zondag 14 september 2025

Brieven aan Edith Stein #146 'Roodkapje en Iryna Zarutska'

 


Iryna Blow Softly
 
C-print on aluminium
40 x 20 cm 
 
 
 
 
 
BRIEF 146
aan Edith Stein
'Roodkapje en Iryna Zarutska'  
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Je weet best dat ik een misselijkmakende afkeer heb van politiek. Waarom wil je dan zo drammerig graag dat ik me bezig houd met de actualiteit?  

Het is vervelend genoeg dat ik mijn best moet doen om jou vrij te krijgen - en Rosa, die eeuwige Rosa, altijd aan jouw zijde. - Gun me liever een beetje rust, wil je? Ik zit hier niet voor niets, Edith. Ik zocht de rust en die vond ik in dit huis op dezelfde manier als jij jouw rust vond in jouw god. 

Zoals het niet bepaald helder is waar dit huis, deze kerker waar ik nooit meer uit weg kom, precies voor staat, is het mij ook volledig onduidelijk wat jouw god, de god die in jou woont, jou te bieden heeft. Maar beiden zoeken we troost in dat wat ons, dankzij onze eigen geest en met veel hulp van anderen, ons is overkomen. Jij in Birkenau, ik in Wolfheze.

Je moedigt me aan de wereld niet te mijden maar op te zoeken. Ik begrijp jou niet. Aan de ene kant moedig je jezelf, Rosa, mij en talloze anderen de bewoonde wereld te verlaten ten faveure van de woestijn, waar niets is, niets leeft, niet groeit, bloeit en dus ook nooit sterft - het is werkelijk een heerlijke plek - maar anderzijds wil je dat ik, nog niet eens geacclimatiseerd, niet ook maar een beetje vertrouwd geraakt met dit mens vijandige milieu, meteen weer terugkeer om mijn hete schreden en de bewoonde wereld intrek omdat immers daar de medemens woont die zalig is omdat ie arm van geest is of gewoonweg arm van stof. 

- Je zult het weten Edith Stein, je zult het weten. -

Uit jouw aanmaningen om enerzijds de wereld te mijden en anderzijds te actualiteit op de voet te volgen, neem ik gevoeglijk aan dat je zelf de gestage en meest recente vorderingen van het menselijk geslacht volgt? Het zal je sieren dat je dat er in Birkenau nog bij kunt hebben.

Mijn Palestijnse buurman zat gisteravond CNN te kijken. Ik vroeg hem of ik binnen mocht komen. Hij zei: Als je de genocide van de Joden op de Palestijnen erkent. Ik zei dat ik zoiets niet van plan was, maar dat ik wel chips had en twee blikjes koele cola. 

Eenmaal voor de tv zag ik beelden van een kind in een metro. Een uiterst fragiel schepsel, maar wel met heel mooie kleertjes aan, een dure mobiele telefoon in de handen n oortjes in haar oren. Ik zeg meisje, maar het ontging me volledig dat het een meisje was en ook dat ze wit was, ik bedoel een witte huidskleur had. Ik zag een onnozel kind.   

Mijn Palestijnse buurman, die alle beelden op tv ook kan terugspoelen zodat je ze nog eens kunt zien, zei: 'Moet je kijken wat er zo gaat gebeuren.' Ik wist het niet. Ik kon geen prijs winnen. Hij: 'Let op de meneer die achter haar zit.' 'Okeeej, doe ik,' antwoordde ik, maar eigenlijk vond ik het saai. Je snapt dat ik dacht dat het over Gaza ging, maar dat was niet zo.

Edith, wat er toen gebeurde zag ik niet aankomen. Ik heb zuster Jeanne, die na een bevalling vandaag gelukkig en voor het eerst weer aanwezig is, gevraagd om twee extra slaappillen. Ze zei: 'Maar Joseph, het ging toch heel goed met jou de laatste tijd?' Ik zei dat dat waar was, maar dat ik net iets teveel cafeïne had binnen gekregen. Beetje stom, maar ja. Ik kreeg een extra pil. Eentje.

De meneer met een rode hoody aan en met de capuchon op als was ie roodkapje zat al op zijn metrostoeltje toen het kind instapte en precies voor hem ging zitten. Ik zei nog tegen buurman: 'Waarom is dit op tv?' toen de rode meneer wat zat te foemelen in zijn rode hoody, opstond als een donderwolk en met zijn rechterarm uithaalde naar het schuldige witte nekje van het kind.   

Jezus, Edith, ik had het liever niet gezien. Voor ik het wist vond buurman op het web het hele filmpje en kreeg ik mee dat roodkapje de wolf in pakweg twee seconden drie keer in de nek stak, de wolf roodkapje aankeek, volledig onschuldig, onwetend en werkelijk doodsbang aankeek, ineenkromp, op de vloer gleed als een lappenpop en leeg bloedde. Het dieprode bloed stroomde zoals altijd naar het laagste punt en dat was de deur van de trein. 

