dinsdag 31 mei 2022

Brieven aan Edith Stein #17 'Niet verzamelen maar verbranden'

 


 

BRIEF 17  
aan Edith Stein
'Niet verzamelen maar verbranden'
Joseph M. Heij
Wolfheze bij Arnhem

 

Zeer Genadige Zuster Benedicta van het Kruis,

Ha Edith,

Wat hebben wij elkaar al lang niet meer gesproken. Ik ben erg benieuwd hoe het met je is. Heb je de middelbare school al afgerond en weet je al wat je wilt gaan doen? Is je proefschrift af en ga je die binnenkort verdedigen? Weet je al waarmee je later veel geld kunt verdienen en zoek je alvast naar een baan? Het zal niet makkelijk zijn er een te vinden. Of ben je non te Echt? Over het einde wil ik het nu liever niet hebben, dat wordt me teveel.

Wat vond je eigenlijk van die laatste vijf collages waarin ik dein ich heb gewisseld voor ein anderes ich? Ik heb er weer flink aan zitten sleutelen, want ik vond het kind veel te onschuldig in de lens van de camera kijken. Dat beviel mee eerst best wel, maar later helemaal niet meer. Het vergaat mij weer zoals het me bij jou verging: ik begin met een lief kind, vervang dat door een oudere versie van het kind, dein ich, kijk naar wat ik gemaakt heb en denk: 'Nee, dit is het niet, hier kan ik niet mee leven.' En dus verander ik het nog maar eens. Tot de onschuld eruit is.

Edith, ik ben een dichter. Dat weet je, maar je las er nog nooit een. De drang was groot om voor Awa een gedicht te schrijven en jij bent de enige aan wie ik het laat lezen. Misschien schrijf ik er ook eentje voor jou, als je dat wilt, als dit gedicht je bevalt. Ik heb er geen behoefte aan dat anderen het lezen. Ze gaan zich ermee bemoeien en dan verander ik een regel en nog een en nog een. En op het laatst is het een poldergedicht, een gedicht dat iedereen mooi vindt maar ook eentje zonder bodem, bloed en doornen. Ik heb daar niks mee, ik kan zo ook niet werken. Ik moet toch iets kunnen opschrijven wat mij raakt, niet iets wat per se een ander bevalt?

Ik heb er afgelopen weken hard aan gewerkt, dus echt slecht is het niet. Maar ik geef tegelijkertijd grif toe dat ik niet in mijn beste periode zit. Ik heb in het verleden veel betere dingen geschreven, maar die werden nooit gepubliceerd. Probeer dat te snappen Edith, zoals ik jou probeer te volgen in je onnavolgbare keuzes. Dat religieuze kan ik je best vergeven als ik me concentreer op andere aspecten van je leven, me inleef in andere, voor mij veel beter invoelbare fases.

 

amazone awa water 

weet je nog je vroeggeboorte? nee 

eerder diertje dan mensje

eerder blauw dan roze

eerder dood dan bijna niet

maar moeder weet je nog?

de smaak van gestremde magere melk

van wilde koninginnenhoning

weet je nog de graal? nee

de vreemde buiten binnen de cirkel 

veiliger de nachten de wilde dieren

buiten eerder dan binnen

ken je het woordje heimwee? nee

met rollende kralen in een kuiltje

botjes van muizen winnen van je zus 

verstop jezelf nooit achter voorouders    

ze leven maar haten wat rust verstoort

dat je nageslacht was wist je wel? nee

de inheemse invitatie tot initiatie

geen escaperoom met een nooduitgang

pappa en mamma zeggen het hoort zo

en dat was ook goed zo

de overgang overleven alle oude meisjes

de rite is een doorgaande passage 

niemand kent toch een heiliger woud

dan onze Amazone? nee

op een ondraaglijk rustige dag 

in de omheining een opengesperde mond

geeft niks, ik ga, nooit doen

maar ja, de wind trekt een kant op

het spelen van wild waterbanen

het was nog zo gezegd, zo oraal

je kende toch de verhalen rond de wolf? ja

Awa je donkerrode zonnebril

of had je die niet mee

verdronk dat verdomde wilde water 

jagers van een aangevreten stam

ze vonden je met je glimlach

die vrij snel stierf

Awa, weet je nog? nee

van je vroeggeboorte 

en de dood zonder medeleven? nee

de bezeten grijns van jagers

die niet verzamelen maar verbranden? nee

 

Dag Edith, 

Jouw lieve Joseph