donderdag 3 juni 2021

The Act of Killing #16




 

 

 

 

 

 

 



 
 
 
 
Jacques-Louis David 
1793 
 
olieverf op doek
162 × 128 cm
 
 
 
 

Het bloedbad van Marat

Op maandag 23 januari 1793 werd in hartje Parijs burger Louis Capet onthoofd. Op Place de la Concorde, toen zo toepasselijk fraai Place de la Republique geheten. Uiteraard vond de onthoofding plaats met het ultieme instrument van de Franse slag: de guillotine. Dat was de overrijpe, verrotte vrucht van de glorieuze Franse Revolutie. Wat een feest der republikeinse bevrijding had moeten zijn, werd een beklemmend jakobijns drama.

Kort voor hij zijn hoofd verloor heette burger Louis Capet nog Koning Lodewijk XVI, de zestiende Lowie. Door de verlichte revolutionairen gevangen genomen, kwam het van een schijnproces tegen Lowie, een tribunaal dat volledig beheerst werd door de dolgedraaide jakobijnen die stuk voor stuk bloed wilden zien, heel veel bloed. Dat kregen ze ook. - Iets meer dan honderd jaar later kopieerden de bolsjewisten de jakobijnse orde door de Russische tsaar en zijn gezin, inclusief de lieve Anastasia, uit te moorden. Elke revolutie verslindt vroeg of laat haar bastaardkinderen, ook kinderen die de naam 'Opstanding' dragen.

Jean-Paul Marat, in Zwitserland geboren en in Parijs beland, was een van de grote voormannen van de Franse Revolutie. Hij was van alles: fysicus, arts, sociaal filosoof, politicus, vrijmetselaar en journalist. Op de koop toe werd hij jakobijn en een vurig pleitbezorger van de doodstraf voor burger Capet en zijn ega. Toen de contrarevolutie burger Marat verslond, moest de beroemde Franse schilder Jacques-Louis David een meesterwerk schilderen en dat deed hij ook.

Burger David portretteerde burger Marat zittend in bad, een plek waar de man vaak te vinden was omdat hij altijd overal jeuk had. In zijn jeukhuid prikte Charlotte Corday, aanhangster der girondijnen, hem een flink mes tussen de ribben. Toen burger Charlotte werd overmeesterd riep ze: 'Het is volbracht; het monster is dood.' Burger Marat liep leeg in zijn eigen bloedbad, maar de jeuk was weg.

Meester-schilder Jacques-Louis David modelleerde 'zijn' Marat doelbewust naar de dode Christus. Dat mocht, want de religie was niet meer heilig, integendeel, het getuigde van burgerfatsoen die bijgelovige religie te ontheiligen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was om een brute moordenaar te identificeren met een mens die veel liever zelf stierf dan dat hij een medemens moest vermoorden. Maar Jezus was in de ogen van David ongetwijfeld een revolutionair, een 'Che avant la lettre', een burger die maar niet wist te moorden, maar beslist wel de juiste drive had om zulks te doen. 

We moesten ons eens proberen voor te stellen dat een beroemde, vrij geniale Duitse schilder of fotograaf Adolf Hitler portretteerde vlak voor hij een eind aan zijn Germaanse Latijn was. De satan zit op een bevallig bankje in de bomvrije Berlijnse bunker, in de pose van de lijdende Jezus Christus, naast hem schildert die Duitse schilder Eva Braun in de gedaante van Maria Magdalena, en Blondi als Hellehond. Aan de weeklachten over zo'n portret zou geen einde komen. 

Opmerkelijk wel dat de Fransen het eren van hun helden heel anders aanpakken dan de Duitsers. Napoleon heeft zijn permanente praalgraf midden in Parijs en als Brussel het schilderij 'De dood van Marat' aan de Franse burgers zou willen schenken  zouden de Fransen er geen been in zien om het ding naar het Louvre te halen en een ereplaatsje te geven.Misschien wel naast Davids eigen 'Napoleon steekt de Grote St.-Bernardpas over' dat speciaal uit Wenen wordt overgevlogen. Als gezagsgetrouw burger kun je best eerst een keer burger Marat portretteren om even later keizer Napoleon te schilderen; als natie kun je die portretten gerust als tweeluik presenteren.

Wat er zo onverkwikkelijk zou moeten zijn aan 'The Act of Killing' is me een raadsel. Hitler wordt hier niet geportretteerd als burger, niet als held of erger nog, niet vereeuwigd als martelaar. Hij verschijnt voor het aangezicht van De Jood die mag bedenken wat hij met het stomme, gouden kalf moet doen. Voor de tweede keer doden? De moordenaar aan het kruis alsnog welkom heten in zijn eigen Graceland? 


Met dank aan Herman N.