Ik neem aan dat jullie in Birkenau ook wel eens iets zien dat het daglicht niet kan verdragen maar dit? Jezus Christus, Edith. What the Fuck. Het kind stapte in de metro, ging keurig zitten, keek niet op of om, zei niks tegen de meneer, zat op de telefoon te kijken, oortjes in, zoals alle kinderen, en kreeg een mes in de nek. De meneer, roodkapje, liep weg, hij lekte haar bloed op de metrovloer, niemand deed iets, iedereen keek rond alsof het onder de grond heel mooi weer was, de zon scheen, het weekend was of vakantie en roodkapje mompelde twee keer: 'I got the white girl.'

Ik weet niet Edith, maar er gebeuren vandaag de dag dingen die jullie gelukkig nooit hebben hoeven meemaken. Voor dat meisje maak ik een nieuw werk; ik hoop dat Mijn Vriend het in de collectie opneemt. 

Wat ik zag Edith, was ziek, heel erg ziek. Ik wens hier te blijven, in deze kerker, om de wereld niet te hoeven zien.

Liefs Jouw Joseph 

  

      

  

 
 
 

 

vrijdag 22 augustus 2025

Brieven aan Edith Stein #145 'Zalig zijn deze zwakken niet, slechts voer'

The Act of Killing
- prileminary adaptations

mixed media on paper
184 x 90 cm
 

 
BRIEF 145
aan Edith Stein
'Zalig zijn deze zwakken niet, slechts voer'  
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Dit is de tekst waar ik het over had. Wil je die corrigeren? Vertalen in het Duits hoeft dit keer niet. Ik snap dat het lastig voor je is om je in te leven in het beeld, omdat je het niet kunt zien, niet kent. Maar misschien is dat in dit geval ook wel beter. Wel vertrouw ik op jouw expertise. 

Vertel me een keer hoe je solidair kunt zijn met jouw Joodse volk dat de eeuwige klos is, maar zelf de naaste buren zo doet lijden. Leg uit waarom je van dat volkje houdt, waar het jouw Roomse Messias verloochent. Vergeet niet uit te leggen waarom je tot op het laatst bad voor wie jou en je volk vervolgden. Ik snap dat niet. 

 

'The Act of Killing' (2021-2025)

- Het zeer verontrustende beeld ‘The Act of Killing’ is gebaseerd op een foto van een mens die zo ziek was dat we bijna zouden gaan geloven dat het kwaad geen abstractie is maar een Beest. Op schoot van de zieke geest ligt een dode medemens die zo walgelijk gemarteld werd dat we bijna zouden willen geloven dat het goede geen abstractie is maar de Bron van het universum. -

In toenemende mate vind ik het lastig om iets te zeggen over het werk dat ik maak. En toch put ik me veel vaker dan vroeger uit in het schrijven over het werk. Ik weet niet goed wat dat is.

The Act of Killing’ spant de kroon: over dit werk iets zinnigs zeggen, kan ik amper, maar zelden schreef ik zo vaak en zoveel als over dit werk. - Alles staat op de blog. - Dat komt, denk ik, omdat het beeld tegelijkertijd zo belachelijk voor de hand liggend lijkt, of is, maar bij mijn weten toch niet eerder werd gemaakt. En ook omdat het zoveel betekent, terwijl het er in zijn verschijningsvorm toch vrij simpel uitziet.

    - Misschien wil ik wel zoveel gezegd hebben omdat dit zieke beeld terminale kanker heeft en ik er over wil oordelen voordat het, als een zon die nooit meer opkomt, voorgoed achter de horizon verdwijnt? -

The Act of Killing’ lijkt direct te verwijzen naar die piëta: Maria, de Moeder van God - God behoedde De Moeder - draagt haar dode zoon - God behoedde De Zoon - op haar schoot, bovenop haar onbevlekte baarmoeder die, zoals alles aan Haar, onbevlekt is: zonder zonden. Dat De Zoon zonder zonden is leidt geen twijfel. Die twijfel smelt in luttele seconden, bij het in ogenschouw nemen van De GodMens en Zijn Weerzinwekkende Weg . Dat velen daaraan twijfelen is helemaal oké. Jedem das Seine.

The Act of Killing.' We zien twee mannen; Kaïn en Abel. In de Darwinistische dierentuin zijn mannelijke exemplaren van homo sapiens sapiens elkaars moordende concurrenten en plegen broedermoord op broedermoord. Oog om oog. Tand na tand.

    - Dat de slimsten onder de broeders eerder samenwerken dan doden ontgaat de meesten.- 

Hitler draagt de dode Jezus op schoot. Binnen de klassieke christelijke iconografie betekent dat onmiddellijk het verdriet van de levende, de moeder, om het lijden en sterven van de zoon, de dochter. het kind, Gods enige kind. De mens, de zoon, de dochter, die in een wanhopige poging de onsterfelijkheid te overwinnen verwekt werd door een man en een vrouw.

