vrijdag 20 mei 2022

Brieven aan Edith Stein #7 'Het besef van de ander als ich'

 


 

BRIEF 7  
aan Edith Stein
'Het besef van de ander als ich'
Joseph M. Heij 
Wolfheze bij Arnhem


Genadige Zuster Teresia Benedicta van het Kruis,

Lieve Goede Edith,

Kun jij zien wanneer ik je voor het laatst geschreven heb? Ik ben de draad een beetje kwijt. Ik denk dat ik je twee brieven op een dag stuurde en dat het toen mis ging. Het schrijven ging zo goed dat ik zelf helemaal niks hoefde te doen. Maar dat is precies wat ze zeggen dat zo gevaarlijk is voor mij. Ik herinner me er niet alles meer van, maar wel dat ik een derde brief begon en de aanhef dezelfde was als altijd. Ik schreef 'Genadige'. Maar in plaats van dat ik Zuster schreef, werd het Broeder. En daarna Adolf. En toen ging ik twijfelen. Ik denk wel dat ik doorhad dat ik het meest akelige woordje in de hele kosmos wilde schrijven. Op zich was dat het punt ook niet. Soms mag je het naarste ook zeggen.

Met gemak schrijf ik 'Genadige Zuster Teresia Benedicta van het Kruis', maar wat zeg je tegen die man als je zin hebt om hem een brief te schrijven om te zeggen wat je denkt? Hoe lang kon je met een gerust hart zeggen 'Genadige Adolf'? Dat is toch echt wel lastig om te zeggen. Zo is er een babyfoto waarop hij, als zowat elke kind, zwaar onnozel in de lens van de camera kijkt. Dat ie niet hoogbegaafd is of bovengemiddeld intelligent zie je heus wel. Maar het is een lief kereltje. Tegen dat mannetje kun je nog best iets zeggen als 'Lekker knulletje'. Wat je in het Duits zegt weet ik niet. Hübscher Bursch? En daarna gaat ie naar school. Dan zie je al een beetje het betwetertje, maar hoeveel mennekes hebben dat niet ook?

In de eerste helft van 'De Grote Oorlog', in de zomer van 1914, toen hij zo'n deftig soldatenpakje aan mocht trekken en zo'n foeilelijke Pruisische puntmuts op zijn kop mocht zetten zie je van tijd tot tijd al iets pedants in zijn blik, denk ik. Maar dat pedante komt ook door dat pakje, de muts en de snor die waar eerst nog twee pedant Pruisische puntjes aan zaten. Omdat hij toen toch keurig zijn land verdedigde en echt wel zijn best schijnt te hebben gedaan, kun je hem nog best een brief schrijven met als aanhef 'Genadige Broeder Adolf.' Daar lijkt me niks mis mee. Later lag dat wel anders, maar wanneer was dat? 

Wanneer zie je de diep ingevreten waanzin in de blik van het ongedierte? Ik ben zo benieuwd wat je daar over te zeggen hebt Edith, want jij schreef niet voor niets Zum Problem der Einfühlung. Bedoel je dan dat jij je moeilijk kunt inleven in bijvoorbeeld die kakkerlak, dat de zwarte tor zich maar moeilijk kon inleven in zijn soortgenoten of dat we er allemaal last van hebben dat dat maar matig lukt, het inleven in een ander, en dat we liever eerlijk moesten toegeven dat we behoorlijk klunzige zoogdieren waren? Hoe zit het precies met het besef van de ander als ich?    

Ergens las ik dat jij de paus een brief ging schrijven. Welke paus dat was weet ik niet. Benedictus, Franciscus of Pius of Pius. Maakt ook niet zo heel veel uit. Je schreef de Heilig Vader - jouw Heilige Vader want zelf ben ik niet zo gezegend - omdat je wilde dat hij een open brief, of hoe noemen jullie dat, het nationaalzozializme zou veroordelen. Goed dat je dat deed. Maar volgens mij kon je nog beter de amper twee maanden oude Reichskanzler een brief schrijven om dat te doen dan een paus die roomser is dan jij en ik bij elkaar. Het is sneu dat je joods bent en dan rooms wordt en dan ineens in de steek gelaten wordt door je eigen Heilige Vader. Of was dat niet zo? Deed de paus wel iets? Sprak hij zich openlijk uit tegen de zwarthemden? Niet te vergeten de bruinhemden, die niet wisten dat ze de door Hugo Boss zo mooi ontworpen pakjes binnenkort amper nog zouden willen aantrekken. Je had je brief op 1 april moeten schrijven. 

Ik weet niet meer precies wat ik allemaal schreef, maar het was veel. Teveel. Ik denk dat de leiding me hoorde en kwam kijken. Er werd iets gezegd als: 'Rustig maar Joseph. Leg je pen alsjeblieft even neer Joseph. We hadden toch gezegd dat je niet moest schrijven, dat je beter kunt gaan zitten tekenen. Joseph, wie schrijf je nou eigenlijk? Ach Joseph, dat heeft toch helemaal geen zin, die man is toch allang dood?' Maar ik vind het raar dat je doden geen brieven mag sturen. En acht het ook noodzakelijk om sommige doden wel brieven te schrijven. Zo dood zijn ze nou ook weer niet. Zo lang geleden is het allemaal niet. Wel hebben ze natuurlijk gelijk dat ik me teveel zat op te winden en dat ze me weer een beetje rustig hebben gemaakt. Dat doen ze goed hoor.   

Toegegeven, jij was behoorlijk snel met jouw brief aan jouw Heilige Vader. Want Het IJzeren Kruis begon pas aan zijn titanenarbeid als Reichkanzler op 30 januari 1933 en jij schreef je brief op 4 april. Had je niet wat meer geduld moeten hebben met hem? Heb je hem de kans wel gegeven om zijn extreme standpunten een beetje te temperen? Misschien was hij dat wel van plan, maar werd hij boos toen mensen hem gingen beschuldigen van van alles. Of las je zijn magnum opus? Ik heb het gekocht omdat ik met eigen ogen wilde zien wat hij zegt, maar wat is het een kutboek. Vertel me eens Edith, hoe dat ging, wanneer je voor het eerst hoorde over De Hemden en of je stukjes uit dat onleesbare boek las of alles. Of dat je je veel en veel liever verdiepte in de geschriften van de al even onleesbare Johannes van het Kruis en Theresia van Avila. Of zeg ik iets raars? En maakt het uit? Wat wapent een mens het best tegen Het Kwaad? Je verdiepen in dat kwaad of juist niet? En konden we het kwaad ook verslaan?

Nou Edith, ik heb veel vragen aan je. Je hoeft ze niet allemaal te beantwoorden hoor. Kies er een paar. Een of twee is ook goed. Het ga je goed. Vergeet ik te vragen waar je nu bent en wat je doet.

Een warme groet,

Broeder Joseph Maria