maandag 4 augustus 2025

Brieven aan Edith Stein #143 '...'

 

Primordial Fluctuations
preliminary photo

 

 

BRIEF 143
aan Edith Stein
'...'  
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Die spijtoptant vn mijn vriend die onlangs is overleden maar nog net op tijd een brief schreef, weet je, daar wil ik weinig woorden aan vuil maken. Mijn Vriend is een uiterst naïeve, hardleerse romanticus, of christen, die maar niet begrijpt dat we met ons allen in een solipsistisch universum leven waar weinig tot geen fundamenteel mededogen denkbaar is. Hoe vaak moet ik nog zeggen dat homo ss slecht een behaard zoogdier is dat per ongeluk of doelbewust rechtop gingen lopen? Om des te harder te kunnen wegrennen voor het knagende geweten dat hem of haar of hen achtervolgt? De mens rent net zo hard weg voor gevoelens van schuld als voor een wild beest. Misschien Edith, is het geweten wel onze tender predator en onze allergrootste angst? Zeg jij het. Jij hebt ervoor doorgeleerd. Zum Problem der Einfühlung.

Hieronder de nieuwste brief aan Dolf. Wist je dat hij aan het front blind is geworden? Mosterdgas. De arme, nou kan hij het wel op zijn ingevallen vegetarische buik schrijven dat ie ooit nog een beroemde artiest wordt. Ik vind dat zielig. Zoiets verdient een mens die zich met hart en ziel inzet voor God en Keizer en Vaderland niet. Niet dat het Duitse Rijk zijn vaderland was, maar bij wijze van spreken.  


Herr Adolfus Schicklgruber
Lazarett Pasewalk
Pommern
Deutschland 

Wolfsschanze I Die Niederlande I 4 August 2025


Beste Dolf,  

Jammer dat je mij niet hebt laten weten dat het niet zo heel goed met je gaat. Ik begrijp dat wel. Ik ben slechts een vage kennis uit Holland die maar sporadisch van zich laat horen. Neem van mij aan Dolf, dat ik alles intens mee beleef. Wat jou overkomt, overkomt mij. 
















zaterdag 2 augustus 2025

Brieven aan Edith Stein #142 'Wat fijn voor je dat je eindelijk een vaste baan hebt!'

  

Primordial Fluctuations
preliminary photo
detail 

 

 

BRIEF 142
aan Edith Stein
'Wat fijn voor je dat je eindelijk een vaste baan hebt!'  
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Had je al gehoord dat prins Ferdinand, onze Habsburgse kroonprins, is vermoord in Sarajevo? Op 28 juni? En dat Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië heeft verklaard? Op 28 juli? Wat ben ik blij dat jullie veilig in Polen zitten.

Onze Dolf, uit de dubbelmonarchie gevlucht om de dienstplicht te ontlopen, heeft zich in München vrijwillig en uiterst enthousiast heeft aangemeld voor het Duitse leger. Hij had er heel veel zin in, net als Franz Marc en August Macke, collega-kunstenaars uit het Duitse keizerrijk.  

Er is een foto van Dolf bewaard gebleven waarop hij, uiterst minuscuul, op de Odeonsplatz in München, staat te lachen en te zwaaien met zijn René Magritte hoed. Op 2 augustus. Dat is vandaag.   

Ze zeggen dat de foto werd gemaakt door Heinrich Hoffmann, Dolf Schickelgrubers latere hoffotograaf, die zijn studio om de hoek van het plein had. Weet je nog dat ik voor Mijn Vriend een piëta maakte, gebaseerd op een andere foto van Hoffmann? Uit 1925?   

Ze denken ook dat de foto van vandaag, 2 augustus, werd gemanipuleerd. Door Hoffmann. Omdat Dolf daar per se wilde staan. Op dat plein. Op dat moment. Het was belangrijk voor hem. Dat hij er was, niet onopgemerkt mocht blijven. Over het verlangen naar een ego gesproken. Had dat brandende verlangen bij Dolf ook iets te maken met zijn vader, denk je, Edith? En lieve Edith, wie is er vandaag de dag nog volledig toerekeningsvatbaar?  


Herr Adolfus Schicklgruber
München
Bayern
Deutschland 

Wolfsschanze I Die Niederlande I 2 August 2025


Beste Dolf,  

Wat fijn voor je dat je eindelijk een vaste baan hebt! Dat de oorlog maar lang moge duren. Dat je een beetje kan sparen voor de toekomst. Voor een lieve vrouw, een paar fijne kinderen. Bovenal hoop ik dat De Almachtige God de Duitse troepen wil zegenen en dat de eindoverwinning van het Duitse Keizerrijk bij Hem in veilige handen is.

Wist je dat veel kunstenaars zich met veel enthousiasme vrijwillig hebben aangemeld voor deze louterende oorlog? Jij bent echt niet de enige kunstenaar! Ik hoop dat je ze allemaal tegenkomt: August, Franz, Max en nog een heleboel anderen die nooit zo beroemd zullen worden als zij.

Het is echt jammer dat het met de academie in Wenen niet goed is afgelopen. Twee keer afgewezen worden zal moeilijk te verteren zijn geweest. En mens zou daar zomaar rancuneus over kunnen worden. Dat ze jouw onmiskenbare talent niet hebben gezien, bevreemdt me na al die jaren nog steeds.    

