maandag 7 juni 2021

Ewige Wiederkunft des Gleichen #03

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 
 
Onvoltooide kruisweg
1997
 
gemengde techniek op papier
ca 36 x 72 cm
particulier collectie

 

Berichten van dezelfde berg

Je zou bijna denken dat een beeld als 'Ewige Wiederkunft des Gleichen' waarin Adolf Hitler Adolf Hitler op schoot houdt geen nadere verklaring van de kunstenaar behoeft. Dit is tenminste een helder beeld, een politiek pamflet bijna, een beeld dat niemand kan misverstaan of verkeerd zal interpreteren. 

Aanvankelijk droeg het werk de titel 'Perpetual Narcissism', een dure titel die tenminste iets uitlegt over het werk. Van zo'n titel zullen sommigen wel smikkelen, zelf vind ik zo'n dure metafoor dan weer misselijkmakend simpel. Niet dat 'Ewige Wiederkunft des Gleichen' niet ook een beetje draaierig en beroerd maakt. Jazeker wel. Het is een opschepperige, snobistische titel, net als het beeld zelf dat is. Zou je kunnen denken en dat mag ook. Dat geeft niks.

Nietzsche refereerde met de notie van de 'Eeuwige Wederkomst' nadrukkelijk aan de Bijbelse notie van de 'Wederkomst van Christus'. Zoals de lievelingen van Jezus hun hele leven lang zitten te wachten tot De Hemelende Heer een keertje terugkeert naar de aarde -dat had ie immers beloofd toen ie wegging- zo zit Nietzsche er zich over te verkneukelen dat alles wat het geval is nog een keer terugkomt. Niet een klein beetje anders, maar exact hetzelfde, een van seconde tot seconde volstrekt identieke herhaling. Een terugkomst die zelf ook niet de eerste was.

De geschiedenis herhaalt zich niet een enkele keer, zoals bij de Engelse Teletubbies, die na elk filmpje roepen: 'Nog een keer, nog een keer.' Nee, alles komt eeuwig terug, in een troosteloze reeks van herhalingen van herhalingen van zetten van zetten. Zo ook de volksidioot Adolf Hitler, zo ook zijn krankzinnige Untermensch-regime, zo ook de door god bijna vergeten Shoah. En dat moet troostrijk zijn? Zoals het tot in lengte van dagen reïncarneren in steeds weer een andere gedaante wel zo aardig zou zijn? Totdat de ziel snapt dat al die mooie beloften nutteloos en zinloos zijn? 

Is het dan niet aardig dat het christendom bedacht dat alles maar één enkele keer hoeft te geschieden en dat het daarna helemaal klaar is. Dat daarna alleen nog maar een oordeel volgt? Het laatste? Hoe ondraaglijk moet de gedachte zijn dat het ziekmakende lijden van de Untermensch en de kanker in de kop van Übermensch keer op keer herhaald worden? [1]

Dat het maar niet opschiet, dat het leven troosteloos en uitzichtloos opnieuw geleefd moet worden en niet anders kan aflopen dan exact identiek? En dat de ratelslang en zijn beulen keer op keer ontsnappen aan oordeel en wraak? En dat de onaanraakbaren nooit getroost worden?  

De notie 'Ewige Wiederkunft des Gleichen' kwam van dezelfde berg als de volgende reeks, veel oudere notities, die ik graag lees en herhaal en lees en herlees, en nog eens herhaal, als een onverzadigbare mantra:

3   Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.

4   Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden.

5   Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.

6   Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.

7   Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden.

8   Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien.

9   Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.

10 Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.

11  Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. 

12  Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want zo hebben ze de profeten vervolgd die er vóór u geweest zijn. [2]

 

 

 

[1] Hier wordt niet gezegd dat Nietzsches Übermensch dezelfde is als die van de Nazi's. Die laatsten hebben Nietzsches leer van de Übermensch misvormt -zoals wel meer dingen- tot een doctrinair racisme dat Nietzsche vreemd was.

[2] Uit het evangelie van Mattheus: Mattheus 5: 3-12.