vrijdag 27 mei 2022

Brieven aan Edith Stein #15 'De wil van de stam'

 



BRIEF 15 
aan Edith Stein
'De wil van de stam'
Joseph M. Heij
Wolfheze bij Arnhem

 

Genadige Zuster Teresia Benedicta van het Kruis,

Zorrie Edith,

Omdat het, om voornoemde redenen, momenteel vrij lastig is om me in jou te verdiepen wilde ik, als je het niet erg vindt, mezelf graag wat meer bloot geven. Je zult niet overal evenveel interesse in hebben, dus ik doe mijn best me zo goed mogelijk op jouw geest af te stemmen. 

Laat ik beginnen met met de mythe dat ik geboren werd met de helm op en dus spiritueel gevoelig of zelfs begaafd zou zijn. Dat is dus niet zo. Een van mijn beste maar dode vrienden kreeg het vruchtvlies wel vastgeplakt op zijn schedeldak. Zeggen ze. Dat ik niet met een helm op maar met de navelstreng drie keer om de nek gewikkeld geboren werd is een teleurstellend begin, dat begrijp ik. Het is niet alleen een treurig begin van het leven, maar ook van de hele brief. Ik snap dat.

Weet jij hoeveel brieven ik je afgelopen half jaar stuurde? Ik ben de tel kwijt. Bewaar je ze? Ik niet, die van jou bedoel ik, niet allemaal. Moet ik je eerlijk bekennen. Ik wilde dat wel maar raak ze voortdurend kwijt in de niet al te best geordende stapels paperassen die men inmiddels wekelijks weghaalt onder het mom van 'de geest helder houden'. Waarom dan nog ordenen? 

Ze noemen me een extreme hoarder. Het zal wel het zoveelste etiket zijn. Ik zie dat anders, ik zie het eerder zo: de dingen hebben een ziel, de meeste mensen niet. Zonder internet kan ik niet opzoeken hoe dat heet, wat ik heb, dat etiket voorzien van een mooie welriekende naam, maar het heeft beslist een welluidende naam, misschien noemen ze het 'Materialistisch Animisme'. 

Zoals gekwetste mensen meer van dieren houden dan van mensen, houd ik eerder van spullen dan van zielen en geloof dat ze meer te zeggen hebben dan zielen. In dat opzicht lijk ik ook op Vincent van Gogh. Zijn broer Theo bewaarde al Vincents brieven, Vincent zelf stak de kachel aan met de brieven van zijn grote broer. Alsof ie bang was dat Theo over hem waakte en hem wilde betuttelen. Niks voor Vincent, niks voor mij. 

Gelukkig heb ik maar 1 zus en daar heb ik allang geen contact meer mee. Ik weet niet hoe oud ze is en hoe het met haar gaat. En Vincent maakte, net als ik, ruzie met iedereen. Niet dat ik dat wil, maar het loopt gewoon zo. Mensen zijn best aardig hoor Edith, maar wanneer je dichtbij komt bijten ze. Dan ineens zijn ze moe, kost het teveel tijd, overvraag je hen, deden ze allang genoeg, meer dan jij voor hen deed. Snap je dat ik niet goed kan geloven dat ook maar iemand jouw Jezus Messias serieus navolgde? Behalve een enkele gek.

Mijn vader was professor paleontologie aan de universiteit in Utrecht, mijn moeder gewoon huisvrouw. Zij, mijn moeder, had wel door willen leren, maar mocht dat niet van haar ouders. Ze moest voor haar bedlegerige opoe en demente opa zorgen en werd op een dag zomaar afgeleverd, bij de hut die naast de hut van vader en moeder stond. Zo ging dat vroeger. Je deed gewoon wat de stam wilde. Haar grote zus mocht doorleren, zij niet. Moeder heeft het haar ouders nooit vergeven. Ben ik blij dat jij van jouw stam mocht doorleren.

Na de middelbare wilde ik Nederlands studeren in Nijmegen, maar het werd de docentenopleiding. Heel kut, want voor de klas staan is beslist een doodzonde, zoals medelijden met iemand hebben een doodzonde is. Heel veel angstige stages en aanstellinkjes verder begrepen mijn ouders eindelijk dat dat hem niet was, dat ik ergens anders voor geboren werd. Niet dat ze het dichterschap als roeping zagen. God verhoede. Nee, het was de minste van alle kwaden die overbleven. En zo werd ik de niet al te bekende dichter Joseph M. Heij.

Hopelijk kun je het waarderen dat ik iets meer over mezelf vertel? Zonder tekst kan ik moeilijk gaan zitten verzinnen wat jij allemaal heb meegemaakt. Alsof ik een interview in een wereldvreemde taal moet ondertitelen. Ik moet dan zeker opschrijven wat ik helemaal niet versta? Ik dacht het niet. Snap je Edith dat het pijnlijk is dat ik Awa helemaal alleen moet bedenken? Wanneer ik dat deed zou Awa slechts een vervormde afsplitsing van mijn eigen getormenteerde geest worden en dat kun je een onbezoedeld kind uit het trieste der tropen toch niet aandoen. Wat denk je nu, Edith?   

Tot gauw,

Joseph