Lieve Edith,
Dit is de tekst waar ik het over had. Wil je die corrigeren? Vertalen in het Duits hoeft niet. Ik snap dat het lastig voor je is omdat je het beeld niet ziet, niet kent.
The Act of Killing
- Het zeer verontrustende beeld ‘The Act of Killing’ is gebaseerd op een foto van een mens die zo ziek was dat we bijna zouden gaan geloven dat het kwaad geen abstractie is maar een Beest. Op schoot van de zieke geest ligt een dode medemens die zo walgelijk gemarteld werd dat we bijna zouden willen geloven dat het goede de Bron van het universum en geen abstractie. -
In toenemende mate vind ik het lastig om iets te zeggen over het werk dat ik maak. En toch put ik me veel vaker dan vroeger uit in het schrijven over het werk. Ik weet niet goed wat dat is, maar het is wel zo.
‘The Act of Killing’ spant de kroon: over dit werk iets zinnigs zeggen, kan ik amper, maar zelden schreef ik zo vaak en zoveel als over dit werk. Dat komt, denk ik, omdat het beeld tegelijkertijd zo belachelijk voor de hand liggend lijkt, of is, maar niet eerder werd gemaakt. En ook omdat het zoveel betekent, waar het er in zijn verschijningsvorm toch vrij simpel uitziet.
- Misschien is het omdat dit werk terminale kanker heeft en ik er iets over wil zeggen voordat het voorgoed verdwijnt. -
‘The Act of Killing’ lijkt direct te verwijzen naar die piëta: Maria, de Moeder van God - God behoedde De Moeder - draagt haar dode zoon - God behoedde De Zoon - op haar schoot, bovenop haar onbevlekte baarmoeder die, zoals alles aan Haar, onbevlekt is, zonder zonden. Dat De Zoon zonder zonden is leidt geen twijfel. Die twijfel smelt bij het in ogenschouw nemen van De Mens en Zijn Weg in luttele seconden. Dat velen daaraan twijfelen is helemaal oké. Jedem das Seine.
We zien twee mannen; mannen zijn in de Darwinistische dierentuin elkaars concurrenten en plegen broedermoord op broedermoord. Oog om oog. Tand na tand. Dat de slimsten eerder samenwerken dan doden ontgaat de meesten.
Hitler draagt Jezus op schoot. Binnen de klassieke christelijke iconografie betekent dat onmiddellijk het verdriet van de levende om het lijden en sterven van de dode. Het eigen kind. Gods enige kind. De zoon, de dochter, de mens die in een wanhopige poging de sterfelijkheid te overwinnen verwekt werd.
Maar misschien is het niet Dolf die huilt, misschien is het Jezus. Huilen om Dolf. Huilen om dit geboortegeschenk. - Hoe heet het tegenwoordig? Wij zijn blij met de geboorte van Ons Kind. -
Is dat de vraag die onder alle andere vragen ligt: waarom zijn wij zo ongegeneerd blij met elk pasgeboren menselijk embryo terwijl wij weten dat het een beest is? Is het voor het menselijk ras niet veel beter om helemaal geen nageslacht meer te verwekken? Waarom nog een spaarzame minuut geloven in de liefde die boven instinct en libido uitstijgen? Is de kosmos niet veel beter af zonder dier dat denkt maar geen geweten heeft?
Werd er dan toch een enkele keer in duizend jaar een mens met een rein geweten geboren, waarom? Elke preditor herkent op elk veld elk geweten en valt aan. Elk geweten loopt mank en is gedoemd om te sterven. Zalig zijn deze zwakken niet, slechts voer voor dat wat werd geïncarneerd in het vlees zonder geweten.
Binnen de klassieke christelijke iconografie is ‘The Act of Killing’ strikt genomen geen piëta. Omdat het daarbij altijd gaat om Maria, de door God de Vader uitverkoren onbevlekt ontvangen Moeder van Jezus, die onpeilbaar verdriet heeft om haar Zoon die voor haar eigen ogen zoveel moest lijden en daarna wilde sterven. Het doet ons weinig tot niets meer, dit beeld. Totdat een levende moeder uit het hedendaagse geslacht homo sapiens sapiens huilt om haar dode zoon. Of dochter. Of het kind. Deze rigor mortis, deze volmaakte onverschilligheid voor dit beeld moeten we genezen: de piëta is een van de krachtigste beelden die het zoogdier mens in de laatste duidend jaar ontwikkeld heeft.