Mijn advies zou zijn om tekenspullen mee te nemen naar het front. Een paar persoonlijke spulletjes immers mag iedereen hebben. Zelfs in de loopgraven. Onze geliefde Duitse keizer is weliswaar een bijzonder opvliegende man, maar zijn hart voor het Duitse Volk is groot. Het zal hem pijn doen zoveel talent te verspillen zoals Onan zijn of haar of hen zaad.

Als ik je een tip mag geven Dolf, dan richt je je op mensfiguren. Dieren kan ook, maar het hoogste is toch de mens, naar Gods ondoorgrondelijke beeld geschapen. Architectuur is geen aanrader; hoe dichter bij de vuurlinie hoe minder gebouwen er staan. Kapotgeschoten gebouwen kan iedereen tekenen, net als aan flarden geschoten mensen. Zoiets ziet er al gauw goed uit op papier. Een boom is al gauw een boom, een opengereten boom al helemaal. 

Als je in een loopgraaf weer eens ligt te wachten op het fluitsignaal om de aanval in te zetten, een stapje dichter bij de vijand en dus de Endsieg - mijn Duits is niet bijster, maar dit wist ik toevallig; bovendien vertaalt Edith, een goede vriendin van me, mijn Hollandse brieven in het Hoogduits - pak, als je toch niks kunt betekenen voor de wereldgeschiedenis, je schetsboek en schets de koppen van je kameraden.  

Het is bijna jammer dat je in het Duitse leger terecht bent gekomen, maar De Wil van God kun je moeilijk veranderen. In het Oostenrijkse leger zou je kans hebben gekregen allerhande koppen en etniciteiten te oefenen. Daar zit van alles tussen: Hooglanders, laaglanders, uit Oostenrijk, Hongaren, Bohemers, Joden, Zigeuners. 

[Edith, wil jij even kijken wat je nog meer had in die tijd? Ik bedoel aan etniciteiten? En wil je ook even nadenken of ik de woordjes Joden en Zigeuners nog wel mag gebruiken? Het rommelt in het westen nogal de laatste tijd.]

Het legioen Dolf waar jij in zit is behoorlijk homogeen. Je hebt boeren en arbeiders uit het Beierse domein en je hebt de jongens uit de gegoede burgerij. Ik vergeet de kunstenaars; die pik je er zo uit. Ik weet dat jou dat bevalt dat de verschillen in koppen niet te groot zijn, maar voor het oefen ware het beter dat de variatie wat groter was.   

Omdat mensfiguren nog lastig voor je zijn - vergeef me als je dat inmiddels onder de knie hebt gekregen door niet lui te zijn maar het koptekenen voortvarend ter hand nam - is het slim om door de oogharen te kijken om zo de hoofdvormen te bestuderen, de licht en donkerpartijen. Let niet teveel op de details, want de duivel woont daar.

Mocht je dat van die hoofdvormen lastig vinden, koop dan op een brocante een plastic Disney-shampoo-fles. In de handel heb je nu Mickey, Sneeuwwitje en binnenkort ook Dumbo. De vormen zijn door Walt al zo sterk vereenvoudigd dat het natekeken weinig tot geen moeite zou moeten kosten. 

[Edith, zoek even na wanneer Mickey was. Straks heb ik het verkeerd. Stel dat al die vroege Disneykarakters van na de oorlog waren? Heb jij eventueel een alternatief?] 

Teken een paar hoofdvormen: twee eieren, eentje voor het aangezicht, eentje voor het brein dat daar achter hoort te liggen, al kan zoiets in de loopgraven op slag veranderen, de dos haren zie je ook als hoofdvorm, de oren, een beetje afhankelijk van de grootte, maar in ieder geval de nek want anders zweeft het ei teveel in de lucht, iets wat bij een granaatinslag vrij makkelijk kan gebeuren, en vergeet de schouderaanzet niet te tekenen. 

Daarna volgen de ellipsen en nog weer later de oogjes, de neusgaten en de mond, als een kameraad die nog heeft en: jij zelf nog alles hebt wat je nodig zult hebben om het koptekenen onder de knie te krijgen. 

[Dat van die ellipsen Edith, moet ik in een volgende brief, beter uitleggen; daar krijg ik geheid vragen over. Ook vraag ik me af of ik niet te cynisch ben; ik moet Dolf hoop geven in bange dagen en hem niet bang maken.] 

Stuur mij desnoods de beste tekenen op of maak er foto's van. Een van mijn beste vrienden is kunstenaar en geeft les aan de academie. Ik kan hem vragen om commentaar. Doorgaans is hij mild, al te mild. De studenten noemen hem 'lieve opa.' Als je wilt, dan vraag ik hem om voor jou wat strenger te zijn. Je talent is groot en je wilt het ver schoppen.

Voor de weduwen is het ook leuk dat ze een aandenken krijgen, want je weet het Dolf, in een oorlog sterven de besten, dus ook vast een paar Duitse kameraden. Linkse of rechtse, maakt niet uit. Oorlog verbroedert. 