De levende treurt om de dode op schoot. Misschien is Dolf die huilt, misschien is het Jezus. Kan Dolf huilen om een Jood? Kan Jezus huilen om een Moordenaar? Huilen om dit goddelijke geboortegeschenk? Wij zijn blij met de geboorte van Ons Kind. 

Is dit de vraag die onder alle andere vragen ligt: waarom zijn wij zo ongegeneerd blij met elk pasgeboren menselijk embryo, terwijl wij weten dat het een beest is? Is het voor het menselijk ras niet veel beter om helemaal geen nageslacht meer te verwekken? Waarom nog een spaarzame minuut geloven in de liefde die boven het instinctieve libido, het ego uitstijgt? 

    - Is de kosmos niet veel beter af zonder dier dat denkt maar geen geweten heeft? -

Werd er dan toch een enkele keer in duizend jaar een mens met een rein geweten geboren, waarom dan? Elk roofdier herkent op elk veld elk geweten en valt aan. Elk geweten loopt mank en is gedoemd om te sterven. Zalig zijn deze zwakken niet, slechts voer voor het vleesetende dier dat zonder geweten werd geïncarneerd in het vlees.

Binnen de klassieke christelijke iconografie is ‘The Act of Killing’, strikt genomen, geen piëta. Omdat het daarbij altijd gaat om Maria, de door God de Vader uitverkoren onbevlekt ontvangen Moeder van Jezus, die onpeilbaar verdriet heeft om haar Zoon die voor haar eigen ogen zoveel moest lijden en daarna wilde sterven. 

Het doet ons weinig tot niets meer, dit van betekenis hoogzwangere maar al te oude beeld. Totdat een nog levende moeder, uit het meest hedendaagse geslacht homo sapiens sapiens - uit Gaza en Israël, uit Oekraïne en Rusland, uit Kongo, uit Syrië - huilt. Om haar dode zoon. Of dochter. Of gewoon kind. 

Deze rigor mortis, deze volmaakte onverschilligheid voor het klassieke beeld van de piëta moeten we genezen: de piëta is een van de krachtigste beelden die de mens, het denkende zoogdier, in de laatste zevenhonderdvijftig jaar ontwikkeld heeft.

    Zum Problem der Einfühlung:  huilt Moeder, het zelf, echt om de Zoon, de ander, die niet het zelf is? Of huilt zij omwille van zichzelf? Of allebei tegelijk?

[Edith, ik kon het niet laten te verwijzen naar je proefschrift.] 

Das Urteil. De seksuele wellust die in het doden verankerd ligt, ligt ook diep verscholen in het verlangen om te oordelen. Als kanker die om zich heen grijpt, zo woekert ook de wellust tot wraak. Tand na tand. Oog voor oog. Veel eerder dan de vraag naar het verdriet, om de dode op de moederschoot, raakt ‘The Act of Killing’ aan de begeerte naar het oordeel dat hoe dan ook geveld wil worden.

Niet al te makkelijk te raden wat dit beeld betekent zonder de titel, geven de weinige woorden van de titel een aanknopingspunt. De titel van het werk ‘The Act of Killing’ werd ontleend aan de gelijknamige documentaire van Joshua Oppenheimer uit 2021. In die film, die alle registers van de Sartriaanse walging opentrekt, re-enacten gepensioneerde Indonesische militairen de moord op ongeveer 1 miljoen vermeende communisten uit de periode 1965-1966. Ze beleven veel plezier aan dit herbeleven en ontvangen het welwillende applaus van het publiek in dankbaarheid.

    - Zelf ten diepste bewogen door het verhaal van het evangelie van Jezus Christus, zoals dat in de vier canonieke evangeliën werd opgetekend, wilde ik proberen te begrijpen wat het precies moet worden bij Het Laatste Oordeel. -

Omdat wij in de verste verte niet meer kunnen geloven in zoiets als een eindoordeel over ons leven op aarde - op zijn best geloven we nog in opgebouwd karma - proberen wij, nakomelingen van homo sapiens sapiens, al in dit leven zoveel mogelijk rekenschap te geven van onze daden en die van anderen. Daarna immers is er niets meer. 

Onze allerslechtste gewoonten werden, nog niet eens zo heel lang geleden, ondergebracht bij rechtbanken die zoveel mogelijk onafhankelijk werden gemaakt van de wetgevende en uitvoerende macht. En ook houden we kerk en staat gescheiden. Dat is goed. Dat is heel goed.

Maar bedenk nou eens dat veel banaal en satanisch kwaad in dit ondermaanse onbestraft blijft, is het dan niet meer dan normaal dat ons brein een verlangen naar postume genoegdoening construeert? ‘The Act of Killing’ gaat over het meest zieke kwaad dat de ene mens de andere mens aandoet, iets dat wij niet kunnen accepteren en veroordeeld willen zien.

