vrijdag 27 januari 2023

Brieven aan Edith Stein #47 'Je lichaam is vernietigd met vakmatige precieze'

 


 

BRIEF 47  
aan Edith Stein
'Alleen meekijken, niet terugkijken'   
Joseph M. Heij
Wolfheze bij Arnhem

 

Zeer Genadige Zuster Benedicta van het Kruis, 

Lieve Edith,

Vandaag wordt Oświęcim bevrijdt door de Sovjets. Ik vind het heel erg dat jij dat niet meer mee mocht maken, sorry, weet niet eens helemaal zeker of je wel in Birkenau gestorven bent of heel ergens anders. Onderweg bijvoorbeeld, in een trein van de Nederlandsche Spoorwegen die Eichmann logistiek zo goed hielpen met de transporten? Sorry. Ik leefde in die tijd nog niet, maar vrees voortdurend het ergste, vrees dat ook ik een logistieke meeloper zou zijn geworden. Op zijn minst. Uit angst natuurlijk, zoals de meesten. Niet omdat ik denk dat ik, stel dat ik een lichaam en een bijpassende geest had gehad, een hekel aan Joden zou hebben gehad. Dat denk ik niet. Laat staan dat ik 'dat ras' als zeer inferieur aan 'dat andere ras' zou hebben beschouwd. Dat niet, dat denk ik niet. Maar in het verzet zou ik voorwaar helemaal nooit zijn terechtgekomen. Ik ben geen winnaar, geen steile communist of een precieze gereformeerde. Ik ben banger dan jij, heb ook geen enkel geloof, niet in mij, niet in mijn vrienden, niet in de voortschrijdende wetenschappen en al helemaal niet in jouw god.

Lieve Edith, je lichaam is vernietigd met vakmatige precieze en daarmee je stem, jouw rijke taal, jouw volstrekt eigengereide intelligentie, de oorspronkelijke, geliefde spiritualiteit van je ziel, het gitzwarte haar, een merkloze bril. Ik vind 51 jaar oud veel te jong om te sterven. Mijn Vriend is vandaag jarig en wordt als ik me niet vergis 56. Dat is precies zo oud als de Zwarte Satan, die alle ellende die hem werd aangedaan niet meer kon aanzien en precies 10 dagen na zijn laatste verjaardag een einde maakte aan zijn niet aflatende tranendal. Precies op Koninginnedag. Ik ga Mijn Vriend niet bellen dit jaar, het is geen goede dag om een verjaardag te vieren.

Lieve Edith, sorry dat ik soms misschien dingen tegen je zeg die ik beter niet had gezegd. Ik weet niet beter, mis je tegenspraak, de oorlog is alweer zo lang geleden, mensen veranderen geschiedenissen gewoon weer in andere geschiedenissen en niemand zit op jou of mij te wachten. Op mij niet omdat bijna niemand weet dat ik besta, op jou niet omdat geen dode hond zich nog bezig wenst te houden met jouw joodse messiaanse mystiek. Ik wil niet zeggen Edith, dat het mij niet interesseert, want dat is wel zo. Maar ik kan momenteel geen enkel boek over bemachtigen. Nou ja, dat ene biografietje dan, maar dat heb ik zo goed verstopt dat ik het niet meer terug kan vinden of ze hebben het gevonden en wijselijk weggehaald zonder mij ook maar iets te zeggen. Het aantal godsdienstwaanzinnigen hier in huis is groot. Ik vrees dat ze denken dat ik voor die aandoening ook vatbaar ben. Het zij zo.  

Edith, had je nog twee-en-een-half jaar volgehouden dan was je gered. Dat jou dat niet lukte, snap ik wel. Zelf zou je misschien zeggen dat het je 'niet gegeven' werd. Dat het de wil van God was. Of zou je dat anders zeggen? Ongetwijfeld. Wie was er bij jou toen je stierf? Wie was jouw getuige? Wie kon navertellen dat je je geloof behield. En welk geloof was dat dan? Je weet dat ik niet ik jouw god geloof, maar troostrijk is het voor jou misschien wel dat ik het geloof in de medemens zowat in zijn geheel verloren ben. En dat terwijl ik nog niet eens een keer in Oświęcim ben wezen kijken. Wel wil ik dan meteen ook Krakau bezoeken; dat moet toch nog wel, ondanks de oorlog, een heel mooie stad zijn. Zeggen ze.

Kon ik bidden, dan zou ik dat doen. Dan zou ik bidden dat je na de oorlog veilig was aangekomen in Jezus armen. Wel heb ik een betonnen Boeddhabeeldje; aan zijn gekruiste voeten zal ik een waxinelichtje neerzetten en dat aansteken en dan een poosje aan je denken.

Liefs jouw Joseph

 

NB De foto die ik bijvoeg is niet al te best, maar met een beetje geluk zie je dat ik 'Wolff' blauw heb gemaakt met aquarelverf. Het papier ging enorm bobbelen en dus vreesde ik het ergste. Maar mijn gewillige buurman in wiens kamer ik mag arbeiden had een strak plan. We hebben de hond droog geföhnd en toen bobbelde die niet meer. Een pak van mijn hart. Mensen denken vaak dat al Hitler maîtresses 'Eva' heetten en al zijn honden 'Blondi' maar dat is niet zo.