donderdag 2 november 2023

Brieven aan Edith Stein #65 'Eigenlijk was je te jong om daar te liggen'

  


 
BRIEF 65
aan Edith Stein 
'Eigenlijk was je te jong om daar te liggen
Joseph M. Heij 
Wolfheze bij Arnhem
 
 
Gnädige Schwester Teresia Benedicta vom Kreuz,

Lieve Edith,

Vannacht had ik een nachtmerrie die ik je in wilde voorleggen. In alle eerlijkheid. Je moet gewoon zeggen wat je ervan denkt. Het is alsof ik aan de ene kant in de biechtstoel klom, als afzender, en jij, als ontvanger, aan de andere kant in het donker gebeitste neogotische eikenhout binnentreedt. Boven de genadekast staat, eveneens in neogotische letters geschreven: 'Laat varen alle hoop gij die hier inklimt.' Je weet dat dit al het begin van de droom is.

Om binnen te treden in alle eerlijkheid openden we precies tegelijk de krakende deurtjes van de kast en zetten onze bibs ook exact gelijk op het eveneens krakende bankje. Toen jij nog even ging verzitten wipte het bankje even omhoog waardoor me me nog meer verbonden voelde met jou dan ik doorgaans al doe. Ik voelde bijna jouw dij tegen de mijne.

In deze nare droom lag je op mijn schoot. Eigenlijk was je te jong om daar te liggen, maar goed, het was wel zo. Hoe ik in jouw slaapkamer belandde, weet ik niet. Dromen zijn niet altijd even duidelijk, niet alles wordt verteld. De kamer was schaars verlicht, maar aan alles kon ik zien dat het ergens aan het begin van de eeuw moest zijn. Het rook naar fris gewassen lakens en mottenballen.    

Je had weinig aan: een wit kanten hemdje en een vreemd broekje. Geen pyama. Waarom dit gedeelte door J wordt weggehaald weet ik niet maar ik vertel het je toch. Waarom dit gedeelte door J wordt weggehaald weet ik niet maar ik vertel het je toch. Waarom dit gedeelte door J wordt weggehaald weet ik niet maar ik vertel het je toch. Waarom dit gedeelte door J wordt weggehaald weet ik niet maar ik vertel het je toch.Waarom dit gedeelte door J wordt weggehaald weet ik niet maar ik vertel het je toch.

In het begin had ik helemaal niet door dat jij daar lag, op mijn schoot. Je woog niks. Ik zat op de rand van het ijzeren bed, probeerde me te oriënteren in het donker, zag dat het raam verlicht was en keek naar buiten. Precies in het hoekje van het vierkante raampje linksboven verscheen de volle maan die een stuk groter was dan normaal en eerder rood was dan geel of wit. Een soort bloedmaan. Dat kan in een droom, maar raar vond ik het wel.    

Omdat in een droom alles betekenis heeft, vroeg ik me af wat het betekende. In de verte hoorde ik glas stukslaan op straatstenen en hoorde zowel mensen veel te hard lachen alsook kinderen veel te luid huilen. Iedereen zou er wakker van kunnen worden. Het drong tot me door dat het de Kristallnacht moest zijn want die is kort na Allerheiligen. Ik dacht op 9 november. Maar omdat ik weer eens een paar nachten in de isoleer had gezeten - ik viel een nachtwaker aan met een kruiskopschroevendraaier van een goed merk dat iemand had gekocht bij Praxis of Gamma, in de aanbieding en met Airmiles - wist ik niet precies welke dag het was. Ik bedoel welke nacht. Van welke datum we, noodgedwongen, verhuisden om de intrek te nemen in de eerstvolgende. De tiende, als het waar was dat het om de Kristallnacht ging niet om bijvoorbeeld de Nacht van de Lange Messen.

Ik wilde het raam dichtdoen, maar dat werd door een luide knal uit de sponning gesleurd en op het dak van de buren geslingerd waar het stuksloeg. De aandrang om te kijken wat er op straat gebeurde werd steeds groter. Ik had nog nooit mannen in SA-uniformen gezien, alleen op tv en wilde die graag eens in het echt zien. Ik wilde je van mijn schoot afduwen, op het bed, maar dat ging niet. Hoe jong en dun en bleek je ook in dat maanlicht leek, de zwaarte begon enorm op mijn dijen te drukken.

Ik voelde dat ik nat werd en dacht dat de regen door het kapotte raam naar binnen sloeg, maar dat was niet zo. Er was geen wolkje aan de lucht. Omdat ik het niet begreep, keek ik maar weer eens naar jouw veel te jonge kinderlichaam. Er sijpelde langzaam en glanzend bloed uit je ribbenkast. Je mist een arm en een been. Maar je schreeuwde niet. Ik dacht dat je dood ging, maar mijn gedachten werden eerder in beslag genomen door de juiste datum die ik zo precies mogelijk wilde bepalen. Want zonder de juiste plaats en datum en tijd wordt een gebeurtenis een treurige aangelegenheid en elke getuigenis onbetrouwbaar.

Omdat ik dacht dat je iets wilde zeggen, legde ik mijn oor op jouw lippen en luisterde. Ik kon het amper verstaan, maar meen dat je zei: 'Zeven oktober.' Maar het kan ook zijn dat je het over negen oktober had. Maakt ook niet uit. Ik vroeg: 'Edith, ben je dan jarig? Hoe oud word je dan?' Omdat jouw zijdewond maar bleef bloeden, stopte ik mijn middelvinger erin. Dat hielp. Ik keek door het gat dat eerst raam was geweest naar de volle maan die was veranderd in een halve maan; er vlak naast stond een helder blauwe ster. Geen idee waarom. Ik dacht nog: Morgen vraag ik aan de woonondersteuner wat voor dag het is want misschien is dat belangrijk. 

Weet je nog Edith waar je was in de Kristalnacht? Veel mensen weten ook nog waar ze waren toen Kennedy vermoord werd of King, sommigen herinneren zich nog de dood van Willen van Oranje. Anderen weten wanneer de Twin-Towers flauwvielen. Sommige dingen vergeet je nooit meer.

Ik hoop dat je mij vergeeft dat de droom aan het begin erotische trekjes had. Over dromen heeft niemand zeggenschap, ze gaan hun eigen gang. En help me met het duiden van de nare wending die de droom maakte zonder dat ik dat wilde. Ik was toch liever nog wat blijven hangen bij het begin van de droom dan bij het einde alhoewel ik besef dat dat verkeerd is.

Liefs Joseph