de enige god niet de enige god, maar omdat ie gauw last heeft van jaloezie wil hij zijn concurrenten liever niet in de ogen zien. Zoals wij met groot gemak naar andere vrouwen kijken dan alleen onze eigen, verlangen we ook naar andere goden. En dat maakt de god na-ijverig. Je kunt maar beter van één vrouw of man houden en maar van één enkele god.

De rooms-katholieke kerk heeft maar een god. Weliswaar is deze deelbaar in drie gelijke delen, zoiets als een gelijkzijdige cirkel, maar na een beetje rekenwerk lukt het om één enkele punt waar te nemen en niet drie. Op gepaste afstand volgen heel veel kleinere puntjes, heiligen, met als dikste punt de altijd nabije en immer zichtbare Maria de moeder van God, die als een soort Poolster het meest nabij de gelijkzijdige punt aan de hemel staat. 

De hindoeïstisch godsdienst kent vele goden. Een paar van die goden zijn wel belangrijker dan anderen, maar toch, het gaat om een heleboel goden. Een van de meest populaire is Ganesh of Ganesha, de god met het olifantenhoofd. Hij is de god van kennis en wijsheid, neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers. En aan kinderen deelt hij snoepjes uit die hij in een van zijn handen op een schaaltje draagt.

De Indiase olifant wordt in het verre oosten sinds mensenheugenis vereert als een heilig dier. Maar omdat het leefgebied van deze olifant door het almaar groeiend aantal aantal mensenkinderen steeds kleiner wordt, lopen heilige olifant en mens elkaar steeds vaker voor de voeten. Met als voorlopig en treurig dieptepunt het oog om oog tand om tand, waarbij nu eens een mens door een dolgedraaide olifant wordt gedood en dan weer een olifant door evenzo woedende dorpsbewoners wordt vergiftigd of doodgeschoten.

Hoelang nog en deze heilige diersoort delft definitief het onderspit en is alleen nog maar te vinden in de dierentuin? En hoe zal Lord Ganesh ooit dit verdriet te boven komen? En in wiens schoot zullen wij de dode zoon van onze eigen dode god leggen? Hoe vreemd is eigenlijk een vreemde god? 



 

Ganesh Loves, 2005
balpen en drogenaald op papier
30,3 x 46,5 cm



Judith Konz, Onderzoek naar de combinatie van religieuze symbolen in Strange gods van Rinke Nijburg in IF YOU WANT, W'LL TRAVEL TO THE MOON TOGETHER,  Twaalf verkenningen van kunst en globalisering, Amsterdam 2011.

Auteurs en kunstenaars: Judith Konz over Rinke Nijburg, Ruud Waterhout over Marc Lombardi, Lotte Batelaan over Yael Bartana, Else Siemerink over NSK-State en Transnational Republic, Sasha van Aalst over Dan Perjovschi, Jacqueline Arends over Banksy, Jesse Ahlers over Ai Weiwei, Saul Roosendaal over Dinh Q. Lê, Irene Huberts over Aernout Mik, Edtih Rijnja over Sharmila Samant, Cindy Pols over Renzo Martens en Roel van der Vlies over The Action Mill. Voorwoord: Marga van Mechelen.

De publicatie is een initiatief van studenten Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het is een bundeling van essays geschreven voor twee onderzoekswerkgroepen ‘Kunst en Globalisering’ die onder leiding stonden van Marga van Mechelen, docent Kunstgeschiedenis van de Nieuwste Tijd. De presentatie van het boek vindt plaats op dinsdag 25 oktober 2011 in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. Stedelijk Museum Bureau Amsterdam - Rozenstraat 59 - 1016 NN Amsterdam