HD 209458b (Osiris)
Sinds de prehistorie, al lang voordat homo sapiens sapiens wat kon opschrijven, werd de nachtelijke hemel bevolkt door de meest schitterende wezens: grote goden en kleine halfgoden, oplichtende engelen, aan en uit knipperende elfen, veel te vroeg gestorven voorouders en dolende geesten van gedode vijanden, door zwarte duivels en hun grijze bondgenoten. In de hemel is het altijd druk geweest.
Tot de komst van een paar zeldzaam Oude Grieken die 'slechts' in atomen konden geloven en de 'wederkomst' van dit soort denken in de 18e eeuw. Sinds die tijd werd het almaar problematischer te geloven in 'leven buiten de blauwe planeet'. Totdat dit in essentie integere denken een doctrine werd en geen moderne wetenschapper of leek nog durfde beweren dat er buiten de aarde nog iemand anders adem kon halen. De harde kern maakte er meteen maar van dat slechts geestelijk onbekwamen nog geloofden in groene mannetjes die in snelle schalen door de buitenlucht schoten.
Toen de Russische kosmonaut Youri Gagarin, achterkleinkind van het achterlijke communisme, op 12 april 1961 als eerste mens de ruimte buiten de aarde betrad, kon hij daar dan ook geen goden vinden. Hij zou iets gezegd hebben als: 'Ik ben in de ruimte geweest, maar zag er geen god.' Politiek zeer correct opgemerkt en volgens de laatste Russische mode, maar of Youri zoiets ook echt gezegd heeft is niet bekend. Het zou hem zelfs in de mond zijn gelegd. Volgens een vriend van Youri moet hij -uiteraard in het Russisch- na de missie eens gezegd hebben: 'An astronaut cannot be suspended in space and not have God in his mind and his heart.' [1]
Sinds mensenheugenis ziet de mens de zon, de maan en de sterren bij het vallen van de avond opkomen, vanachter de horizon van de aarde, door de lucht reizen -van links naar rechts of andersom- en weer ondergaan achter dezelfde rand van de aarde maar ietsjes verderop. Toen de Apollo 8 op Kerstavond 1968 langs 'de donkere achterkant' van de maan vlogen, zagen de drie Amerikaanse bemanningsleden iets dat homo sapiens sapiens nog nooit eerder had gezien, iets dat hen de adem volledig benam: de opkomst van de levendig gekleurde aarde vanachter de saai grijze maan, omringd door een gitzwarte atmosfeer. Drie uitverkoren koningen zagen ooit het kindje Jezus liggen in een kribbe in een donkere stal in een dorpje in de buurt van de hoofdstad. Drie minstens zo uitverkoren astronauten zagen de geboorte van de blauwe planeet in de buurt van de maan.
Op 5 november 1999 -31 jaar na Driekoningen 1968- werd door de Hubble telescoop ontdekt dat er zuurstof is op planeet HD 209458b. Deze planeet uit het sterrenbeeld Orion kreeg de bijnaam Osiris en werd de eerste 'exoplaneet', de eerste kloot aarde buiten het eigen zonnestelsel waar de atmosfeer voor leven net zo gunstig zou zijn als bij ons. In de jaren daarna werden duizelingwekkende aantallen exoplaneten ontdekt; zowat elk zonnestelsel heeft er wel een. De kans dat we alleen zijn is klein, bijna hypothetisch klein. De rigide gedachte dat er buiten de aardkloot helemaal geen leven mogelijk was. Onze zoveelste doodgeboren eendagsvlinder.
Zoals altijd zit Oniwakamaru op haar Japanse hurken. Op haar rug de eeuwige reuzenkoi. Ze mediteert. Contempleert. 'Is anabody out there?'