Dat het Darwinistische zoogdier mens nadenkt over ‘een soort van genoegdoening na de fysieke dood van het misdadige lichaam’ – iets dat in de ogen van de wetenschap tevens de dood van de ziel of het bewustzijn betekent – is aandoenlijk. We kunnen maar niet geloven dat het kwaad gisteren, vandaag en morgen volledig ongestraft zijn gang kan blijven gaan.

Nooit meer slapen. Het christendom kwam, net als andere godsdiensten, met het idee dat er na de rigor mortis, de totale verstijving van ziel en lichaam, rekenschap moet worden afgelegd over de in het leven begane daden, dat er genoegdoening moet plaatsvinden. Dat is mooi. Heel mooi. Dat het meest perverse kwaad, ik bedoel het kwaad, waarbij de dader geniet van het lijden van een soortgenoot - nog zieker is het seksueel genieten – voor altijd ongestraft blijft is verontrustend onbestaanbaar.

Is dit een mens? In ‘The Act of Killing’ treurt Adolf Hitler niet om de dode Jezus; zoiets is niet denkbaar, loochent alle feiten en is volstrekt blasfemisch. Jezus buigt zich over Dolf, mensenkind, werpsel van twee zoogdieren, geboren uit wellust of liefde, wellicht uit beiden. Kind van Alois en Klara. Duitsland. Zomaar een land. Zomaar een tijdsgewricht. Zomaar een mens. 

De christelijke kerk leert al eeuwen dat de door de Romeinen, niet de Joden, doodgemartelde Ecce Homo, terugkomt. Allereerst om zielen die al veel te lang gevangen zaten te bevrijden, maar ook om te oordelen. Helemaal aan het einde van de tijden oordeelt deze Christus - Rabbi, Messias, Zoon des Mensen, Zoon van God - alle levenden en alle doden. 

Darwinisten hebben berekent dat het, vanaf het moment dat de huidige mens mens wordt genoemd, om zo’n zevenduizend geslachten gaat. Onverdraaglijk is de gedachte dat het uiterst getalenteerde kwaad de laatste dodendans zou weten te ontspringen. Zoiets is onbestaanbaar. Jezus Christus, of iemand anders die het nog beter weet, moet wel oordelen.

In recente tijd bestudeer ik het fenomeen NDE (Near Death Experience) vrij nauwgezet. Daarin wordt, eindeloos vaak, geschetst dat er, na de dood en aan gene zijde, geen oordeel plaatsvindt maar de mens slechts ziet wat er verkeerd was, niet goed ging. Daarna gaan zowat alle zielen mee met de engelen, linea recta naar hun voorouders, hun geliefden, hun kinderen en ander verwante zielen, naar god, hemel, volgende de zoveelste incarnatie. Geen kwaad woord over het kwaad.

Ik heb geen enkele vrede met het idiote idee dat dood dood is en dat het kwaad volledig vrij uitgaat, de dans van het geweten ontspringt. Ik zie Onze Lieve Heer, of iemand anders die ook geen ego had, graag zitten op die zetel waarop Hitler zat. Die zetel is precies de goede zetel om het kwaad te vergelden en de slachtoffers recht te doen. In het christendom heet de dood die volgt op de opstanding uit de doden ‘de tweede dood’. 

    - ‘The Act of Killing’ lijkt eerder te gaan over de vraag of na de dood alles in een seconde of twee zal worden vergeven of dat er genoegdoening moet plaatsvinden. -

Mochten de Drie Rechtvaardige rechters van de Heilige Drievuldigheid werkelijk alles met de mantel der liefde willen bedekken, alle zieke daden, alle aangedane leed, dan vraag ik een gesprek aan. Mochten ze alle drie beslissen dat Adolf Hitler en nog anderen, voor eeuwig verloren gaan, ook dan wil ik graag een gesprek. In het eerste geval wil ik weten of de dader zichzelf al genoeg heeft gestraft door te doen wat ie deed. In het tweede geval wil ik weten waarom deze ziel ooit geboren werd. 

    - Zowel het beeld van de Dode Zoon van God op de schoot van de Levende Zoon van Klara en Alois, de vader en moeder van Adolf Hitler, als ook het omgekeerde beeld, de dode Adolf op schoot bij Jezus, schieten tekort. Vandaar dat ik het gelaat van beiden verwisselde. - 

Dat is pervers wanneer men denkt dat goed en kwaad volstrekt ambigu zijn, maar troostrijk wanneer men bedenkt dat het kwaad niet banaal genoeg is om er zomaar en voor altijd mee weg te komen. Makkelijk is het niet om de mens te beminnen die kwaad doet, banaal kwaad of kwaadaardig kwaad. 

    - Liever dan voor de genade gingen wij dieren voor de tweede dood: het mes tussen twee ribben op weg naar het hart dat moet bloeden.

In een God geloven die alles best vindt, en geen kwaad met kwaad vergeldt, kan ik niet goed. In een God geloven die kwaad wel met kwaad vergeldt wil ik niet geloven. In helemaal geen God, of Source of Universe, geloven vind ik krankzinnig. 

