Lieve Edith,
Nou zijn ze boos dat ik je likte. Maar dat heb ik helemaal niet gedaan. In die droom wel, maar dat was toch een nachtmerrie? Hoe zou een mens ooit zijn dromen moeten controleren of kuisen? Opschonen heet dat tegenwoordig.
Mensen vinden dat ik ouderwetse woorden gebruik. Weet je hoe snel dat gaat: ouderwets worden, een oude dode taal spreken? Ze zeggen dat de taal leeft, maar wij dan? Ken je het boek van Oliver Sacks waarin hij vertelt over die arme mensen die in slaap vielen en weigerden wakker te worden? Sacks heeft ze opgewekt uit hun sluimerstand door ze pilletjes te geven die voor iets heel anders bestemd waren. Ze werden wakker, soms na tien of twintig jaar, maar ze vonden het leven net meer leuk. De actuele tijd was hun ding niet. Sommigen wilden weer naar bed en weer slapen, want dan konden ze de mensen ontmoeten die ze kenden en lullen wat ze wilden. Ik snap dat ook.
Zie je Edith, dat ik ook heus wel hedendaags Nederlands kan spreken? Lullen wat ze wilden. Korte zinnetjes, veel punten en weinig komma's. Weinig dure woorden. Vaak het woordje kut of fuck of kanker. Of Jezus Christus jouw verlosser. Of godverdomme en kankerhoer. Maar al klink het allemaal hedendaags en vet fris, ik houd er niet van. Zoals die armen die opgewekt werden uit hun comateuze schijndood niet van de taal hielden waarin ze werden toegesproken toen Sacks met ze kwam babbelen over de progressie die ze maakten. Allemaal reuze goed bedoeld, maar volmaakt misplaatst.
Laat mij gewoon mijn eigen taal spreken die veel lijkt op de hedendaagse taal maar die er slechts zijdelings aan verwant is, een taal waarmee ik me op geen enkele manier verbonden voel.
Nou vooruit: 'Mijn bloedgeile landtong likte jouw opgedroogde lagune nog droger dan die al was.'
Nee Edith, ik kan dit niet. Ik kan zoiets wel dromen en tekenen, ik kan het jou onder ede allemaal opbiechten, maar die meest vette hedendaagse hiphoptaal die wens ik niet te gebruiken.
'Fuck you stupid cunt.'
Vergeef me, lieve Edith, zoals ik zelf de oude zwarte kater met dikke bulten op de rug vergeef wanneer ik hem een schop verkoop wanneer het beest voor de zoveelste keer op een dag met zijn vieze haren langs mijn benen strijkt of op mijn schoot gaat zitten pompen terwijl zijn oudroze piemel naar buiten glipt. Jij bent me dierbaarder dan je denkt, maar ik weet niet goed hoe ik jou moet verstaan; je leefde zo lang geleden.
Liefs Joseph