maandag 4 augustus 2025

Brieven aan Edith Stein #143 '...'

 

Primordial Fluctuations
preliminary photo

 

 

BRIEF 143
aan Edith Stein
'...'  
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Die spijtoptant van mijn vriend die onlangs is overleden maar nog net op tijd een brief schreef, weet je, daar wil ik weinig woorden aan vuil maken. Mijn Vriend is een uiterst naïeve, hardleerse romanticus, of christen, die maar niet begrijpt dat we met ons allen in een solipsistisch universum leven waar weinig tot geen fundamenteel mededogen denkbaar is. 

Hoe vaak moet ik nog zeggen dat homo ss slecht een behaard zoogdier is dat per ongeluk of doelbewust rechtop gingen lopen? Om des te harder te kunnen wegrennen voor het knagende geweten dat hem of haar of hen achtervolgt? De mens rent net zo hard weg voor gevoelens van schuld als voor een wild beest. Misschien Edith, is het geweten wel onze tender predator en onze allergrootste angst? Zeg jij het. Jij hebt ervoor doorgeleerd. Zum Problem der Einfühlung.

Hieronder de nieuwste brief aan Dolf. Wist je dat hij aan het front blind is geworden? Mosterdgas. De arme, nou kan hij het wel op zijn ingevallen vegetarische buik schrijven dat ie ooit nog een beroemde artiest wordt. Ik vind dat zielig. Zoiets verdient een mens die zich met hart en ziel inzet voor God en Keizer en Vaderland niet. Niet dat het Duitse Rijk zijn vaderland was, maar bij wijze van spreken.

Let erop dat ik hier en daar wat kitscherig schrijf, maar dat is omdat ik denk dat Dolf niet bepaald zit te wachten om literair hoogstaand formuleren, maar wel intens graag een warme arm om zijn blinde en verslagen schouders geslagen wil krijgen.


Herr Adolfus Schicklgruber
Lazarett Pasewalk
Pommern
Deutschland 

Wolfsschanze I Die Niederlande I 4 August 2025


Beste Dolf,  

Weet je nog wie ik ben? Joseph? Jouw penvriend? Uit Wolfsschanze in Holland? Hoe is het nu met je?

Wat een verschrikkelijk nieuws kwam mij vanochtend vroeg ter ore - lezen doe ik niks; dat mag niet - op een dag waarvan men zegt dat die heter wordt dan alle andere dagen. 

Je bent blind, Dolf, je bent blind. Je ziet in de hospitaalspiegel je eigen gelaat niet meer, je doorleefde gelaatstrekken, je ingestudeerde grimassen. Wat moet dat naar zijn.   

 

 

 

Jammer dat je mij niet hebt laten weten dat het niet zo heel goed met je gaat.