vrijdag 19 augustus 2022

Brieven aan Edith Stein #31 'De afgelopen 50 generaties'

 

 
 
 
BRIEF 31 aan Edith Stein 
'De afgelopen 50 generaties'
Joseph M. Heij
Wolfheze bij Arnhem
 

Mijn Zeer Gezegende Edith Trees van het Kruis van Jezus,

Van Penny kreeg ik weer een brief. De vierde. Ik moet er nog op reageren, maar  heb daarbij jouw hulp dringend nodig. Omdat ik niet netjes vind om jou haar brief aan mij integraal te sturen, zal ik het kort uitleggen. Je weet dat Penny en Mijn Vriend een tentoonstelling hadden? Over heksen ging het. Dat weet je. 

In haar vierde brief aan mij zette Penny heel nauwkeurig een paar essentiële kenmerken van het fenomeen heksen op een rijtje. Dat was best goed gedaan. Nou, in mijn enthousiasme en met mijn openheid van geest, kon ik weinig anders dan uitleggen dat Jezus in mijn ogen ook een echte heks moet zijn geweest. Hij had immers zowat alle door Penny opgesomde kenmerken.

Edith, je weet dat ik ook niet bepaald van Jezus ben, dat ik de religieuze cultuur die om die mens heen hangt ten zeerste wantrouw, dat er teveel aan vast is blijven kleven dat de naam Jezus niet mag dragen, maar ik snap ook dat het niet helemaal niks was. Dat leerde ik wel van Mijn Vriend. Daarvoor ben ik hem ook wel dankbaar. Ik snap inmiddels wel dat we eindeloos veel meer afweten van de geschiedenis van het christendom dan we begrijpen van de man die ons wordt voorgesteld in de vier canonieke evangeliën. - Buiten beschouwing laat ik voor dit moment de andere evangeliën, maar vroeg of laat kom ik daar wel op terug. - 

Ik denk dat ik Penny iets schreef als: ' De meeste mensen begrijpen Jezus niet omdat ze de bronnen zelf nooit hebben gelezen. Wanneer je dat eens zou doen, dan piep je wel  anders.' Edith, vind je dat hautain? Vind je dat hovaardig van me? Maar je snapt vast wel hoe irritant het is wanneer mensen een eigen mening hebben zonder ruggespraak met de bronnen. Men beroept zich op van alles en nog wat, allemaal heel begrijpelijke dingen. Maar houden die argumenten en eindeloze reeksen vooroordelen allemaal stand wanneer een mens, om maar eens met de vier canonieke evangeliën te beginnen, de bronnen eens zeer aandachtig, zeg mindful, zou lezen?

In mijn enthousiasme legde ik Penny, op mijn manier, uit dat Jezus echt wel in aanmerking komt voor het martelaarschap van echte heksen. Dat hij aan de goede kant van de geschiedenis staat. Weet je, Edith, wat het gebeurde? Wat denk je dat Penny in haar laatste brief zei over Jezus de Hete Heks? Nou? Niets. Nada. Ze begon gewoon over iets anders, alsof ik geen brief geschreven had. Ik schrok daar wel van Edith. En vraag me af wat het betekent, wat ik ermee moet. Denk je dat ik er iets over moet zeggen in mijn nieuwste brief, dat ik er naar moet vragen? Denk je dat ik het geduld moet opbrengen om het in haar hoofd te laten betijen? Ben ik raar bezig wanneer ik er iets van zeg? Hoe onbespreekbaar was Jezus in jouw Joodse familie eigenlijk? En hoe onnozel was die man in de ogen van de filosofische kringen waarin jij later verkeerde? En wat deed Jezus precies toen jij in Auschwitz zat?

Sorry Edith, ik wilde je nog vertellen over de kleiclub, maar eerst wilde ik graag van jou horen wat ik Penny zeg. Zeg ik dat ze de discours over de essentie uit de weg gaat omdat Jezus geen vrouw was en dus nooit een heks kon zijn? Of zeg ik dat ik denk dat Penny meent dat Jezus een patriarchale religie vertegenwoordigt, in welks naam dit en dat is misdaan? Bijna alles verkeerd is gedaan, zoals Nietzsche beweert? Zeg ik tegen Penny dat ze de evangeliën eens moest een paar keer moest lezen? Vraag ik gewoon waarom ze het hele betoog in mijn laatste brief categorisch overslaat. 

Lieve Edith, kun jij mij leg uitleggen hoe het kan dat de mateloze bewondering die ik en Mijn Vriend hebben voor de 4 canonieke evangeliën door zo weinig hedendaagse discipelen van de kunst wordt gedeeld, wordt begrepen. Dat alles waar onze voorouders van de afgelopen 50 generaties in hebben geloofd in een ondeelbaar ogenblik uit ons collectieve geheugen werden gewist, alsof het nooit bestaan had. Waarom maakt bijna niemand zich er druk over of het al dan niet terecht is dat wij onze eigen cultuur zo zijn gaan haten terwijl de meeste culturen dat absoluut niet van plan zijn? Niet van plan zijn zichzelf te ontkennen? Zichzelf niet haten? Zouden we niet veel beter weten waar de ander staat wanneer we onze eigen wortels opgraven en water geven? 

Over de kleiclub vertel ik je morgen.

Een warme groet,

Joseph