Ik zal voor je bidden Dolf, tot de Almachtige Heer van de Hemelse Heerscharen en Engelse legers.

Een dankbare groet voor jouw enorme inzet om de oorlog tot een groot eenmalig succes te maken.

Joseph Heij

 

Nog even het laatste nieuws uit de Levant: in de Gazaanse loopgraven verandert er weinig tot niets. Het volk lijdt honger, de strijders zijn moe en Onze Lieve Heer doet niks.

Hartelijks,

Jouw Joseph

 

NB O ja, die brief van de overleden vriend van Mijn Vriend. Laat maar zitten, het is belangrijker om Dolf moreel te ondersteunen. In de volgende brief stel ik jou aan hem voor. Als je goed oplette, dan zie je dat ik terloops al gewag van je maakte.

[Vind je 'gewag maken van' nog gangbaar? En hoe klinkt zon uitdrukking in het Duits? In mijn oren klinkt het behoorlijk Germaans. Of zal ik zeggen: 'Dolf, in de vorige brief had ik het al over Edith, mijn beste vriendin?']    


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vrijdag 1 augustus 2025

Brieven aan Edith Stein #141 'Brief van een overleden vriend'

  

Primordial Fluctuations
work in progress
detail 

 

 

BRIEF 141
aan Edith Stein
'Brief van een overleden vriend' 
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Wat een zomer is het toch. Bij jullie? Ik kan niet naar buiten, een wandeling door onze met wachttorens omheinde hortus maken met zuster Jeanne. En jullie? Regent het in Polen ook dag in dag uit en houden jullie het binnen een beetje droog? Koud is het niet en heet mogen we het ook niet noemen. We hebben het geluk dat de aarde opwarmt maar wij in een voor het menselijk ras mild klimaat wonen. Er zijn ook mensen die juist zweren bij vrieskou, bij duistere korte dagen, bij lange nachten slapen. En er zijn mensen die genieten van de hitte van een bakoven, van dagen zonder nachten, van slapeloze nachten met veel drank en seks en zinloos geweld.   

Weet je wat ook zinloos is? Na de dood een brief vol spijt krijgen. Mijn vriend kreeg zo'n brief. Niet denken, lieve Edith, dat Dolf is overleden en helemaal op het laatst spijt kreeg. Wist je dat Heinrich Heine zich bekeerde tot de godsdienst die hij een leven lang had gehekeld? Nee, Dolf is alive and kicking. Heb nog een dagje geduld; ik schrijf Dolf morgen.

De vrouw van Mijn Vriend was hier en liet me de brief lezen. Ze was zo blij voor hem. Niet dat een van zijn beste vrienden was overleden,dat is niet leuk, maar ze straalde helemaal toen ze mij de brief overhandigde. De dode had voor hij helemaal doodging een brief geschreven met allemaal spijt erin. Maar nooit verstuurd. Ik weet niet Edith, of ik je ooit hebt verteld over de vrienden van Mijn Vriend? Zelf heb ik geen vrienden, niet een. Had ik vrienden, dan zeker geen mannen, alhoewel ik van die liefde ben. Over seks met een mooie vent droom ik soms nog wel, maar als ik wakker word is de pijp zo enorm leeg. Als had ie die kleverige nacht helemaal niet gerookt. 

Ik geef je even wat karige context. Ze, ik bedoel Mijn Vriend en zijn vriend, hadden dertig jaar een enorm diepe vriendschap die steeds dieper leek te worden. Ik moet zeggen: werd. De vriendschap werd steeds dieper. Meer vertel ik je niet. Anders verraad ik teveel en dat wil ik niet. Ik blijf erbuiten. Ik heb hem, Mijn Vriend, zo vaak gewaarschuwd geen vriendschappen aan te gaan, niks om niet te geven. Hij kon slecht luisteren. Volgens zijn onvoorwaardelijke geloof in de Liefde van God kon hij het niet laten mededogen te hebben met anderen, ook met deze vriend. Hij gunde hem alles, maar het bekwam hem slecht. 

Verder zeg ik niks. Hier komt de brief. Niet alles want de meest private delen laat ik weg. De vrouw van Mijn Vriend zet alles op het web. Waarom ze dat doet weet ik niet goed. Ik denk dat ze het zielig voor mij vindt dat ik, door een rechtvaardige rechter, ooit TBS met dwangverpleging opgelegd kreeg en nooit meer vrij kom. Dat dat niet erg is maar een zegening, krijg ik niet aan haar verstand gepeuterd. Ik wil hier helemaal niet weg; ik zit hier prima. Ik vind zuster Jeanne lief en plaag haar graag met haar geloof in een of andere sentimentele god die stikt van de naïviteit.

Zuster Jeanne is tegen abortus. Hoe idioot kan een mens zijn. Wat is een mens nou voordat hij of zij of hen geboren wordt? Niks. Een stukje weefsel. Toen de vrouw van Mijn Vriend eens een buitenbaarmoederlijke zwangerschap had en zelf op een paar centimeter na dood ging, zei de gynaecoloog, of hoe heet zo'n man of vrouw of hen: 'We hebben een stukje weefsel weggehaald.' Ze, Mijn Vriend en zijn vrouw, zagen hem elke week in de kerk. Wat mij betreft aborteer je elk stukje baarmoederlijk weefsel, niet alleen kanker. Ik kan helemaal niets met kinderen; ze komen hier nooit, al is dat volgens sommigen de reden dat ik hier vast zit, in mijn eigen psychiatrische baarmoeder met dwangverpleging. Mij aborteren ze alleen door euthanasie te plegen met of zonder toestemming van de familie. Eerder vertrek ik niet, tenzij vrijwillig. Iets waar is soms ook heel veel zin in heb. Bijvoorbeeld als zuster Jeanne op vakantie is.  