- Huilt Moeder, het Zelf, echt om de Zoon Ander die niet het Zelf is of huilt zij omwille van zichzelf? Of allebei tegelijk? Zum Problem der Einfühlung. -
De seksuele wellust die in het doden verankerd ligt, ligt ook verankerd in het verlangen om te oordelen. Als kanker die om zich heen grijpt, zo woekert ook de wellust tot wraak. Tand om tand. Veel eerder dan de vraag naar het wenen, om de dode op de moederschoot, raakt ‘The Act of Killing’ aan de vraag naar het oordeel dat hoe dan ook geveld gaat worden. Das Urteil. Niet al te makkelijk te raden wat dit beeld betekent geeft de titel een aanknopingspunt.
De titel van het werk ‘The Act of Killing’ werd ontleend aan de gelijknamige documentaire van Joshua Oppenheimer uit 2012. In die film, die alle registers van de Sartriaanse walging denkbaar in ons opwekt, re-enacten gepensioneerde Indonesische militairen de moord op ongeveer 1 miljoen vermeende communisten uit de periode 1965-1966. Ze beleven veel plezier aan het herbeleven en ontvangen dankbaar het applaus van het publiek.
- Zelf ten diepste bewogen door het verhaal van het evangelie van Jezus Christus, zoals dat in de vier canonieke evangeliën werd opgetekend, wilde ik proberen te begrijpen wat het precies moet worden bij Het Laatste Oordeel. -
Omdat wij in de verste verte niet meer kunnen geloven in zoiets als een mythisch eindoordeel over ons leven op aarde - op zijn best geloven we nog in opgebouwd karma - proberen wij, nakomelingen van homo sapiens sapiens, al in dit leven zoveel mogelijk rekenschap te geven van onze daden. Daarna immers is er niets meer. Onze allerslechtste gewoonten werden, nog niet eens zo heel lang geleden, ondergebracht bij onze rechtbanken die zoveel mogelijk onafhankelijk zijn van de wetgevende en uitvoerende machten. En ook houden we kerk en staat gescheiden. En dat is goed. Dat is heel goed.
Maar bedenk nou eens dat veel satanisch banaal kwaad in dit ondermaanse leven onbestraft blijft, is het dan niet meer dan normaal dat in ons brein een verlangen naar postume genoegdoening opdoemt? ‘The Act of Killing’ gaat over het meest zieke kwaad dat de ene mens de andere mens aandoet.
Dat het Darwinistische zoogdier mens nadenkt over ‘een soort van genoegdoening na de fysieke dood van het misdadige lichaam’ – iets dat in de ogen van de wetenschap ook de dood van de ziel, of het bewustzijn, betekent – is aandoenlijk. We kunnen maar niet geloven dat het kwaad volledig ongestraft zijn gang kan gaan.
Het christendom kwam, net als andere godsdiensten, met het idee dat er na de rigor mortis, de totale verstijving van ziel en lichaam, rekenschap moet worden afgelegd over de in het leven begane daden en dat er genoegdoening moet plaatsvinden. Iets vind dat mooi. Heel mooi. Dat het meest perverse kwaad, ik bedoel het kwaad, waarbij de dader geniet van het lijden van een exemplaar van de soort, - nog zieker is het seksueel genieten – ongestraft blijft is verontrustend onbestaanbaar. Nooit meer slapen.
In ‘The Act of Killing’ treurt Adolf Hitler niet om de dode Jezus; zoiets is niet denkbaar, loochent alle feiten en is volstrekt blasfemisch. Jezus buigt zich over Dolf, mensenkind, werpsel van twee zoogdieren, geboren uit wellust, of uit liefde, wellicht uit allebei. Kind van Alois en Klara. Duitsland. Zomaar een land. Zomaar een tijdsgewricht. Zomaar een mens. Is dit een mens?
