Al die politiek correcte beloftes der aardappeleters
De
ellende is dat de door dagblad Trouw gewraakte kunstenaar, -sinds die
krant al een maand lang obstinaat weigert het artikel over 'The Act of
Killing' te publiceren,- het gevoel bekruipt dat ie, een hedendaags
kunstenaar, zowat alles wat ie doet schriftelijk moet verantwoorden en
het liefst elk detail van het werk tot in de puntjes duidt of uitlegt.
Alsof die kunstenaar allereerst schrijver was en niet primair een
visionair, iemand die 'iets' ziet, al dan niet in een kraakheldere spiegel of in een spiegel vol met raadselen? Men
snapt, hoop ik, ook dat het dagblad de kunstenaar inviteerde en dat er
door de kunstenaar zelf nergens om werd gevraagd, laat staan om werd
gebedeld?
Voordat
men een beeld wil proeven, of net nadat men van een lastige, verboden
vrucht had gegeten, wil men anno 2021 kennelijk zo exact mogelijk weten
wat men nou precies eet en proeft. Nog voordat men eet en proeft. Als
was men bang om vergiftigd te worden. Alsof de aardappeleters op het
schilderij van Vincent van Gogh eerst wilden weten wat ze precies aten alvorens de pan leeg te vreten. De intellectuele honger lijkt
heden ten dage vooral een kwestie van berekening; men zoekt liever de bevrediging van de honger
naar het eigen gelijk dan dat men iets eet dat de boer nog niet kende.
Vandaag
de dag lijkt de kunstwereld nog het meest op de blote keizer die
voortdurend aan anderen vraagt of ie wel correct gekleed gaat. De
kunstenaar is steevast ongerust niet de juiste kleren aantrokken te
hebben. Je zult immers maar een beeld gemaakt hebben dat 'in ongedane'
valt. Een beeld dat de roomse inquisitie of een of andere hedendaags
tribunaal niet kan velen. Een ontaard beeld dat de gewraakte kunstenaar,
met de beste wil van de wereld, met al zijn of haar of het retorische
vermogens, niet kan verantwoorden, niet bevredigend kan uitleggen of, nog veel erger en zeker gedegenereerd, niet wenst uit te leggen.
Mijn
vraag is of we soms een nieuw uniform behoeven? Een nieuw hemd, een
bruin of een zwart? Een maagdelijk wit kleed of een chauvinistisch
oranje jurk? Zeg het maar, de meeste exemplaren van een soort passen
zich aan, conform de leer van Darwin, daartoe uitgenodigd of uitverkoren
door De Onvoorzienigheid Zelve? De kleur van de blote bast is de kleur van de eigen habitat; we zien geen individuele nachtvlinders meer maar slechts de schors van het gelijk van de eigen stam.
Het
lijkt me niet meer dan normaal dat sommigen die met mij meelezen en
meevoelen inmiddels denken: 'Wat deze randdebiel hier neerpent is
allemaal blabla, is allemaal rederijkers-taal, is louter retoriek; het
zijn fraai gekozen woorden en allemaal heel mooie beloften [1]. Hersenspinsel van de linkerhersenhelft. En dat is ook zo. Met de beste wil van de wereld kan
noch wil ik daar helemaal niets anders van maken dan wat het is: keurig
gerangschikte woorden, hersenspinsel van de linkerhersenhelft. Met de helse pijnen, met het onuitwisbare verdriet, met de waanzinnige angst van
echte mensen die echt hebben geleefd en geleden hebben mijn schrijfsels bar weinig te maken.
[1] Een verwijzing naar Rutger Koplands dichtbundel 'Al die mooie beloften', een dichter die ik, nog altijd, enorm waardeer.