Sorry dat ik vergeet jou te vragen hoe je over het weghalen van een stukje levendig weefsel denkt. Doe ik een andere keer, goed? Nu de brief.

 

Jans Klaassen
Hellepoort 666
Voorgeborgte
30 april 2025 
 

Beste Vriend,

Als je deze brief leest ben ik dood. Dan ben ik aan gene zijde. Ik wacht met reïncarneren tot jij dood gaat. 

Twee maanden geleden zei de behandelende specialist dat ik niet lang meer zou leven. 'Hooguit twee maanden', zei ze. Ik hoop dat het er drie worden. 

Ik schrijf je omdat ik niet wil dat we in een volgend leven de grote ruzie uit dit leven eerst moeten verwerken voordat we iets nieuws kunnen bouwen.  

Vriend, je bent geen makkelijk mens, maar wat ik je heb aangedaan is ook niet voor de poes. En toch hebben we ooit, in een ver verleden, in een van onze vorige levens, voor elkaar gekozen.

Weet je nog dat we samen in de loopgraven van de Tweede Wereldoorlog lagen? Daar was nog een vriend bij; hij is mijn allerbeste vriend. Jij hebt weer je eigen allerbeste vrienden. Al snap ik dat het er soms om spande wie ging winnen. 

Je weet dat ik geloof dat we alle drie begraven liggen op een oorlogsbegraafplaats op de Grebbeberg. Dat jij daar niet in gelooft, weet ik ook. We waren alle drie Duitse soldaten en deelden in september 44, toen we de Engelsen de Polen, de Canadezen moesten tegenhouden,  een herdershond, een vals teefje. Voor de grap doopten we die met de naam Blondi. Een Duitse Herder. 

Weet je nog dat wie die Engelse tweeling tegenkwamen bij het station in Oosterbeek? Dat jij de ene neerschoot en ik die andere die zijn broer kwam helpen? Ze hebben nu een foto op een paal geplakt om de tragische dood van die twee te gedenken. Dat was ook best een beetje zielig.

Jij hebt toen nog voor het Arnhems Museum een prent gemaakt met die twee jongens erop. Ik heb me altijd afgevraagd of jouw schuldgevoel uit een vorig leven zo groot was dat je er in dit leven iets aan wilde doen. Een piepkleine compensatie.  

In dit leven, dat nu ten einde loopt, voor mij vandaag, voor jou morgen, werden wij, alle drie Waffen SS, kunstenaar. De een een stuk beroemder dan de ander, maar dat stond de vriendschap nooit in de weg. Ik denk omdat we in de oorlog zoveel hadden meegemaakt. In tijden van nood ontstaan de allermooiste vriendschappen. Heb jij ooit Band of Brothers gekeken?   

Ik heb veel van je geleerd, vriend. Heel veel. Ik heb dan ook veel aan je te danken. Heel veel. Maar ik vond die afhankelijkheid ook heel moeilijk. Ik keek teveel tegen je op. Wilde zelf ook iets zijn. Zonder jou. Dat toegeven kon ik niet. Niet aan mezelf, niet aan jou.

Toen ik me sterk genoeg voelde, heb ik me van jou losgemaakt. Ik wist dat ik dat deed, maar zeggen kon ik het niet. Ik verzon een paar onnozele argumenten om nu eindelijk zelf eens in het volle daglicht van de aandacht te staan. Jou wilde ik daar niet bij hebben. Omdat het anders weer hetzelfde liedje zou worden. Dat snap je toch?

Ik begon me een kleine maar reizende ster te worden. Upcomming. Dat jij going down ging had ik niet door. Helemaal niet. Ik denk dat ik teveel bezig was met omhoog komen.

Het boeddhisme, aanvankelijk mijn allerliefste godsdienst, leerde me dat alle hechting lijden is. Maar de drang om een ego te hebben was gewoon te groot. Ik moest er eentje hebben. En daar hoorde het onthechten van jou nou eenmaal bij. Dat jou dat pijn deed zag ik niet. Voor mij was het fijn. Ik voelde me bevrijd.

Jij bracht me in contact met De Heere Jezus. Wist ik veel dat dat geloof zowat alles heeft waarvan ik dacht dat alleen het oosten dat had. Jij hebt me zoveel geleerd over dat geloof. En ik heb me dat zo eigen gemaakt dat ik vergat dat ik dat vooral aan jou te danken had, zo goed voelde het. 

Ik heb niet gezien dat ik je zoveel verdriet deed. Ik dacht dat jij niet stuk kon, een groot en sterk ego had. Wist ik veel. Ik was met mezelf bezig, wilde zelf iets zijn. 

