De bestraffing, 2006-2007
houtskool, pastel, balpen en verfstift op papier
148 x 150,5 cm
Veel boeken hebben is een deugd, maar ze niet allemaal tegelijk kunnen lezen is een ondeugd. Nog erger is de gedachte dat men sommige boeken nooit zal herlezen. Gelukkig werd de kinderbijbel bij ons thuis vroeger zoveel gelezen dat de verhalen maar nog vaker de daarbij behorende afbeeldingen in de ziel gegrift staan.
Onlangs pakte iemand De kinderbijbel van Johanna Kuiper uit 1960van de kinderboekenplank en bladerde er doorheen. Ik heb er nooit meer in gekeken. Bij een van de op een warmgele onderkleur gedrukte afbeeldingen voelde ik iets in de onderbuik, geen vlinders maar wel de schok van de herkenning.
Op de tekening in dikke zwarte lijnen is een man te zien die tot zijn middel in het water van een rivier of meer staat. Achter hem staan twee jongemannen die vermoedelijk de kleren van de bader dragen. Het landschap heeft veel weg van een woestijn- of maanlandschap met middelhoge bergen. De zwaar behaarde man met haarlint lijkt almaar dieper het water in te lopen. Maar het is niet zozeer de man zelf, noch zijn naaktheid, noch de homo-erotische setting van het geheel dat vroeger mijn aandacht moet hebben getrokken. Dat speelt allemaal wel een rol, maar het zijn vooral de vreemde vlekken, de zwerende wonden op zijn bovenlijf die me mateloos fascineerden.
Onder de tekening van A. Jagtenberg staat: … en Naäman ging naar de Jordaan en waste zich zevenmaal. Ik weet niet meer wie Naäman was, wel heb ik de wonden onthouden. Op de een of andere manier moet het iets te maken hebben met de tekening De bestraffing (2006-2007) die vanmiddag wordt opgehaald om af te reizen naar het Stedelijk Museum Schiedam vanwege de tentoonstelling All about Drawing.
Illustratie van A. Jagtenberg
… en Naäman ging naar de Jordaan en waste zich zevenmaal.
… en Naäman ging naar de Jordaan en waste zich zevenmaal.
uit De kinderbijbel van Johanna Kuiper, p. 165