maandag 22 augustus 2022

Brieven aan Edith Stein #32 'Babylonische spraakverwarringen opruimen'

 


 

BRIEF 32 aan Edith Stein 
'Babylonische spraakverwarringen opruimen'
Joseph M. Heij
Wolfheze bij Arnhem
 

Beste Trees van het Kruis,

Denk je dat het lukt binnenkort te promoveren op het fenomeen empathie? Denk je dat het je lukt om je promotor zover te krijgen dat je de tweede vrouw wordt die in Duitsland promoveert? En denk je dat je idioot abstracte manier van redeneren en verwoorden ook maar iets zegt over het echte medelijden of mededogen, over de pijn die wij echt voelen wanneer een ander lijdt? Misschien dat de foto's die de vrouw van Mijn Vriend je steeds stuurt verbazen? Nee, het is geen werk van Mijn Vriend en ik kan, zoals je weet, helemaal niet schilderen of tekenen; ik schrijf gedichten en maak collages. Ik zal het uitleggen. 

Je herinnert je vast nog wel dat ik in Nijmegen studeerde en daar bleef hangen. Op de uni had ik een studiegenote die net als ik veel van gedichten hield. Ze schreef ze zelf ook gedichten, liet mij die lezen en ik zei: 'Mooi hoor.' Maar ze kon helemaal niet schrijven. Het waren van die vervelende, modernistische gedichten waarin het zeer abstract taalgebruik regende. Nou ja, hoe het ook zij, ze vertelde me kort voor ons afstuderen over een tante of oud-tante die kort daarvoor gestorven was. Die tante liet een huis achter dat vol troep stond: boeken, dichtbundels, katholieke beelden en religieuze iconen, boeddha's en tanga's, Afrikaanse tribale kunst en moderne. Het stikte van de verfspullen en stapels beschilderde plankjes. Ze schilderde zich een religieus ongeluk. En ze schreef gedichten. Die waren het ergst. Zwaar gestoorde, zeer religieuze gedichten. Vind je het goed dat ik er eens een paar aan je voorleg? 

Die tante, die A.K. wordt genoemd omdat de familie niet wil weten dat het familie is, kwam uit het Bohemen van voor de oorlog, de Tweede. Omdat dat mens, net als jij, Duits sprak, werd haar hele familie na de oorlog Bohemen uitgegooid, door de Tsjechen. Ik geloof dat ze die bannelingen in die tijd Sudeten-Duitsers noemden. -Ik kan het niet nazoeken want ik heb nog steeds geen internet.- Babylonische spraakverwarringen moet je een keer in de zoveel tijd opruimen. Geen cultuur kan lang leven met mensen die elkaar niet verstaan. Maar volgens mij schreef dat mens toen nog geen gedichten, althans, ik heb er geen weet van. De gedichten die ik te lezen kreeg, waren in het Nederlands geschreven. Ik weet niet hoe goed jouw Nederlands is. Misschien heeft het geen zin die rotkrengen aan je voor te leggen. Zeg eerst of je ze kunt en wilt lezen.

Nu eerst de plankjes. Omdat ik zelf niet zo veel verstand heb van schilderkunst, ik ben meer van de fotografie, film en digitale media, ging ik met een paar van die naïef beschilderde paneeltjes naar Mijn Vriend. Of hij er wat is zag. Waarom de vrouw van Mijn Vriend het nodig vindt die dingen nu boven mijn brieven te zetten, zou ik niet weten. Wel is het waar dat ik momenteel geen collages maak. Ik was uitgekakt. Mijn computer moest gereviseerd. Photoshop deed het niet meer. En ik was ondergedoken. Misschien dat de vrouw van Mijn Vriend mijn brieven graag versiert met plaatjes? Alsof ik poëziealbums schrijf. Het zal haar eigen drang tot decoreren zijn.

Trees, zou jij je licht eens willen laten schijnen over die plankjes? Ik heb er geen kijk op, houd er ook niet van en haat dat mierzoete geloof in bovennatuurlijke redding of genezing of hiernamaals. Voor de duidelijkheid: ik heb het u over de foto die in de envelop zit. Heb je die voor je? Het is uit de serie 'Groeipijn' en gaat geloof ik over kanker. Wat ik, met dank aan Mijn Vriend, die wel enige kennis heeft van de Avondlandse schilderkunst en de christelijke iconografie, heb begrepen is dat dat kereltje bovenin het Kindje Jezus van Praag is. Die nare mensen eronder hebben allemaal kanker. Zeg jij het maar, Trees.

Liefs Jouw Joseph