woensdag 1 mei 2024

Brieven aan Edith Stein #76 'The Last Crucifixion of the Christ III'

 


The Last Crucifixion of Christ III
'I'm Only Sleeping'
 
 
 
BRIEF 76
aan Edith Stein 
The Last Crucifixion of the Christ III
'I'm Only Sleeping'
Joseph M. Heij 
Wolfheze bij Arnhem
 
 

Lieve Edith,

Gnädige Schwester Teresia Benedicta vom Kreuz, 
 
Vandaag heb ik met de wangzuster gewandeld in de tuin. Ze is helemaal niet meer bang voor me. Niet bang dat ik haar de andere wang ook stukbijt. Dat kind is amper 24 en zo naief als Jeanne d'Arc. Ze keert me de gaaf blozende jonge wang naar me toe alsof ze me uitnodigt: 'Hap maar toe. Neem en eet, Neem en drink.' Maar ik trap er niet in, ik ben godverdomme niet dom. Ik vertik het te eten van de boom des levens; straks word ik nog knijte religieus. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt, Edith, om mezelf nog meer te beschadigen dan ik al ben.
 
We babbelden wat over koetjes en kalfjes, de verplichte items: het weer, de natuur die losbarst, welke bloemen weer eens veel te vroeg zijn, net als de afgelopen jaren, over het klimaat, of dat nou wel verandert of niet, - ik zeg van niet maar dat doe ik om haar te pesten, zelf is ze woke - of ik goed geslapen heb, waaraan ik denk. Na een kwartiertje kwamen we, in het midden van de hortus, de tuinman tegen. Hij was de enorme boeddha aan het poetsen en schrobben. Het gevaarte is gemaakt van poreus beton waaraan zich voortdurend algen hechten. Die vreten zich een weg naar binnen en dat zou niet goed zijn voor de houdbaarheid.

Ik zei: 'Zuster Jeanne, wat mij betreft pakt ie de hogedrukreiniger en spuit ie net zo lang tot het beeld volledig in rook is opgegaan.' 

Ze keek me geschrokken aan en antwoordde: 'Maar Joseph, hoezo? Wat bedoel je daarmee? Je moet toch respect hebben voor mensen met een anderen godsdienst?'

Ik: 'Maar juist daarom is het beter. Het getuigt van het allergrootste respect voor die godsdienst. En ook nog dit: je weet best dat ik geen godsdienst aanhang, dus dat woordje 'andere' had je beter weg kunnen laten.'

Haar tere gave wang begon te blozen, de gehavende wang toverde een kring om haar geheelde wonde. Het leek nog het meest op zo'n rode kring na een rake tekenbeet.'

'Sorry, sorry, Joseph. Daar heb je natuurlijk gelijk in. Zo bedoelde ik het niet. Jij hangt geen godsdienst aan, dat weet ik. Ik heb daar respect voor, je hebt teveel meegemaakt.'

Ik bleef haar lange tijd boos aankijken, liefst gepijnigd, maar je snapt Edith, dat het er mij juist om ging om zuster pijn te doen, ten diepste. Ik haat die Heere Jezus in haar hart zo dat ik die eruit wilde bijten, me als een atheistische worm een weg vreten door de nog hele wang en dan eten, eten, eten, zonder aan te komen, zonder dik te worden, met een enorme honger op weg naar haar hart dat veel te snel klopt voor De Grote Misgeboorte.

En dat is het ook, Edith: dat kind heeft nog niks meegemaakt en ik veel teveel om ooit nog iets aardigs, iets aantrekkelijks in welke god of godsdienst te kunnen zien. Zuster Jeanne bidt voor me, dat weet ik en ik vind dat schattig, maar ik haat het tegelijkertijd ook, snap je?  

Omdat ze geen bal weet van het boeddhisme legde ik haar met alle geduld van de wereld uit - voor het vernietigen van de godsdiensten neem ik in steevast alle rust enalle tijd; niks voor mij eigenlijk - dat het helemaal niet godslasterlijk is om de boeddha nat te spuiten tot ie er helemaal niet meer is en de plek waar dat godje stond weer fijn en vacant is, helemaal leeg en niets nog herinnert aan zijn of haar of hen bestaan. 

'De kern van het boeddhisme immers is', zuster Jeanne, en ik wees naar een klein wit wolkje in de strakblauwe lucht, een nietig plukje waarvan ik niet kon zien of ie groter werd of kleiner, 'om helemaal niets te worden, want het niets heeft geen verlangens meer over en geen pijn te lijden.' 

We wandelden zonder een woord te zeggen langs de tuinman, groetten hem vriendelijk, en liepen in de richting van het rottende mahoniehouten houten kruis helemaal achterin de tuin, precies waar de vlietende beek onze geheime tuin weer verlaat.

'Wist je dat ik bezig was met een nieuw werk?'

'Wat leuk voor je, Joseph! Nee dat wist ik nog niet. Wat komt er op het doek?'

'Het is geen doek, zuster Jeanne, ik teken het op karton. Het wordt een kruisiging. Het houdt me al een heel tijdje bezig.'

Ik zag dat ze op haar hoede was, want ze weet heus wel dat mijn verhalen meestal verkeerd aflopen. Dat er een wending komt op het moment dat je het niet verwacht. En toch zag ik een sprankje hoop in haar oog en op haar door mij verneukte wang.

'Ik heb me voorgenomen om de laatste kruisiging ooit uit te denken. Leuk he?' Omdat Jeanne niks zei, ging ik verder: 'Je weet toch, zuster, dat de messias momenteel overal in het westen vervangen wordt door de boeddha? Voordat de allerlaatste crucifix is verwijderd, uit een terminale woonkamer, een godvergeten buitennis, uit een eik met processierups, uit een gesloten kerk, als een winkeldochter in een kringloopwinkel, wil ik er nog een keer eentje maken die als allerlaatste wordt verwijderd onder plechtig gezang, luid applaus en tromgeroffel.'

Edith, ik probeerde haar, zuster, ten diepste te raken, maar ben ik niet dom. Die evangelische types hebben niet zoveel met 'beelden'. Het zijn geen roomsen, geen orthodoxen. Geen vereerders van beelden. Ze hebben het Woord, ze hebben het Hart. Jezus Hart woont in hun hart, zijn Woord bevolkt hun woorden. Het is niet zo makkelijk om deze allerlaatste christenen klaar te stomen voor de volgende fase der spiritualiteit, die van het oosten,  die komt na de vernietiging van de god die zichzelf vernietigde. Ik denk dat ik de boeddha nodig heb om het christendom te vernietigen.

Vertel wat je zoal doet op een dag, Edith, je zult net zo alleen zijn als ik. Vertel me hoe je in eenzaamheid de eenzame opsluiting het best verdrijft.

Liefs Joseph