Herinner je je nog dat ik een boeddhistische monnik citeerde: 'Om een ego te kunnen loslaten moet je er wel eerst een hebben.' Boeddhisme en christendom leren hetzelfde. Een ego is gebakken lucht. De liefde is onthechting.

Het universum heeft jou om mijn pad gezet om mij te helpen me 'iets te voelen'. Nu ik bijna dood ben, begin ik dat te begrijpen en wil ik iets terugdoen. Beetje laat wel.  

Je weet dat ik een vader had die weinig tot geen aandacht voor me had. Daar zit mijn diepe pijn. Ik denk dat ik daarom zo graag iets wilde zijn, iets wat jij in mijn ogen allang was. Maar je was niks, niet in je eigen ogen.  

Ik zag het niet dat jij met dezelfde pijn zat. Al lag dat voor de hand, ik zag het niet. 

Dat ook jij geen makkelijke vader hebt gehad, al houd je zielsveel van die man, die vreemd genoeg nog leeft waar mijn vader best vroeg dood ging. 

Je weet dat ik je daarom benijd. Mijn vader ging vroeg dood; er viel niets meer te veranderen, te verbeteren, te genezen. Jouw vader zag jou wel, maar had alleen maar kritiek. Jij ging daardoor door de grond. Je gevoelige aard hielp je niet bepaald.    

De liefde van mijn vader was dat ik werd genegeerd. De liefde van jouw vader was de eeuwige kritiek. 

Het spijt me dat ik juist bekend werd als kunstenaar dankzij jouw Jezus die wonden geneest, wiens wonden wij moeten helen. Niet door Hem te verplegen maar de ander. Dat is best een ding. Ik wilde ook iets zijn. En zag het niet. 

Jongen, het is mij vreemd te moede nu ik begrijp dat ik iets geworden ben waar ik weinig recht op heb.  Het verlangen mezelf te verplegen in het ziekenhuis was veel te groot. Zo groot dat jij mijn blinde, ongeneeslijke vlek werd. 

Wij Duitsers zeiden vroeger: 'Jedem das Seine.' En, als de angst voor geweten en oordeel te groot werden: 'Wir haben es nicht gewusst.'   

Nu ik bijna mijn zieltogende, futloze pijp aan Maarten ga geven, snap ik dat zoiets zeggen corrupt is. Laat ik het nog iets sterker zeggen: het is niets anders dan terminaal cynisme.  

Beste vriend, ik weet dat jij heel erg boos op mij bent geworden, toen ik dacht eraan toe te zijn om me aan jouw wurggreep te ontworstelen. Maar het was geen wurggreep. Het was liefde. Genade.

Dat het maar duurde en duurde, zeg vijf jaar, of zes, of wellicht de Bijbelse zeven, voordat ik inzag hoeveel pijn ik je had gedaan, toen kon ik niet meer. Ik had teveel mijn best gedaan. Ik kon met geen mogelijkheid nog langer door jouw stof kruipen.

Wat ik niet zag is dat het mijn stof was. Dat ik niet jouw pijn zag waar jij wel mijn pijn altijd had gezien. Met pijn bedoel ik mijn verlangen iets te zijn wat mijn vader me nooit kon geven. Dat jij zelf ook een vader had die jou geen eigenwaarde kon geven, hetzelfde verlangen had, ik kon het er niet goed bij hebben. Teveel pijn.

Tot twee keer toe heb ik de vriendschap met jou opgezegd. Jij deed dat niet. Als er ooit iemand recht had dat te doen was jij het, eerder dan ik. Ik verbrak het verbond dat gebaseerd was op blindelings vertrouwen.

Waar ik bang voor ben, Vriend is dat jij in een volgend leven verhaal komt halen. In dit leven is je dat niet goed gelukt. Ik liet jou vallen als een baksteen, jij mij niet. Lieve jongen, ik zie op tegen het sterven, al heb ik bereikt wat ik wilde. 

Maar ik zie nog meer op tegen opnieuw geboren worden. Ik wil geen menselijk embryo meer zijn. Ik ben bang dat ik jou vroeg of laat tegen het lijf loop en jij eerwraak neemt. Straks laat jij mij in de steek en voel ik de pijn die jij nu voelt. Oog om oog. Tand om tand. Dat is Karma. Dat wil ik niet.

Mijn vraag is dan ook of je me in een volgend leven niet wilt achtervolgen, niet zult stalken. Ik ben nog niet dood, zie daar nu al tegenop. Al begrijp ik dat de kwantummechanica eist dat deeltjes, eenmaal aan elkaar verbonden, elkaar nooit meer uit het geestesoog verliezen. Ook al zijn beide delen van de Siamese tweeling lichtjaren van elkaar verwijderd en zien ze elkaar met het blote oog niet. 

Ik weet dat jij in een volgend leven wraak mag nemen. Omdat ik volgens mijn boeddhistische geloof anders niks bijleer. Maar jij bent christen en zou moeten kunnen zeggen: 'Ik vergeef je omdat Jezus ons vergeeft. En ook wil ik horen: 'De genade van onze Here Jezus Christus zij met u en met u allen.' Ik wil rustig sterven.

Wil je bidden voor mijn zielenheil? Ik ben je dankbaar voor wat je voor me deed. 