    - Als Entartetes Andachtsbild uit de traditie van De Moderne Devotie vind ik ‘The Act of Killing’ een troostrijk beeld: het kwaad ontspringt de dans niet. Maar hoe het afloop met de meest zieke teerlingen wie ooit werden geworpen, weet ik ook niet. 

Wat ik geloof is dat de prooi de jager overleeft. Dat het goede het kwade overwint. Dat er genade is maar ook rekenschap moet worden afgelegd.

Edith, weet je, ik ben bang dat de mensen dit beeld over de tweede dood wantrouwen en afwijzen. Het beeld is zo simpel maar gelijk ook zo naar, zo pervers dat het onmiddellijk ongezien moet worden gemaakt. Maar dat kan al niet meer. 

Nou ja, lieve Edith, je weet het: ik doe allemaal het uit liefde voor jou. Ik maakte het uit wanhoop. Als een schreeuw. Vraag jouw God mij te vergeven.

Jouw Joseph











dinsdag 19 augustus 2025

Brieven aan Edith Stein #144

 


The Act of Killing

 

 

BRIEF 144
aan Edith Stein
''  
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

- Het zeer verontrustende beeld ‘The Act of Killing’ is gebaseerd op een foto van een mens die zo ziek was dat we bijna zouden gaan geloven dat het kwaad geen abstractie is maar een Beest. Op schoot van de zieke geest ligt een dode medemens die zo walgelijk gemarteld werd dat we bijna zouden willen geloven dat het goede de Bron van het universum en geen abstractie. -

 

Lieve Edith,

Omdat de tandeloze restanten van Gazastad worden gesaneerd als een roekeloos verwaarloosd gebit, omdat stokoude bontgenoten vergaten de intacte spoorlijnen naar Birkenau te vernietigen, omdat Oekraïne, sterfhuis van het Europese geweten, wordt verdeeld onder narcistische grootmachten, omdat niemand protesteert tegen het geweld in Yemen, in Syrië, in Sudan, omdat ik het niet langer kon aanzien dat de mensheid niets anders is dan onmenselijkheid, incarneerde ik het meest weerzinwekkende beeld denkbaar. Ik deed dat niet voor mezelf Edith; het was voor een vriend. 

    - Deze piëta die geen piëta is, deze icoon die geen icoon wil zijn is voor de mensheid een lachspiegel om te huilen. -

Ik wil, lieve Edith - hoe is het met Rosa? - dat je weet dat ik mijn correspondentie met Dolf eindig met hem een afbeelding van dit beeld dat ik 'The Act of Killing' noem te sturenIn een gesloten envelop. Geen geschreven brief meer. Geen afzender. Alleen een postzegel met zijn eigen tronie: Eintausend Reichsmarken. Het is voor zijn verjaardag. Het is immers april. Soms sneeuwt het dan nog. Herzlichen Glueckwunsch zum sechsundfuenfzigsten Geburtstag. Mijn Duits is niet zo goed, maar voor zo'n smerige gelukswens wil ik jou niet vragen, Edith, om het in Hochdeutsch te vertalen. Ik doe mijn best het foutloos op te schrijven in de hoop dat het hem een heel klein beetje helpt er tien dagen later een einde aan te maken.  

Het beeld kan ik je niet sturen; het komt niet door de censuur. Ik kan het je laten zien, als je dood bent. Als je dood bent dan zal ik het je sturen. Ik wil je gezicht graag zien als je het beeld aanschouwt als een zestiende-eeuws Andachtsbild. Wat ik dan op jouw uitverkoren, heilig verklaard gelaat lees? Ik weet niet wat jij ziet. Wat jouw ogen zien, leest jouw ziel. Jouw ziel ken ik niet. Snap je je eigen Zum Problem der Einfuehlung

Ik kan alleen maar hopen dat het stopt. Deze gruweldaden van homo sapiens sapiens tegen de mens. Maar dit beeld is gezien, Edith, niet onopgemerkt gebleven. Eenmaal gezien kan het niet meer worden uitgewist zoals een mens de horizon kan wegvegen met een achteloos gebaar van de hand. Dat de mensheid dit beeld niet stopt. Er aandacht voor heeft. Het contempleert. Mindfull. Niet meer slapen. Altijd wakker liggen. Alleen de tomeloze energie van het hier en nu. Denkend aan de dood kan ik niet meer inslapen; wakker liggend denk ik na over broedermoord. Zoals jij Edith en je zuster zullen worden vermoord. Tenzij hij, Dolf, mijn brieven leest Edith, mijn smeekbeden zijn ziel bereiken. Voor jou, Edith, en voor Rosa.