De christelijke kerk leert al eeuwen dat de door de Romeinen, niet de Joden, doodgemartelde Ecce Homo, terugkomt. Allereerst om zielen die al veel te lang gevangen zaten te bevrijden, maar ook om te oordelen. Jezus Christus, Rabbi, tevens Messias, oordeelt helemaal aan het einde van de tijd alle levenden en alle doden. Darwinisten hebben berekent dat het om zo’n zevenduizend geslachten gaat. Onverdraaglijk is de gedachte dat het uiterst getalenteerde kwaad deze dodendans zou weten te ontspringen. Zoiets is onbestaanbaar. Jezus Christus, of iemand anders die het nog beter weet, moet wel oordelen.
In recente tijd bestudeer ik het fenomeen NDE (Near Death Experience) vrij nauwgezet. Daarin wordt, eindeloos vaak, geschetst dat er, na de dood en aan gene zijde, geen oordeel plaatsvindt maar het zoogdier mens slechts ziet wat er verkeerd was, niet goed ging. Daarna gaan ze zowat allemaal met de engelen linea recta naar hun voorouders, hun geliefden, hun kinderen en ander verwante zielen. Geen kwaad woord over het kwaad.
- Ik heb geen enkele vrede met het idiote idee dat dood dood is en dat het kwaad volledig vrij uitgaat, de dodendans ontspringt. Ik zie Onze Lieve Heer of iemand anders die geen ego had graag zitten op die zetel waarop Hitler zat. ‘The Act of Killing’ lijkt eerder te gaan over de vraag of alles wel in een seconde of twee moet worden vergeven od dat er genoegdoening moet plaatsvinden. -
Mochten de drie rechtvaardige rechters van de Heilige Drievuldigheid werkelijk alles met de mantel der liefde willen bedekken, alle zieke daden, alle immense leed, dan vraag ik een gesprek aan. Mochten ze beslissen dat Adolf Hitler, met een paar pf vrij veel anderen anderen, voor eeuwig verloren gaat, in het christendom heet dat ‘de tweede dood’, niet bepaald een gangbare term, ook dan wil ik graag een gesprek. In het eerste geval wil ik weten of de dader zichzelf al genoeg heeft gestraft door te doen wat ie deed. In het tweede geval wil ik weten waarom deze ziel ooit geboren werd.
Zowel het beeld van de Dode Zoon van God op de schoot van de Levende Zoon van Satan als ook het omgekeerde, de dode Adolf op schoot bij Jezus, schoten tekort. Dat is ons menselijk tekort. Vandaar dat ik het gelaat van beiden verwisselde. Dat is pervers wanneer men denkt dat goed en kwaad volstrekt ambigu zijn, maar troostrijk wanneer men bedenkt dat het kwaad niet banaal genoeg is en er mee wegkomt. Makkelijk is het niet om de mens te beminnen die satanisch kwaad doet. Liever dan beminnen gingen wij dieren voor de tweede dood: het mes tussen twee ribben op weg naar het hart dat het voorgoed wil doden.
In een God geloven die alles best vindt, en geen kwaad met kwaad vergeldt, kan ik niet goed, in een God geloven die kwaad wel met kwaad vergeldt ook niet al te best. In geen God, of Source of Universe, geloven vind ik krankzinnig. Als Entartetes Andachtsbild uit de traditie van De Moderne Devotie vind ik ‘The Act of Killing’ een troostrijk beeld. Het kwaad ontspringt de dans niet. Maar hoe het afloop met de meest zieke zielen die de teerling ooit heeft geworpen weet ik ook niet. Wat ik geloof is dat de prooi de jager overleeft.
Edith, weet je, ik ben bang dat ze het beeld wantrouwen en afwijzen en anders de tekst wel. Het beeld is zo simpel en zo naar. En de tekst is wazig dubbelzinnig, bijna Frans postmodern.
Nou ja, je weet het: ik doe allemaal het uit liefde voor jou.
Jouw Joseph