Een onvergetelijke groet,

Jan,

Je vriend 

 

Edith, wat vind jij? Ik val stil. Van commentaar voorzien wil ik deze aandoenlijke brief niet. Ik heb werkelijk geen idee wat ik Mijn Vriend nu moet adviseren. Wat is wijsheid? Mocht je tijd en zin hebben, wil je mij dan per omgaande laten weten wat ik tegen hem, Mijn Vriend, zeg? Jij hebt, net als Mijn Vriend, je hart gegeven aan Christus Jezus; ik bepaald niet. Zeg mij wat Mijn Vriend zijn vriend die nu dood is moet antwoorden. 

Liefs Jouw Joseph

 

NB Morgen schrijf ik echt een brief aan Dolf. Beloofd.  

 

 

 

 

 

donderdag 31 juli 2025

Brieven aan Edith Stein #140 'Ik weet de diagnose niet: Fascistoïde Schizofrenie?'

 


Primordial Fluctuations
work in progress

 

 

BRIEF 140
aan Edith Stein
'Ik weet de diagnose niet: Fascistoïde Schizofrenie?'    
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Gisteren heeft het Israëlische leger in de Gazastrook - een mooi stukje strand met veel potentie aan de Middellandse Zee - weer meer dan 70 Palestijnen - mensen zoals jij en ik - doodgeschoten. Die waren totaal wanhopig op zoek naar het voedsel dat dagelijks op een viertal plekken wordt neergelegd. Als dat al dat weinige lekkers willen ophalen, schiet het IDF er zoveel mogelijk neer. Alsof je in een strenge winter voedsel neerlegt voor de broodmagere vogeltjes en achter de bosjes gaat liggen om ze neer te maaien als ze het op komen halen. Hoe groot moet dat plezier zijn. Hoe sadistisch is het universum. Hoe groot is God.  

Gisteren 70 dode mussen, eergisteren 80 en vandaag vermoedelijk zo'n zelfde aantal, of net ietsjes meer of net ietsjes minder. Om het spannend te houden, denk ik. Edith, een steeds groter deel van de wereld is ervan overtuigd dat de Joden een volkerenmoord plegen in Gaza om die later ook toe te passen op de Westbank. Men zegt niet eens meer: 'De staat Israël doet dat.' Nee, het heet steeds vaker: 'De Joden doen dit.' En het klinkt, eerlijk is eerlijk, ons ook zeer bevredigend in de oren om het op die manier te zeggen: De Joden doen dit, de Joden doen dat.' Een staat is geen mens maar een ding, een abstractie, en daar kun je maar moeilijk net zo boos op worden als op een medemens. 

Om die reden worden er wereldwijd ook veel Israëlische en Joodse kunstenaars, dansers, orkestleden, sporters, influencers gecanceld. Ze zijn Joods en alleen wanneer ze roepen 'Free free Falestine!' of 'Hamas, Hamas, alle Joden aan het gas!' worden ze erkend als goede Joden, politiek correcte Joden, Joden die de hand in de eigen boezem durven steken, Joden die ons helpen om Joden op te sporen, Joden te markeren met het getal van het beest, ze, de Joden, eerst uit Palestina te gooien en vervolgens uit de wereld.   

Snap je Edith, dat het niet bepaald sexy is om uitgerekend met jou te corresponderen? Ik heb jouw godje gevraagd waarom hij mij heeft uitgekozen om uitgerekend met een Duitse Jodin een innige relatie te onderhouden. Hij zegt niks. Zwijgt in talen die ik toch niet versta. Ik moest er maar gauw mee stoppen, met jou te praten, want goed voor mijn kijkcijfers is het, op zijn zachts gezegd, niet bepaald. Niet dat ik hecht aan volgelingen, aan kijkcijfers, aan likjes, maar toch. Iemand moet naar mij luisteren als Jahweh, de god van de joden, dat niet doet.

Mijn Vriend houd erg veel van het Joodse volk. Zal ik hem vragen met jou in contact te treden? Hij verdedigt jullie door dik en dun, voelt zich daar geweldig bij. Hoe meer mensen afhaken, hoe zekerder hij weet dat hij op de goede weg is, het juiste spoor volgt, achter uitverkoren Joodse pootafdrukjes aan op weg naar de vernietigingskampen waar jij zit. Waarom eigenlijk stuur ik Dolf brieven? Ik hoopte steeds dat hij jouw en je lieve nonnen-zusje zou willen sparen. Maar het is niet bepaald sexy om Joden te sparen, je moet ze aanmelden voor de vernietiging. Hoeveel exemplaren van homo sapiens sapiens, Edith, denken na over hun welgevormde en overwogen mening wanneer ze scanderen Free Free Falestine? 70 of 80 of 90?  

Weet je Edith, nu ik er zo ver nadenk, zoals het een net exemplaar van homo sapiens sapiens betaamt, dan moet ik het gesprek met jou nu eigenlijk wel stoppen. Het is afgelopen. Je wordt gecanceld. Alle afspraken voor alle lezingen, alle brieven, alle dialogen worden bij deze geschrapt. Geen Jood mag nog ergens optreden, zingen in een zaal vol mensen, exemplaren van homo sapiens sapiens. - Edith, ik las Yuri Harrari, die echt heel lang nadacht. - We lezen geen Joodse auteurs meer, de boeken gaan op de stapel die we op een avond gaan verbranden. Liefst een gedenkwaardige avond, bijvoorbeeld 6 mei. Jammer dat die dag alweer vervolgen is. Laten we gaan voor de nacht van 9 op 10 november, die hebben we dit jaar nog tegoed.

