Zeer uitverkoren Theresia van het Allerheiligste Kruishout van de Zwetende Verlosser,
Je vindt, Edith, dat ik me raadselachtig uitdruk? Misschien. Mijn bloedeigen vader zei dat ook altijd: 'Jongen, wat ben jij cryptisch. Als je niet gewoon kunt zeggen wat je denkt, als jou dat talent niet is gegeven - je kon het maar niet ontwikkelen - geef mij dan tenminste een sleutel tot de crypte.' Ik: Maar paps, van wie zou ik dat hebben, dat cryptische? Wie dolf mijn graf, wie dat van jou? Welke rotte appel valt ooit ver van de stam van de boom van kennis van goed en kwaad? Geen een toch?'
En, om het een beetje te verduidelijken - mijn vader bleef me aankijken alsof ik manisch aan een doodgeboren veulen trok - vervolgde ik: 'Als ik me niet presenteer als een spiegel van raadsels, dan zou ik zo helder moeten zijn als glas? Hoeveel profeten, uit de Bijbel of een ander goed boek, ken jij waar je doorheen kunt kijken als was er helemaal geen profeet, geen spiegel van raadsels maar kraakhelder glas? Waarom stuurden de oude goden cryptische betweters op een volk, of stam of tribe, af als dat volk zichzelf zo goed verstond?' Welk komisch-kosmisch woord mag een profeet tegenwoordig nog ongestraft gebruiken zonder stapels stenen des aanstoots naar zijn kop gegooid te krijgen? Ik ken die goden niet, dat zijn mij onbekende goden die ik weiger te aanbidden.
Edith, wist je dat Mijn Vriend inmiddels bijna geen volgers meer heeft en, waarschijnlijk om die reden, A.K. naar zich toetrekt? Precies zoals de meeste mensen die een nieuw maar goed idee van een ander vernemen, meteen denken dat ze het zelf bedachten? Ik ken maar weinig mensen die langer dan een paar seconden kunnen onthouden dat ze iets goeds of iets slechts niet zelf bedachten maar ontleenden aan anderen die een stuk slimmer zijn. Jij zou, als wetenschapper, toch moeten weten dat je voortdurend uitlegt wat je van wie leent en welke gedachte je daadwerkelijk en uiterst vakkundig uit je eigen brein wist te destilleren? Allemaal voetnoten toch?
Snap je, Edith, dat ik zelf knettergek word van de gedachte dat bijna geen enkele gedachte die ik genereer oorspronkelijk is, maar geleend werd? Dat ik dus schatplichtig ben en rekenschap heb af te leggen? En dat niet later in de tijd, wanneer het kalf allang verdronken is, maar nu? Dat ik dat niet in het hiernamaals hoef te doen, maar meteen mag ophoesten? Begrijp je mij Edith, wanneer ik zeg dat mijn hoofd werkelijk de hele dag lang rekenschap aflegt van het eigen kopieergedrag, maar dat mijn ogen die louterende ervaring zelden bij anderen opmerkt? Hoeveel mensen ken jij die zich niet met al te groot gemak dingen toe-eigenen die niet van hen zijn maar van een ander? Snap je nu een beetje beter waarom ik hier zit terwijl anderen hier hoorden te zitten? Het heet hier in huis steeds: 'Jooozev, Joozev, wat ben jij toch een gevoelige jongen.' En: 'Wat maak jij het jezelf moeilijk, kerel. Zo overleef je het niet.'
Moet ik nog antwoord geven op de retorische vraag of mijn kop niet precies hetzelfde doet als de hersens van een ander? Moet ik nog aan jou uitleggen dat het al met al beschaafder is, en minder eenzaam maakt, wanneer je de ander voortdurend prijst omdat je wel degelijk kopieerde? Waarom is dat voor de meeste exemplaren van homo sapiens sapiens toch zo moeilijk Edith? Waarom lukt het de meeste exemplaren - 'Stuecke' zeiden de S.S.ers die het Rode Huis of het Witte bewaakten - toch zo slecht om een ander te gunnen wat een ander toekwam? Ze zien het niet eens, ze willen het niet zien, ze geloven het niet, waren anders zelf ook heus wel op de gedachte, of op meerdere gedachten - bravo! - gekomen, of vonden het kant en klaar op het internet-zonder-bronvermelding dus waarom moeilijk doen? Misschien hebben wetenschappers een groter geweten dan kunstenaars? Zeg jij het Edith.
Zoals miezerige ambtenaren die nog nooit een sportschool van binnen hebben gezien, bij wie de behaarde onderbuik zowat op de grond hangt, in hun bolide ineens macht voelen die ze met geen mogelijkheid kunnen beteugelen. Omdat ze anoniem zijn. Kopiëren van het web veroorzaakt minder stress, minder gewetensnood. Omdat het anoniem is. Ondertussen is het verschil tussen het geweten van een copycat die steelt van de naaste naaste en dat van die zwarte ambtenaren-kater die anoniem steelt, pijnlijk genoeg bijna altijd verbazingwekkend veel kleiner dan een nano.
Copycats zelf vinden mij doorgaans, wanneer ik uitleg hoe ik ernaar kijk, 'veel te moeilijk' doen. 'Wat een gedoe', heet het. Zelf zou ik het een kwestie van beschaving noemen om het jezelf als ambtenaar van de burgerlijke stand niet zo bedrieglijk makkelijk te maken. Een oprechte boeddhist zouden zeggen: 'Zonder identificatie vallen zware energieën weg.' Ik ben erg benieuwd wat je gaat zeggen, lieve wijze Trees, hoe jouw heilige zweetdoek tegen deze dingen aankijkt.
Ik hoor het graag. En fijne groet,
Joseph