    - In zijn eerlijkheid is dit beeld vrij eenzaam, Edith. Eenmaal gezien wil men het liever ontzien. Ausloesen. Aufloesen. Ausrotten. Ausradieren. -   

Misschien ken je de foto: Dolf in 1923, 34 jaar oud. Mooi zitten! Heinrich Hoffmann, hoffotograaf. Moed verzamelen voor de Bierkeller-Putsch. Met trouwe Wolf aan de voeten, niet Blondi. Mooi zitten! Geen Eva nog. Moederziel alleen in het paradijs. Moeder is dood. Mooi zitten! Braaf! Alle lichten staan op groen. Ein Blitz! Een lichtbeeld is geboren. Een zielloze eeuwigheid in zwart en wit. 

De foto ken ik al best lang. De moeder van deze opname. Een gebroken glas-negatief. Gevonden in Muenchen. In de studio van de fotograaf. Door de bevrijders. Waarvan werden we bevrijd? Waar is het monster nu? Hoeveel koppen heeft het, in welke Wasteland is er geen? Wat zei Eliot alweer?

    "April is the cruellest month, breeding
    Lilacs out of the dead land, mixing
    Memory and desire, stirring
    Dull roots with spring rain."

Wat kan ik nog zeggen Edith? Jouw Liefste Heiland ligt op deze schoot, als misselijkmakende nageboorte. Maar het was me te makkelijk Edith, te menselijk. Sentimenteel maar niet romantisch genoeg. Het moest zieker. Perverser. Veel perverser. Maar hoe? - Al te menselijk kan niet, alhoewel een andere vriend van me dacht dat dat wel kon. - Het is heel simpel. Het menselijke gewoon nog menselijker. Dat is alles. Mijn Vriend schreef over de betekenis van het beeld. Vlak voordat hij instortte. Hele verhalen. Hij rende voor zijn eigen waarnemingshorizon zoals de filosoof dat deed. Maar het einde zag hij niet. Lees, Edith, wil je, op een rustig moment wat hij schreef. Je hebt het zo gelezen. Je Nederlands is goed genoeg. Aan jouw intelligentie ontkomt hij niet.

    - Mijn vraag aan jou, Edith, is dit: waarom doet het kwade het goede zoveel kwaad aan? En dit: wat maakt het goede tegenover het kwaad zo onvoorspelbaar machteloos? -   

De mens is een darwinistisch beest Edith, of de mens is iets anders. Geboren uit wellust, nooit uit liefde, als het glazig oranje sap van een perssinaasappel uit de vulva geperst, leeft het als een beest op twee poten en sterft doorgaans in hondsdolle en mensonwaardige paniek, om daarna met de snelheid van het licht vergeten te worden door de blinde beesten die het zo opgewekt verwekte. Dat is de uitkomst van ons animale denken, Edith. Edith, zie jij dat ook zo? Kun je er, in Birkenau, zo naar kijken of ontwaar je in het beest de Übermensch? Zie je in de andere exemplaren van de soort sporen van jouw god? Of van een zoon of dochter of een mensachtig wezen zonder geslachtskenmerken?

 


 

 

 

 

 

 

maandag 4 augustus 2025

Brieven aan Edith Stein #143 '...'

 

Primordial Fluctuations
preliminary photo

 

 

BRIEF 143
aan Edith Stein
'...'  
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Die spijtoptant van mijn vriend die onlangs is overleden maar nog net op tijd een brief schreef, weet je, daar wil ik weinig woorden aan vuil maken. Mijn Vriend is een uiterst naïeve, hardleerse romanticus, of christen, die maar niet begrijpt dat we met ons allen in een solipsistisch universum leven waar weinig tot geen fundamenteel mededogen denkbaar is. 

Hoe vaak moet ik nog zeggen dat homo ss slecht een behaard zoogdier is dat per ongeluk of doelbewust rechtop gingen lopen? Om des te harder te kunnen wegrennen voor het knagende geweten dat hem of haar of hen achtervolgt? De mens rent net zo hard weg voor gevoelens van schuld als voor een wild beest. Misschien Edith, is het geweten wel onze tender predator en onze allergrootste angst? Zeg jij het. Jij hebt ervoor doorgeleerd. Zum Problem der Einfühlung.

Hieronder de nieuwste brief aan Dolf. Wist je dat hij aan het front blind is geworden? Mosterdgas. De arme, nou kan hij het wel op zijn ingevallen vegetarische buik schrijven dat ie ooit nog een beroemde artiest wordt. Ik vind dat zielig. Zoiets verdient een mens die zich met hart en ziel inzet voor God en Keizer en Vaderland niet. Niet dat het Duitse Rijk zijn vaderland was, maar bij wijze van spreken.

Let erop dat ik hier en daar wat kitscherig schrijf, maar dat is omdat ik denk dat Dolf niet bepaald zit te wachten om literair hoogstaand formuleren, maar wel intens graag een warme arm om zijn blinde en verslagen schouders geslagen wil krijgen.


Herr Adolfus Schicklgruber
Lazarett Pasewalk
Pommern
Deutschland 

Wolfsschanze I Die Niederlande I 4 August 2025


Beste Dolf,  

Weet je nog wie ik ben? Joseph? Jouw penvriend? Uit Wolfsschanze in Holland? Hoe is het nu met je?