Voor jou vind ik het rot Edith, want eigenlijk kun jij er weinig aan doen dat er in de toekomst, wanneer jij en je lieve zus allang vergast zijn, iets staat te gebeuren waar de honden geen brood van lusten: een genocide op een arm, onmachtig, nooit eerder in de geschiedenis uitverkoren volk, met industriële precieze uitgevoerd door het volk dat zichzelf als slachtoffer zag van de eerste benoemde genocide ooit. Edith, je kruipt met z'n allen in de slachtofferrol die meer dan 75 jaar lang schromelijk werd overdreven. Zoveel waren het er nou ook weer niet. En ze, jullie, hadden ook schuld aan alles, waarom anders was iedereen zo boos op jullie? Ik moet het brieven schrijven nu dus per direct stoppen. Dat had ik natuurlijk veel en veel eerder moeten doen. Ik ben een meeloper, een bangerik, die de angst om het hart slaat dat hij niet bij de eerste leden der NSDAP hoorde, de echte leden zijn die tot lidmaatschap nummer honderdduizend, de rest is een grote lafbek. Ik kom echt niet verder dan nummertje anderhalf miljard of zo. Ik sta helemaal onderaan.

Als ik daar stond, Edith, want daar sta ik niet. Ik weiger lid te worden van de anti-joodse sekte met inmiddels ontelbare leden. Het is zo simpel. We kopiëren en vermenigvuldigen en geloven de getallen over dode en gewonde en uitgehongerde Palestijnen opgetekend en berekend door The Palestinian Health Organisation, gekopieerd vermenigvuldigen en voor waar aangenomen door de OCHA, een winkelochter van de Verenigde Naties. Geloven we de getallen niet, dan geloven we de beelden van AlJazeera die voor zich spreken, als het waar was dat ze de waarheid en niets dan de waarheid konden spreken. Maar dat kunnen ze helemaal niet. Omdat het geen objectieve getallen zijn maar ideologische.

Probleem is, Edith, dat noch cijfers noch beelden ooit voor zichzelf kunnen spreken; die komen altijd uit de spreekbuis van exemplaren van homo sapiens sapiens die daar belang bij hebben. Sommigen bedoelen het goed, anderen niet. Sommigen zijn goedgelovig, anderen van de Moslim Broederschap.

Wees gerust Edith, ik zat je wat te plagen, een beetje op stang te jagen,kijken of je wellicht ooit zou kunnen geloven dat ook jouw Joseph antisemiet werd. Maar zover is het nog niet, alhoewel ik inmiddels wel voor jullie toekomst begin te vrezen. Van meest uitverkoren zakken jullie in een uiterst verontrustend tempo naar minst uitverkoren. Je weet wel: van Übermensch naar Untermensch. Dat de geschiedenis zich herhaalt is beangstigend pathologisch. Ik weet de diagnose niet: Fascistoïde Schizofrenie? 

Morgen schrijf ik een nieuwe brief aan Dolf; dat hij jou en Rosa moge sparen. Dat wil ik doen, Edith, ook al lijdt de jonge aanstormende kunstenaar vermoedelijk aan Fascistoïde Schizofrenie, dezelfde eeuwenoude geestesziekte waar al zoveel slachtoffers door zijn gevallen. Net zoals ten tijde van De Spaanse Griep, de teringpest, Covid-19. 

Lieve Edith, ik geloof niet in jouw god noch in wonderen, maar in toenemende mate ben ik geneigd om voor jou en je lieve zusje te bidden.

Tot morgen!

Groet Joseph 

 

 

 


dinsdag 15 juli 2025

Oude vriend schrijft novelle: Egbert van der Stouw - 'Over leven' V

 

Souvenirs uit Lenzerheide
1992

 

 

Oude vriend schrijft novelle V

In de tijd dat Egbert en ik het gymnasium in Ede doorliepen was de wereld om ons heen nog christelijk te noemen, niet alleen doordesemd van de tale Kanaäns maar ook moraal en uiteraard een wereldbeeld dat daar onder lag. Egbert kwam uit een wat zwaarder milieu dan ik maar ik herinner me dat niet zo; we zaten aardig op dezelfde golflengte, al was Egbert al meer bewust van de strijd die Marin Luther King samen met vele anderen voerde tegen discriminatie en onderdrukking van de Afro-Amerikaanse bevolking in de VS en is dat verschil tot op de dag van vandaag waarschijnlijk blijven bestaan.   

