donderdag 25 juli 2024

Brieven aan Edith Stein #106 'De doctrine dat je het wit niet mag vernietigen belemmert de creativiteit'

 
 
 
 
Am I not a Sister to You?
No II
2024
mixed media on paper
77 x 56,5 cm

 

 

 
BRIEF 106
aan Edith Stein 
'De doctrine dat je het wit niet mag vernietigen belemmert de creativiteit'
Joseph M. Heij 
Wolfheze

 

Lieve Edith,

Op Youtube zag ik gisteren iets verbijsterends: een lange documentaire over een Joods-Amerikaanse arts c.q. wetenschapper die, niet eens zo lang na de oorlog, nou eindelijk wel eens een definitief antwoord wilde op de vraag in hoeverre een exemplaar van homo sapiens wordt bepaald door de uitverkoren genen die dat exemplaar had gekregen van een mama en een papa, of dat de omgeving waarin dat exemplaar opgroeit allesbepalend is. In de oorlog immers was dat onderzoek zo beloftevol gestart. Het gaat om gedrag, om cultuur, religie enzovoorts. - Een vervelende optie was dat het ook een mix kon zijn van beiden, genen en lenen, iets dat de zaak niet bepaalt opheldert, eerder nodeloos verduistert. 

Omdat jij vaak zegt dat ik te weinig vertel over wat ik aan het maken ben voor mijn vriend, zal ik je openbaren wat ik gisteren. Ik was aan het aquarelleren. Jij kunt dat nog een toffe techniek vinden en menen dat het ook een moeilijke techniek is, maar voor beiden gaat de zon niet op. Aquarelleren is anno 2020 een superouderwetse techniek geworden die geen zichzelf respecterend kunstenaar nog zou willen toepassen ware het niet dat de met waterverf gemaakte artefacten nog wel altijd gretig aftrek vinden onder een onrustbarend groot publiek. Aquarellen zien er vaak erg vrolijk en gezond uit. Dat komt omdat je de techniek dun moet gebruiken want anders zijn je napjes zo op en kon je beter andere verf nemen, dikkere, bijvoorbeeld acrylverf of tempera. Olieverf kun je op papier beter niet gebruiken, omdat je rare olievlekken krijgt net als op zee, of je moet het prepareren. 

Maar ja, er stond al wat op het papier en dus is prepareren ook niet zo handig. Want meestal grond je papier met gesso en die is zo weet dat je er niks mee opschiet als er al een beeld was. Ik hergebruik de weg gemikte, mislukte litho's van de prent die ik laatst drukte in Diepenheim. Heb ik je vast over verteld. Moet je even zoeken naar een brief van twee maanden geleden. Als je slim was dan legde je ze op chronologische volgorde en maakt er geen rommeltje van zoals ik en Vincent dat deden. De drukker wilde de misdrukken onder de eeneiige tweeling weggooien: die scheel keken, loensden, spraken met twee monden en degenen met een veel te grote neus. Ik zei: 'Maar Zaad, ik vind dat zonde, want zo entartet zijn die identieke tweelingen nou ook weer niet. Mag ik ze meenemen? Als het wat wordt, dan krijg je er ook een.'   

Moeilijk is aquarelleren niet, dat is een veel gehoord misvatting. Edith, iedereen denkt dat je de verf dun moet gebruiken en dat je het wit moet uitsparen, maar dat is typische flauwekul voor ideologische types. Het is waar dat je, als je dik schildert, snel nieuwe napjes moet bestellen, zoals Theo voortdurend nieuwe tubes olieverf kon kopen omdat zijn ongeduldige broer de verf veel te dik aanbracht en soms direct uit de tube op het canvas kneep. De doctrine dat je het wit niet mag vernietigen belemmerd de creativiteit. Bovendien leert mijn vriend de studenten op de kunstacademie dat je 'net zoveel witten hebt als zwarten' waaruit volgt dat je, als je het wit uit de mond van de napjes spaart, je maar een enkele soort wit hebt, die van het papier. 'De techniek zuiver houden' klinkt mij rigide in de oren. Dat je het weet Edith. Mocht je waterverfnapjes bij de hand hebben: gewoon je gang gaan, je gevoelens uiten en basta.

Die Joods-Amerikaanse wetenschapper wiens naam ik echt niet heb onthouden - ik zal later een noot toevoegen - had speciale interesse in eeneiige twee- en drielingen die wees waren, ter adoptie werden aangeboden, te vondeling werden gelegd, vaak in een mandje, niet elke een apart mandje, of uit huis werden geplaatst. Omdat ie zelf Joods was had hij met Joodse organisaties en weeshuizen de beste contacten. Je snapt wel dat die organisaties te goeder trouw waren en meenden dat deze netjes uitziende, in gedrag zeer voorkomende en empathisch ogende wetenschapper niet door hadden dat hij al die twee- en drielingen uit elkaar rukte en in zoveel mogelijk verschillende milieus wilde onderbracht. Want alleen dan kon je goed zien, wetenschappelijk meten, of die wezen nu volledig bepaald werden door hun nieuwe omgeving of dat ze zich, ondanks dat zo groot mogelijke verschil in milieu, toch identiek zouden gedragen. Uiteraard kreeg niemand te horen wat er achter het beminnelijke gelaat van de man schuilging.

Feitelijk zette deze Joodse wetenschapper het werk voort dat Joseph Mengele zo voortvarend was begonnen in jouw Poolse kamp. Toen het kalf al lang en breed verdronken was, de meeste proefdieren dood of voor hun leven beschadigd, kwam aan het licht wat de goede man had gedaan en werden zijn Twin-Publications - zo noem ik die Edith - verboden. Je mag ze ook echt niet gebruiken in een onderzoek naar nature or nurture. 

Een en ander bracht mij op het idee om te kijken of ik de tweeling-aquarel 'Am I not a Sister to You?' in kan zetten voor de wetenschap. Als het ware kan doneren om deze wetenschappelijk gezien gewichtige zaak weer net ietsjes verder te zetten. Het idee is om deze eeneiige tweeling, die uit een Joodse moeder en een Palestijnse vader werd geboren, kort na de bevalling uit elkaar te halen. Ik denk dat de moeder bij de bevalling in de kibboets in zuidelijk Israël overleed en de vader die in Gazastad werkte per abuis werd gedood door een in de drukke binnenstad verdwaalde granaat of door een spontaan afgevuurde kogel. Ze willen nog onderzoeken of het dodelijke projectiel klein was of groot, van links kwam of van rechts, van Hamas of van het IDF, gemaakt door Iran of de USA. Ik denk dat Rosa in de Gazastrook werd opgevoed en Edith in Tel Aviv. Hoe ze daar precies kwamen, weet ik nog niet. Wat ik wel weet is dat het volmaakt geloofwaardig moet zijn omdat het anders geen wetenschap is. 

Mocht jij frisse ideeën hebben hoe ik deze casus moet aankleden, dan hoor ik dat graag. 

Liefs en tot schrijfs,

Jouw Joseph