Lieve Edith,
Gisteren was de vrouw van mijn vriend hier - je kent hem, haar niet - Ze liet mij op haar mobiel vol trots een afbeelding zien van het werk dat werd aangekocht door 'De Provincie'. Je begrijpt dat ik in het midden laat om welke provincie het precies gaat; omdat het zo heikel is om voortdurend op eieren te lopen.
Voor mijn vriend ben ik natuurlijk blij dat hij eindelijk weer een werk verkocht kreeg ook al ben ik de maker. Kan het schelen? Wat valt er over te zeggen? Het idee is doorgaans dat wat gezegd wilde worden in een visueel beeld allang gezegd is. In dat beeld. Meteen na het kortstondig aanschouwen van de meest simpele dingen volgen altijd weer de horden oorlogszuchtige woorden.
Ze zeiden vroeger wel eens: 'In den beginne was het woord.' Ik denk het niet. Ik geloof niet dat dat waar is. Wel is het waar, denk ik, dat vers gebaarde menselijke embryo's zo wreed uit de meest veilige plek op aarde worden getrokken, geduwd, geperst, dat ze eenmaal buiten helemaal niets zien. Niets willen zien.
Deze geboorte in de wereld buiten moeder immers voorspelt maar erg weinig goeds voor dat wat komen gaat. Wat wel goed is kan zo'n jong lijfje niet zo gauw bedenken.
In plaats van het licht der wereld te willen aanschouwen kiezen de meesten ervoor de twee mini-oogjes stijf dicht te houden en zo luid mogelijk te schreeuwen. Alsof je naar dat lelijke maar woordeloze schilderij van Edward Munch kijkt. Je leest het bordje.
Tegenwoordig kun je met een klein robotje, een machientje, een oogje, een gevoelig oogje dat altijd wakker is elke argeloze passant, elke onschuldige voyeur de stuipen op het lijf jagen. Als een vleesetende plant die na de daad, de penetratie, kleinburgelijk dichtklapt en het monster dat zelf ook ooit embryonaal was verorbt, verteert en zielloos traag laat sterven. |
Als ik het goed snap Edith, dan heeft 'Rosacea', dat door 'De Provincie' aangekochte en op zaal gehangen werk - werkelijk een mooie plek, al zag ik het slechts op de mobiel van de vrouw van mijn vriend, heel liefdevol en vakkundig gedaan - dan heeft Rosa tegen een paar argeloze passanten staan schreeuwen als was het een living statue. Je loopt langs, je denkt 'dit is niks, ik loop verder' en dan begint het. Jammer.
Je zult Edith, mij wel weer vrij cynisch vinden en ik weet dat jij het cynisme voorbehoudt aan alle in het leven teleurgestelde embryo's. Dank je wel. Je hebt je punt gescoord. Geef ik ruiterlijk toe. Maar ik heb een socratische tegenvraag aan jou, vrome, joodse, roomse non: 'Kan cynisme ook nog iets anders belichamen dan bittere teleurstelling?' En deze vraag: 'Kan cynisme ook een effectief wapen zijn tegen cynisme dat zichzelf niet als zodanig herkent?'
Zeg jij eerst eens tegen Joseph wat jij van Rosacea vindt. Schreeuwt het tegen je als een zwaar onnozele antifa of fa? Zwijgt het beeld in alle talen, blijft het woord bij god en is het god? Kun je er dan ook naar kijken als was het een Andachtsbild? Je weet wat ik bedoel. Jullie Duitsers. Jullie kunnen heus woordeloos nadenken.
Edith, ik hoop echt dat de zon schijnt in Birkenau. Dat jij en Rosa een fijne dag mogen hebben, zonder al dat ellendige geschreeuw om je heen. Volgens mij is het bij jullie ook prima weer om een wandeling te maken.
Liefs Jouw lieve Joseph