dinsdag 7 november 2023

Brieven aan Edith Stein #68 'Alsof het niks is'

 
 
 
 
BRIEF 68
aan Edith Stein 
'Alsof het niks is' 
Joseph M. Heij 
Wolfheze bij Arnhem
 
 
Gnädige Schwester Teresia Benedicta vom Kreuz,

Lieve Edith,

De afgelopen dagen en nachten regende het zonder ophouden en kon ik 's middags niet naar buiten om de tuinman een handje te helpen met het het bij elkaar harken van de vele bladeren die tijdens de eerste herfststorm van hun stokje waren gevallen zoals in Gaza momenteel zoveel mensen van hun stokje vallen bij de najaarsstorm storm die men ook wel De Grote Wraak is gaan noemen. Omdat ze mij mijn lectuur weer in beslag hadden genomen, een biografie over jou, wilde ook ik wraak nemen en zeurde de leiding net zo lang aan de kop tot ze mij toestonden om 's avonds om 19:00 u een in hun ogen ongevaarlijke documentaire uit de jaren tachtig van de vorige eeuw te kijken op YouTube. Ik mocht de eerste helft kijken. Precies na drie kwartier drukte de nachtdienst op stop en werd ik gesommeerd om naar mijn eigen kamer te gaan, mijn pillen in te nemen, mijn yoga oefeningen te doen en onder het genot van een kopje thee nog wat te praten met mijn buurman. Het was weer bijzonder verheffend.

Mijn coaches hadden verwacht dat ik de film zo saai zou vinden dat ik na een minuut of tien in slaap zou sukkelen of er de brui aan zou geven door de film van mijn cynische commentaren te voorzien. Dat gebeurde niet, integendeel. Elke vijf minuten vroeg ik of de film een stukje teruggespoeld kon worden omdat ik het niet goed verstond. Bijna iedereen in de film sprak Nederlands of Duits, talen die me goed liggen, maar men had bedacht dat de film in het Engels moest zijn en dus werden mijn Heimat-talen voortdurend geïnterrumpeerd door een voice-over die niet eens goed synchroon liep met de uiterst bevallig bewegende lippen. Uiteindelijk was het al bijna half tien toen we op de helft van jouw leven waren aanbeland. Klopt niet helemaal want de regisseur had de film meer spanning mee willen geven door jou vlak na de geboorte al in Auschwitz aan te laten komen met een transport uit Nederland, vakkundig uitgevoerd door NS. Die twee letters staan niet voor Nationaal Socialisme maar voor Nederlandse Spoorwegen, maar dat kwam in die tijd zo ongeveer op hetzelfde neer omdat de jodentreinen over het algemeen precies op tijd vertrokken om goed aan te sluiten bij de enorm goede verbindingen die onder de bezielende leiding van Eichmann de baas van Deutsche Reichsbahn in die tijd. 

Door die film snap ik ietsjes beter hoe het ging. Op het laatst dan. Op 15 april 1934 trad je in in het klooster van de ongeschoeide karmelietessen in de nog intacte stad Keulen. Exacte memorabele data zijn mijn ding niet, maar deze datum kan ik met gemak onthouden omdat die 5 dagen voor de verjaardag van onze Adolfus valt - de Fuhrer werd dat jaar 45 - en 15 dagen verwijderd is van het voor Eva uiterst verdrietige einde op 30 april 1945 - Eva's kersverse, zeer levenslustige echtgenoot was net een dikke week eerder 56 geworden en had zijn verjaardag uitzinnig gevierd in zijn Hamas-achtige bunker die via allerlei ondergrondse gangen zowat heel Berlin Mitte bestreek. Hitler had met gemak kunnen vluchten naar zijn geliefde Beieren - ook een van mijn favoriete vakantiebestemmingen - maar verkoos zijn fonkelnieuwe mancave boven de vlucht naar de veiligheid zoals jij er totaal vrijwillig voor koos om, toen het jou werd aangeboden, niet te vluchten voor de gaskamers in Auschwitz maar hetzelfde lot te 0ondergaan als Gods uitverkoren volk dat volgens jou inmiddels door jouw Verlosser en Heiland Jezus Christus was uitgebreid met alle ongelovigen uit alle mogelijke volkeren - ook de nog niet gekoloniseerde - mits ze maar al hun bezittingen wegdeden alsof het niks is, hun kruis opnamen alsof het niks is en Jezus begonnen te volgen. Alsof dat niks is. 

Sommigen houden het er vast op dat jij rooms-katholiek werd om je vege lijf te redden, maar die vergissen zich. Je liet je gewoon de gaskamer indrijven. Omdat je bij jouw eigen volk wilde blijven   waarvan de meesten Jezus Messias niet eens erkenden. Ik begrijp daar weinig van Edith, maar ik geef toe dat je een dosis dapperheid in je hebt die mij door de goden of mijn ouders niet gegeven is. Nog geen fractie dapperheid of heldendom is mij beschoren. Ik moet het doen met mijn eeuwige neiging om te bevriezen of te vluchten, alhoewel ik wel heel eerlijk kan zeggen dat ik liever hier, in alle beslotenheid, zit dan dat ik in de openbaarheid zou moeten treden waar homo sapiens sapiens nog liever dan andere diersoorten  de eigen soort verscheurt. Er blijft zo op het laatst weinig over, denk ik.

Lieve Edith, wil je voor me bidden dat ik niet wil vluchten, dat ik hier, daar waar het meestal dodelijk saai is, mijn draai een beetje kan vinden en gelukkig kan zijn op mijn manier en in mijn eigen kamer? Wil je ook bidden dat ik voldoende inspiratie mag vinden om voor Mijn arme Vriend, voor wie je ook maar heel veel moest bidden omdat zijn lot nog veel treuriger lijkt dan het mijne, al denken sommigen dat het andersom is. Dat ik mooie dingen mag maken die Mijn Vriend helpen zodat hij niet met J. en de hond en twee katten naar een piepkleine woning in een arbeiderswijk hoeft te verhuizen omdat ie daar last heeft van het hondengeblaf bij de buren, van optrekkende brommers en het getoeter van auto's dat niet aflaten is omdat het nou eenmaal de plaatselijke cultuur is om zo hard mogelijk op te trekken met BMW of VW, allebei Duits fabricaat, en nog liever zo venijnig mogelijk te remmen?

Liefs Joseph

 

NB Ik vergeet te zeggen dat ik ook voor jou zou willen bidden, maar ik bid niet bepaald graag en met overtuiging en als ik al zoveel geloof en inspiratie had om het wel te doen, bidden, dan was het vermoedelijk toch al een beetje mosterd na de maaltijd, want hoe het afloopt, met jou met de oorlog is bij de meeste mensen nog altijd wel bekend. Wel vrees ik voor de toekomst van dit collectieve geheugen, maar dat vertel ik je nog wel een keer.