zondag 5 juni 2022

Brieven aan Edith Stein #19 'Vreemd te moede'

 


 

BRIEF 19  
aan Edith Stein 
'Vreemd te moede'
Joseph M. Heij
Wolfheze bij Arnhem

 

Zeer Genadige en Gezegende Zuster van het Kruis,

Hoi Edith,

Ken je de Nederlandse uitdrukking 'het is mij vreemd te moede'? Ik weet niet wat de Duisters zouden zeggen en het is een beetje ouderwets taalgebruik. Maar dat is wel wat ik op het ogenblik voel. Mijn Vriend zet mijn brieven en collages aan jou op zijn blog en insta, maar hij raakt daardoor bijna al zijn aanhangers kwijt en dat vind ik zo vervelend dat ik heb gezegd dat het afgelopen moet zijn. Ik zeg tegen hem dat hij mijn brieven niet hoeft te posten. Dat de collages het niet waard zijn. Ik zeg dat hij voor mij een ander platform moet zoeken. Ik zeg dat hij zich vooral druk moet maken over zijn eigen werk en zijn eigen carrière. Dat het zo echt niet opschiet. Dat hij meer tijd aan mij kwijt is dan aan zichzelf. Maar hij zegt: Daarvoor waren we vrienden Joseph, daarvoor kwamen we op elkaars pad, op een kruising in de Zwitserse bergen waar die indrukwekkende Jezus hing. 'Weet je nog Joseph?'

De vrouw van Mijn Vriend, die zelf ook kunstenaar is, degene die mijn brieven nakijkt op spel- en tikfouten, vertelde me aan de telefoon nog veel meer dingen waardoor het mij nog vreemder te moede werd dan toen ik hem aan de lijn had. Ze vertelde me dat een heel bekende Nederlandse filosoof en schrijver tegen hem had gezegd dat het maar raar was dat mijn vriend tegenwoordig amper zelf nog schrijft op zijn blog maar mij alle ruimte laat. Ook was het onnozel om Jezus Christus en Adolf Hitler met elkaar te vergelijken. En ook had jij Edith, beter niet katholiek kunnen worden, want anders hadden veel meer mensen zich in jou verdiept. De mensen van tegenwoordig houden niet meer zoveel van de monogame godsdiensten als vroeger. Dat zegt de vrouw van Mijn Vriend ook tegen tegen mijn vriend, maar hij kan het niet laten, zegt hij, omdat hij zich daar kapot aan ergert. Nou ja, dan zit je maar lekker op je zelf gebakken aambeien toch? 

Dat ik er soms ook net iets te vaak over begin komt dan ook omdat hij, mijn vriend, er altijd weer over begint te zeuren. Ik leg hem uit dat hij Harari moet lezen, dat hij het dan wel snapt. Maar hij las Harari en Sloterdijk en Dawkins en snapt het nog steeds niet. Ik denk Edith, dat als jij de Holocaust had overleefd, je ook langzaamaan wel bij verstand was gekomen en ergens in de jaren zestig van de vorige eeuw heus dat katholiek van je had afgeschud. Hoe kun je nog lid zijn van een kerk die je brieven niet fatsoenlijk beantwoordt? Een kerk die de arme Joden niet hielp? Ik herinner me ineens weer iets wat die rare man in de hortus conclusus horroris ook nog zei: Man nennt das Christentum die Religion des Mitleidens. – Das Mitleiden steht im Gegensatz zu den tonischen Affekten, welche die Energie des Lebensgefühls erhöhn: es wirkt depressiv. Man verliert Kraft, wenn man mitleidet.

Maar ja, ik weet allang wat je zeggen wilde Edith. Je wilde zeggen: Maar hoe kun je nou in het Nederland blijven wonen dat het minst van alle Europese volkeren zijn eigen Joden heeft beschermd? Hoe kun je nou lid blijven van een land dat als een van de laatste in Europa de slavernij heeft afgeschaft? Hoe kun je nou het volkslied van een land zingen dat honderdenvijftig jaar lang met vlag en wimpel de wereld de baas was? Het eerste land sinds de Romeinen dat een Republiek werd, maar ook het eerste land ter wereld met een paar neoliberale multinationals? Wat een pathologische hypocrisie.  

Edith, het is mij vreemd te moede. Hoe is het nu met jou?

Hartelijks,

Jouw Joseph

 

NB De collage van Awa Gujarara is denk ik wel af; ik hoop dat je die mooi vindt.