Wat een verschrikkelijk nieuws kwam mij vanochtend vroeg ter ore - lezen doe ik niks; dat mag niet - op een dag waarvan men zegt dat die heter wordt dan alle andere dagen. 

Je bent blind, Dolf, je bent blind. Je ziet in de hospitaalspiegel je eigen gelaat niet meer, je doorleefde gelaatstrekken, je ingestudeerde grimassen. Wat moet dat naar zijn.   

 

 

 

Jammer dat je mij niet hebt laten weten dat het niet zo heel goed met je gaat. 
















zaterdag 2 augustus 2025

Brieven aan Edith Stein #142 'Wat fijn voor je dat je eindelijk een vaste baan hebt!'

  

Primordial Fluctuations
preliminary photo
detail 

 

 

BRIEF 142
aan Edith Stein
'Wat fijn voor je dat je eindelijk een vaste baan hebt!'  
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Had je al gehoord dat prins Ferdinand, onze Habsburgse kroonprins, is vermoord in Sarajevo? Op 28 juni? En dat Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië heeft verklaard? Op 28 juli? Wat ben ik blij dat jullie veilig in Polen zitten.

Onze Dolf, uit de dubbelmonarchie gevlucht om de dienstplicht te ontlopen, heeft zich in München vrijwillig en uiterst enthousiast heeft aangemeld voor het Duitse leger. Hij had er heel veel zin in, net als Franz Marc en August Macke, collega-kunstenaars uit het Duitse keizerrijk.  

Er is een foto van Dolf bewaard gebleven waarop hij, uiterst minuscuul, op de Odeonsplatz in München, staat te lachen en te zwaaien met zijn René Magritte hoed. Op 2 augustus. Dat is vandaag.   

Ze zeggen dat de foto werd gemaakt door Heinrich Hoffmann, Dolf Schickelgrubers latere hoffotograaf, die zijn studio om de hoek van het plein had. Weet je nog dat ik voor Mijn Vriend een piëta maakte, gebaseerd op een andere foto van Hoffmann? Uit 1925?   

Ze denken ook dat de foto van vandaag, 2 augustus, werd gemanipuleerd. Door Hoffmann. Omdat Dolf daar per se wilde staan. Op dat plein. Op dat moment. Het was belangrijk voor hem. Dat hij er was, niet onopgemerkt mocht blijven. Over het verlangen naar een ego gesproken. Had dat brandende verlangen bij Dolf ook iets te maken met zijn vader, denk je, Edith? En lieve Edith, wie is er vandaag de dag nog volledig toerekeningsvatbaar?  


Herr Adolfus Schicklgruber
München
Bayern
Deutschland 

Wolfsschanze I Die Niederlande I 2 August 2025


Beste Dolf,  

Wat fijn voor je dat je eindelijk een vaste baan hebt! Dat de oorlog maar lang moge duren. Dat je een beetje kan sparen voor de toekomst. Voor een lieve vrouw, een paar fijne kinderen. Bovenal hoop ik dat De Almachtige God de Duitse troepen wil zegenen en dat de eindoverwinning van het Duitse Keizerrijk bij Hem in veilige handen is.

Wist je dat veel kunstenaars zich met veel enthousiasme vrijwillig hebben aangemeld voor deze louterende oorlog? Jij bent echt niet de enige kunstenaar! Ik hoop dat je ze allemaal tegenkomt: August, Franz, Max en nog een heleboel anderen die nooit zo beroemd zullen worden als zij.

Het is echt jammer dat het met de academie in Wenen niet goed is afgelopen. Twee keer afgewezen worden zal moeilijk te verteren zijn geweest. En mens zou daar zomaar rancuneus over kunnen worden. Dat ze jouw onmiskenbare talent niet hebben gezien, bevreemdt me na al die jaren nog steeds.    

Mijn advies zou zijn om tekenspullen mee te nemen naar het front. Een paar persoonlijke spulletjes immers mag iedereen hebben. Zelfs in de loopgraven. Onze geliefde Duitse keizer is weliswaar een bijzonder opvliegende man, maar zijn hart voor het Duitse Volk is groot. Het zal hem pijn doen zoveel talent te verspillen zoals Onan zijn of haar of hen zaad.

Als ik je een tip mag geven Dolf, dan richt je je op mensfiguren. Dieren kan ook, maar het hoogste is toch de mens, naar Gods ondoorgrondelijke beeld geschapen. Architectuur is geen aanrader; hoe dichter bij de vuurlinie hoe minder gebouwen er staan. Kapotgeschoten gebouwen kan iedereen tekenen, net als aan flarden geschoten mensen. Zoiets ziet er al gauw goed uit op papier. Een boom is al gauw een boom, een opengereten boom al helemaal. 

