woensdag 25 januari 2023

Brieven aan Edith Stein #45 'Iconografische aanhangsels'

 

 

  


BRIEF 45 
aan Edith Stein 
'Iconografische aanhangsels'   
Joseph M. Heij
Wolfheze bij Arnhem
 

Genadige Edith,

Wil jij eens aan Jezus vragen wat hij van mijn vorderingen tot nog toe vindt? Ik bedoel niet dat Hij moet kijken naar de originele foto van Heinrich Hoffmann uit 1932, sorry 1923, want die is best goed. Ik bedoel wat er overblijft van deze foto met iconografische aanhangsels als je die zo groot af laat drukken. En ook wat Hij vindt van Zijn eigen kop? Wil je dat laatste ook nadrukkelijk vragen? Of dat Hij het weer vraagt aan Zijn Vader? Niemand weet beter hoe Jezus eruit ziet dan Onze Lieve Heer. Ze zien elkaar denk ik zowat dagelijks.

Ik wil je best zeggen wat ik vind van de door mezelf uitverkoren kop, maar wat de vrouw van mijn vriend gisteren zei, daar schrok ik behoorlijk van: 'Die kop met dat langgerekte gezicht en die hangende oogleden vind ik altijd heel afstotelijk. Dat doe je  altijd Joseph. En dat lange haar en bijpassende baardje. Moet dat per se? En die groene doornenkroon vind ik helemaal niet meer van deze tijd. Jezus is een hele goeie man. Waarom moet ie zo'n akelig boze rotkop hebben?'  

Daar kon ik het mee doen, Edith. En daarom dacht ik: 'Voordat ik verder ga, wil ik weten wat Jezus zelf zegt.' Maar jij Edith, mag het ook best zeggen. Waarom zou je niet eerlijk mogen zijn tegen Joseph? Aan de mening van de vrouw van Mijn Vriend hecht ik tegenwoordig geen enkele waarde meer, maar ik sloeg wel aan het twijfelen. Ik dacht dat ik de beste kop had gevonden uit de hele schilderkunst, voor deze collage dan. Maar nu weet ik het niet meer zo zeker; ik erger me aan mijn eigen onzekerheid.

Iets anders dat me tegenvalt is dat het beeld, zo groot opgeblazen, onscherp wordt en 'pixelig'. Dat is niet helemaal de bedoeling, maar wist ik veel. Gelukkig pakt het Hahnemuhle-printpapier zowel potlood, alsook pastel en aquarelverf super goed. Ik kan dus niet alleen kleur aanbrengen in de bleke gezichtjes, maar ook scherpte. En waar nodig, waar de pixels al te opdringerig worden, doe ik daar een laag schmink op. Ook zou ik het typische Jezus-baardje zomaar aan de kinnebak van Adolfus kunnen hangen of het tandenborstelschaamhaarsnorretje van Adolfus aan De Heere Jezus. Maar zoiets ga ik niet doen. Het is te makkelijk, te voor de hand liggend. De verwarring over de betekenis van mijn collage is nu al groot genoeg. Laat ik geen water in wijn veranderen of wijn in bloed.

Liefs jouw Joseph