In 'Over leven' pelgrimeert Hilda, de hoofdpersoon uit de novelle, van hier naar daar en ontmoet een Somalische jongeman die is gevlucht van daar naar hier. Pelgrim ontmoet vluchteling. Het verhaal bouwt op van een nog levende maar beslist allang zieltogende - lees als je wilt terminale - religieuze gemeenschap die zich klaarmaakt voor het jaarlijkse hoogtepunt van deze tweeduizend jaar oude religie: de mens die terugkeert uit het dodenrijk; het overledene familielid dat na twee dode nachten weer monter als altijd opstaat uit de hersendood, uit het ui steen gehakte graf stapt en doodleuk verschijnt aan zijn of haar of hen geliefden; de doodgemartelde verzetsstrijder die vlak voor het einde riep Free Free Your Mind en dat nu weer doet. Het is jammer dat deze mens een Jood was en Jezus heette, want anders zouden we luisteren. Nu liever niet. Geen tijd voor onzin, geen zin in achterhaalde leugens.

Ik zeg wel dat deze indigenous community de meest wonderbaarlijke terugkomst uit het rijk der morsdoden viert als een wonder van de natuur die geregeerd wordt door de in deze kraal aanbeden godheid, maar midden in de nacht wachten op deze alle wetenschap tegensprekende verschijning is niet zo vanzelf sprekend als de lezer zou denken. Elke religie legt zichzelf regels op die het spel ordentelijk moet laten verlopen; wil een enthousiast gelovige iets anders dan dat wat al duizend jaar hetzelfde is, dan botst die al gauw op een muur van hardnekkig onbegrip. Gelukkig lukt het Hilda de gemeenschap waar amper beweging of leven in zit in beweging te krijgen. Het schattige, stokoude en nog altijd goed onderhouden kerkje blijft de nacht van zaterdag op zondag, de Paasnacht, open en iedereen is welkom om de komst van De Opgestane Heer mee te maken, precies zoals iedereen op oudejaarsavond wacht tot het twaalf uur is en het nieuwe jaar kan worden begroet.

Midden in deze doorwaakte nacht waar tegenwoordig zowat iedereen rustig en volmaakt onverschillig doorheen slaapt vindt er een rituele seance plaats. Haile, de Somalische vluchteling, wil graag sterven. Omdat we zover van onze oorsprong zijn afgedwaald zou het erop kunnen lijken dat de jongeman ritueel wordt geslacht, maar dat mag in Nederland niet, niet bij leden van de ondersoort homo sapiens, wel bij andere zoogdieren, of dat Haile geëuthanaseerd wil worden, iets waar liberaal verlichte zielen rode koontjes van krijgen. Nee, het is louter spiritueel. Het is in de geest. De vluchteling vindt zijn eeuwige thuis in de dood van het ego; in Paulinische termen heet dat: Haile wil sterven aan zichzelf en Christus aandoen, wenst de oude mens te verruilen door de fonkelnieuwe. Alle erfzonden worden afgewassen, het eeuwige leven wordt beërfd. - Zoek maar op al die rare woordjes. -

Het verschil tussen de weg die Egbert na de middelbare school heeft afgelegd en de mijne is groot. Egbert bleef na het gymnasium verankerd in de geloofsgemeenschap waaruit hij stamde, innig verbonden met zijn vader die op late leeftijd dominee werd. Ik ging naar de grote stad, miste de aansluiting met een kerkelijke community en verloor zowat alle contact met de eigen religieuze roots. Ik verloor onderweg de tale Kanaäns, de heilige teksten, de liederen, wist niet hoe religieuze inborst met anderen te delen in een troostrijk ritueel, raakte steeds verder verwijderd van een wereldbeeld waar ik zoveel om had gegeven. Nietzsche werd mijn spirituele vriend.

Nietzsche was de pelgrim met wie ik een tijd optrok. En nog steeds sla ik met hem  de meest aanlokkelijk exotische wandelpaden in, om samen het christendom om zeep te helpen, netjes gezegd, te ontmythologiseren of te deconstrueren. Tot er helemaal niets meer van dat geloof over is. Denken we, huppelend en zingend, steeds dezelfde berg beklimmend en weer afdalend, tot we minder dan een ons wegen, almaar meer in onszelf gelovend - precies zoals het de Übermensch betaamt - almaar vrolijker, in de wetenschap dat we, op weg naar het hoogste, alle ballast der metafysica van ons hebben afgeschud. 

Wat me ontroerd is dat Egbert en ik na 40 jaar woestijn helemaal niet ver van elkaar vandaan zijn geraakt. Sterker nog, ondanks het feit dat we allebei met lede ogen aanzien dat de God van de christenen in Nederland in het sterfhuis wacht tot de engelen hem komen halen, pelgrimeren we lustig verder met links van ons de vrolijke Nietzsche en achter ons de goedlachse Jezus. Uiterst prettig gezelschap.

Wat Egbert binnen de kerk deed, probeerde ik daarbuiten: de onverwoestbare schittering van het evangelie van Jezus Christus nog net ietsjes beter te begrijpen. Zoiets kan alleen in gezelschap van een uiterst begaafde advocaat van de duivel.     

Over leven heeft me ontroerd. Omdat ik zag dat we dezelfde weg hebben afgelegd en niet dezelfde weg hebben afgelegd, dezelfde rivier overstaken en niet dezelfde rivier, dat wij het waren en niet waren. Dat alleen een dode god eeuwig leeft. 

 

 

Egbert van der Stouw
'Over leven'
  
ISBN 9789493198678
28 februari 2025
100 pag