Als je in een loopgraaf weer eens ligt te wachten op het fluitsignaal om de aanval in te zetten, een stapje dichter bij de vijand en dus de Endsieg - mijn Duits is niet bijster, maar dit wist ik toevallig; bovendien vertaalt Edith, een goede vriendin van me, mijn Hollandse brieven in het Hoogduits - pak, als je toch niks kunt betekenen voor de wereldgeschiedenis, je schetsboek en schets de koppen van je kameraden.  

Het is bijna jammer dat je in het Duitse leger terecht bent gekomen, maar De Wil van God kun je moeilijk veranderen. In het Oostenrijkse leger zou je kans hebben gekregen allerhande koppen en etniciteiten te oefenen. Daar zit van alles tussen: Hooglanders, laaglanders, uit Oostenrijk, Hongaren, Bohemers, Joden, Zigeuners. 

[Edith, wil jij even kijken wat je nog meer had in die tijd? Ik bedoel aan etniciteiten? En wil je ook even nadenken of ik de woordjes Joden en Zigeuners nog wel mag gebruiken? Het rommelt in het westen nogal de laatste tijd.]

Het legioen Dolf waar jij in zit is behoorlijk homogeen. Je hebt boeren en arbeiders uit het Beierse domein en je hebt de jongens uit de gegoede burgerij. Ik vergeet de kunstenaars; die pik je er zo uit. Ik weet dat jou dat bevalt dat de verschillen in koppen niet te groot zijn, maar voor het oefen ware het beter dat de variatie wat groter was.   

Omdat mensfiguren nog lastig voor je zijn - vergeef me als je dat inmiddels onder de knie hebt gekregen door niet lui te zijn maar het koptekenen voortvarend ter hand nam - is het slim om door de oogharen te kijken om zo de hoofdvormen te bestuderen, de licht en donkerpartijen. Let niet teveel op de details, want de duivel woont daar.

Mocht je dat van die hoofdvormen lastig vinden, koop dan op een brocante een plastic Disney-shampoo-fles. In de handel heb je nu Mickey, Sneeuwwitje en binnenkort ook Dumbo. De vormen zijn door Walt al zo sterk vereenvoudigd dat het natekeken weinig tot geen moeite zou moeten kosten. 

[Edith, zoek even na wanneer Mickey was. Straks heb ik het verkeerd. Stel dat al die vroege Disneykarakters van na de oorlog waren? Heb jij eventueel een alternatief?] 

Teken een paar hoofdvormen: twee eieren, eentje voor het aangezicht, eentje voor het brein dat daar achter hoort te liggen, al kan zoiets in de loopgraven op slag veranderen, de dos haren zie je ook als hoofdvorm, de oren, een beetje afhankelijk van de grootte, maar in ieder geval de nek want anders zweeft het ei teveel in de lucht, iets wat bij een granaatinslag vrij makkelijk kan gebeuren, en vergeet de schouderaanzet niet te tekenen. 

Daarna volgen de ellipsen en nog weer later de oogjes, de neusgaten en de mond, als een kameraad die nog heeft en: jij zelf nog alles hebt wat je nodig zult hebben om het koptekenen onder de knie te krijgen. 

[Dat van die ellipsen Edith, moet ik in een volgende brief, beter uitleggen; daar krijg ik geheid vragen over. Ook vraag ik me af of ik niet te cynisch ben; ik moet Dolf hoop geven in bange dagen en hem niet bang maken.] 

Stuur mij desnoods de beste tekenen op of maak er foto's van. Een van mijn beste vrienden is kunstenaar en geeft les aan de academie. Ik kan hem vragen om commentaar. Doorgaans is hij mild, al te mild. De studenten noemen hem 'lieve opa.' Als je wilt, dan vraag ik hem om voor jou wat strenger te zijn. Je talent is groot en je wilt het ver schoppen.

Voor de weduwen is het ook leuk dat ze een aandenken krijgen, want je weet het Dolf, in een oorlog sterven de besten, dus ook vast een paar Duitse kameraden. Linkse of rechtse, maakt niet uit. Oorlog verbroedert. 

Ik zal voor je bidden Dolf, tot de Almachtige Heer van de Hemelse Heerscharen en Engelse legers.

Een dankbare groet voor jouw enorme inzet om de oorlog tot een groot eenmalig succes te maken.

Joseph Heij

 

Nog even het laatste nieuws uit de Levant: in de Gazaanse loopgraven verandert er weinig tot niets. Het volk lijdt honger, de strijders zijn moe en Onze Lieve Heer doet niks.

Hartelijks,

Jouw Joseph

 

NB O ja, die brief van de overleden vriend van Mijn Vriend. Laat maar zitten, het is belangrijker om Dolf moreel te ondersteunen. In de volgende brief stel ik jou aan hem voor. Als je goed oplette, dan zie je dat ik terloops al gewag van je maakte.

[Vind je 'gewag maken van' nog gangbaar? En hoe klinkt zon uitdrukking in het Duits? In mijn oren klinkt het behoorlijk Germaans. Of zal ik zeggen: 'Dolf, in de vorige brief had ik het al over Edith, mijn beste vriendin?']