zaterdag 11 juni 2022

Brieven aan Edith Stein #21 'De liefde zien verbranden in een smeltend gezicht'

 

 


 
BRIEF 21  
aan Edith Stein 
'De liefde zien verbranden in een smeltend gezicht'
Joseph M. Heij
Wolfheze bij Arnhem
 

Zeer Genadige en Gezegende van het Kruis,

Heb je mijn vorige brief al gelezen, Edith? Ik liet de brief hier in huis aan iemand lezen die daar om vroeg; zoiets gebeurt hier zelden. Alleen de eerste alinea werd gelezen. Toen gaf mijn huisgenoot het papier alweer terug en zei: 'Mooi hoor.' Maar zo snel kan niemand een lange brief lezen toch? En dat zei ik ook: 'Dat kan nooit, dat je de hele brief hebt gelezen in amper een minuut.' Hij gaf het nog toe ook, hij vond de eerste alinea al lang genoeg.  

Sommigen van mijn huisgenoten interesseren zich bijna nergens voor, niet eens voor zichzelf, dat kun je ook goed aan hen zien. Ze verwaarlozen zichzelf, scheren zich niet of niet goed, poetsen niet hun haaientanden, kleden zich slonzig, laten hun kleren niet wassen, stinken hun toch al povere aura aan diggelen, hun doffe ogen begeren niets meer uit de hun omringende zegeningen van de hel. En toch willen ze vaak ook niet dood, ook al wordt hen tijdens de therapiesessies vaak genoeg gevraagd of ze een euthanasieverklaring willen ondertekenen. Ik adviseer sommigen om dat te doen zoals ik thuis zowat elke dag aan Zorro, de broodmagere oude zwarte kater, vroeg of die niet dood wilde. 'Morgen', zei die altijd.

Ik begin er een beetje aan te twijfelen Edith, of jij Penny wel bent... Als Penny toch echt iemand anders is, denk je dan niet dat ik te gemeen ben geweest, te onaardig, te weinig empathisch? Zou ik me teveel hebben laten gaan in mijn boosheid? Ik heb dingen gezegd, bijvoorbeeld over haar naam, die misschien helemaal niet zo aardig waren. Wat vond jij van die laatste brief? Zat ik niet en beetje door te zeuren over abortus en euthanasie? Dat komt denk ik allemaal door jou. Omdat jij in een vlaag van verstandsverbijstering katholiek werd, denk ik gelijk dat je bij die misselijke lui hoort die alle vernieuwingen tegenwerken tot ze er dood bij neervallen. Zal ik Penny een aardige brief schrijven? Een soort herkansing? Denk je Edith, dat ze zich over mijn boosheid heen kan zetten of is onze relatie nu al beschadigd? 

Wat vind je van de derde collage? Daar heb je nog niks over gezegd? Vind je het rot dat ik ook een paar andere ongelukkige hakketesses in het zonnetje zet en dat ik niet alleen aan jou denk? Weet dan Edith, dat ik niet van plan ben om hun ook brieven te gaan schrijven. Dat ik jou schrijf is al zo clandestien en zo slecht voor mijn geestelijke evenwichtsorganen, zeggen ze hier in huis, zo funest voor het herstel van mijn aangetaste brein dat ik absoluut niet van plan ben het in mijn hoofd te halen nog meer mensen brieven te gaan schrijven dan alleen aan jou. En aan Penny, als ze dat nog wil.

Toen ik gisteravond en vannacht met die collage bezig was en het gezicht van de mevrouw die ik nu eenmaal had gekozen, zoals jij mij had gekozen, probeerde te genezen en het lukte om haar zwaar gehavende gezicht te herstellen, in Photoshop, toen vond ik haar zo ontroerend mooi dat ik de perfectie met geen mogelijkheid meer durfde aan te tasten. Het gaat dus precies andersom als bij jouw kop. De verliefdheid op jouw jeugdfoto werd me veel te pijnlijk. Ik zocht een kop waarop je ouder bent en er al wat meer door het leven getekende lijnen in je gezicht te zien waren. Maar op dat portret werd ik ook weer een beetje verliefd, wel ietsjes minder en wat minder pijnlijk ook. Uiteindelijk heb ik je zo beschadigd dat het me goed beviel en het bijna geen pijn meer deed.   

Hoe kan een man nou vallen op een vrouw, verliefd worden, haar ten huwelijk vragen, groots en meeslepend trouwen, met beide families voltallig aanwezig als getuige, de liefde bedrijven met dat gezicht, fonkelnieuwe volmaakte gezichtjes met haar maken, om zomaar ineens door het eigen bewustzijn te zakken en de liefde te zien verbranden in een smeltend gezicht?

Ik schrijf je nog wel, Edith. Nu gaan we met z'n allen een spel doen geloof ik en ze willen mij er per se bij hebben.

Een warme groet,

Joseph